Annotations

[*] 'Huis van Savoy': dynastie van Sardinië en Italië.
[3] Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen: zie brief 17, noot 1. Het feit dat Van de Woestijne 'Boek­(wezen)' tot 'Br.' (en dus 'Boer') afkort, is geen verschrijving maar een grap, wat ook blijkt uit de toevoeging '(!?)'.
[*] 'Copal' is de verzamelnaam voor fossiele harsen die halverwege het proces zijn, waardoor zij in barnsteen veranderen. Copal kan wit, goudkleurig of donkerbruin zijn, en wordt onder meer gebruikt om wierook van te maken.
[*] 'Vuurlak': moffellak, een soort lak die in de (moffel-)oven op een voorwerp glanzend uitvloeit en daardoor vervolgens een harde bedekking vormt. De zin betekent in feite zoveel als: 'ze gaan het allemaal bewieroken en het werk van Vander Haeghen in het bijzonder in de verf zetten'.
[4] Ernest Willem Moes publiceerde in 1905 een artikel over het Breviarium Grimani in het Tijdschrift voor Boek- en Biliotheekwezen (jrg. 3, p. 17-23). Het is mogelijk dat Van de Woestijne al in juni 1904 over de tekst kon beschikken.
[5] Omdat een brief van De Bom daarover ontbreekt, is het niet duidelijk om welk Duits artikel het gaat.
[6] Zie Paul Durrieu, Alexandre Bening et les peintres du Bréviaire Grimani, in: Gazette des Beaux Arts, mei 1891, p. 353-367. Durrieu had het daarin gehad over het Breviarium Grimani. Kennelijk was dat artikel het 'pampierken' waarover Van de Woestijne het hier heeft. Het Breviarium was interessant voor Van de Woestijne, omdat het miniaturen bevat van Simon Bening en van diens vader (Alexander). Of het in Gent is vervaardigd, is onzeker, maar de illustratoren die er aan meewerkten, horen voornamelijk tot de zogenaamde Gents-Brugse school. Werk van Bening komt ook voor in het Getijdenboek van Turijn, waarover Van de Woestijne een studie schreef. Het woord 'Gent' is in de brief drie keer onderstreept.
[*] 'Esprit de clocher': dorpsgeest.
[7] De enveloppe waarin de brief van De Bom zat, en waarop hij Van de Woestijne blijkbaar 'varkensfokker' had genoemd (alluderend op 'De zwijnen van Kirkè'), is niet bewaard.
[8] 'De zwijnen van Kirkè': zie brief 48, noot 6.

Register

Naam - persoon

Bening, Simon (° 1483 - ✝ 1561)

Vlaamse boekillustrator, miniatuurkunstenaar en schilder. Gespecialiseerd in het verluchten van getijdenboeken, waarvoor hij internationale bekendheid genoot.

Bergmans, Paul (° 1868 - ✝ 1935)

Kort na de eeuwwisseling was hij tweede onderbibliothecaris van de Gentse universiteitsbibliotheek. In 1919 werd hij er hoofdbibliothecaris. Bergmans, doctor in de wijsbegeerte en de letteren en kandidaat in de rechten, was ook decennialang betrokken bij de uitgave van de Biographie Nationale en was een tijdje secretaris van de Cercle Artistique et Littéraire in Gent.

Durrieu, (graaf) Paul (° 1855 - ✝ 1925)

Archivaris, kunsthistoricus en specialist in verband met oude, verluchte manuscripten. Tussen 1885 en 1902 werkte hij in het Louvre in Parijs. Hij is de editeur van de Heures de Turin, waarin hij als eerste een gelijkenis opmerkte met het werk van de gebroeders Van Eyck.

Haeghen, Ferdinand vander (° 1830 - ✝ 1913)

Voorzitter van de Maatschappij der Vlaamsche Bibliophielen (1882-1913) en hoofdbibliothecaris van de Gentse Universiteitsbibliotheek (1869-1911). Hij beschikte over een gigantische collectie (veelal zeldzame) boeken. Hij was de stichter van de 'Bibliotheca Belgica', lid van de 'Société des Beaux-Arts de Gand' en oprichter van het Oudheidkundig Museum.

Als bibliofiel en collectioneur van alles wat er in Gent werd gedrukt, was hij zeer geïnteresseerd in de publicaties van drukker Julius de Praetere, en het was wellicht ook via hem dat Van de Woestijne Vander Haeghen kende.

Moes, Ernest Willem (° 1864 - ✝ 1912)

Onderbibliothecaris van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam in 1890, directeur van het prentenkabinet in Amsterdam vanaf 1903.