Neem me niet kwalijk, Manuël, dat ik Ulie, als eenigen blijk dat we nog leven, slechts 't boek van Coenen stuur, zonder langen brief daarbij. Jongen, ik ben iets aan 't dóor-maken met mijn broers! Beeld u in dat Edward heel de zaak van Slijpstraat wil binnenpalmen, — en de twee anderen zijn daarmeê te vreden, verblind door de vergoeding die hij hun aanbiedt...
Dat is nu vechten, sedert veertien dagen, van 's morgens tot 's avonds. Wat de uitkomst zal zijn? Ik sta alléen tegenover drie!
Enfin... Motus daarover, nietwaar? Morgen, als ik wat rustiger ben, méer daarover... Intusschen verschijnt "Vlaanderen" te laat!...
Verheugen ons van harte over de beterschap van Nora, hopen dat Uw influenza over is, en blijven
Uw beider verkleefde
Mariette en Karel.
Annotations
[1] In 1906 houdt de koperslagerij inderdaad op te bestaan als familiebedrijf.
[*] 'Motus': zie brief 150, noot 4.
[2] Dat zou vanaf nu vaker gebeuren. Het leidde tot spanning binnen de redactie en zelfs tot het dreigement van Vermeylen om ontslag te nemen. Na overreding van onder meer Stijn Streuvels zal Vermeylen uiteindelijk de volgende (vijfde) jaargang zelf (en min of meer alleen) redigeren.