Annotations

[1] Voor een globale uitleg over deze brief, die eigenaardig genoeg niet ingaat op de furieuze 'afscheidsbrief' van De Bom, zie brief 213, noot 1.
[2] Dit is een verwijzing naar Robert en Bertrand, of: De lustige vagebonden, de roman van Koen Ravestein (pseudoniem van Raf Verhulst), waarop later de stripreeks van Willy Vandersteen is geïnspireerd. Het boek is ongedateerd, maar was zeker al verschenen voor 1906.
[5] In verband met het Algemeen Nederlandsch Verbond: zie brief 21, noot 1.
[6] 'Grote hansen': hoge pieten. Van de Woestijne noemt het A.N.V. waarschijnlijk een 'kroonluchter' vanwege zijn voorname, plechtstatige karakter. De kroonluchter is ook de titel van een sleutelroman van Herman Teirlinck (1907), waarin hij een parodiërend beeld schetst van het literaire genootschap De Distel in Brussel. De tekst was in de eerste vier afleveringen van de tweede jaargang (1904) van Vlaanderen verschenen.
[7] 'Tsjoenen': Van de Woestijne doelt op Emiel Hendrik T'Sjoen en diens broer Floris Edward T'Sjoen.
[9] Later zou Vermeylen ook resoluut voor een politieke carrière kiezen. In 1921 werd hij door de socialisten gecoöpteerd voor de senaat, waarvan hij in 1938 vice-voorzitter werd.
[*] 'Le moindre de ses soucis': de minste van zijn zorgen.
[10] In november 1906 werd de literatuurprijs van de provinciale raad van Brabant toegekend. Drie Walen en drie Vlamingen, waaronder ook Van de Woestijne (met zijn Verzen), werden bekroond. Ze ontvingen elk 500 frank. Zie P. Minderaa, Karel van de Woestijne. Zijn leven en werken, (Arnhem, Van Loghum Slaterus' Uitgeversmaatschappij, 1942), p. 334. Zie ook brief 217.
[11] Lodewijk de Raet werd in de Vlaanderen-redactie opgenomen vanaf het eerste nummer van de vijfde (en laatste) jaargang (1907).
[*] 'Ivrogne': dronkaard.
[12] Pas in mei 1907 verscheen er in Vlaanderen een bespreking van De Bom over Johan de Meesters roman Geertje (jrg. 5, nr. 5, p. 198-203).
[13] Wellicht gaat het om het verhaal 'Maandag vieren' van Frans Verschoren. Het verscheen in 1907 in het februari-nummer van Vlaanderen, jrg. 5, nr. 2, p. 65-88.

Register

Naam - persoon

Boeken, Hein Jan (° 1861 - ✝ 1933)

Nederlandse dichter. Trouwe vriend van Willem Kloos en redacteur van De Nieuwe Gids.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Deyssel, Lodewijk van (Ps. van Karel Lodewijk Alberdingk Thijm) (° 1864 - ✝ 1952)

Psudoniem van: Karel Lodewijk Alberdingk Thijm

Nederlands criticus en prozaschrijver die een cruciale rol speelde in De Nieuwe Gids en icoon werd van het artistieke individualisme van de Tachtigers. Na een crisis in De Nieuwe Gids richtte hij samen met Albert Verwey het Tweemaandelijksch Tijdschrift op, dat later als De XXe Eeuw werd voortgezet. In 1905 brak hij met Verwey en was hij medeoprichter en eerste voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen.

Heuvel, Jules van den (° 1854 - ✝ 1926)

Vlaamse jurist en politicus die aan de universiteit van Leuven de School voor Politieke en Sociale Wetenschappen stichtte (1892). Nadien kwam hij als extra-parlementair in het kabinet De Smet de Naeyer terecht (1899-1907). Tijdens die periode was hij Minister van Justitie.

Kloos, Willem (° 1859 - ✝ 1938)

Invloedrijke Nederlandse dichter en criticus. Medeoprichter van de literaire vereniging Flanor (1881). Medestichter en redactiesecretaris van De Nieuwe Gids (1885), waarin hij enkele klassiek geworden sonnetten publiceerde.

Langendonck, Prosper van (° 1862 - ✝ 1920)

Medestichter van Van Nu en Straks die jarenlang als ambtenaar in Brussel heeft gewerkt. In de redactie van dat tijdschrift was hij de enige katholieke redacteur. Hij was ook ouder dan de anderen. Daardoor fungeerde hij min of meer als hun mentor. Als overgangsfiguur stimuleerde hij hun literaire vernieuwingsdrang, maar vestigde hij ook hun aandacht op het grote talent van enkele voorgangers, zoals Guido Gezelle. Hij publiceerde slechts één bundel romantische gedichten, Verzen (1900). De Bom en vooral Van de Woestijne koesterden een grote bewondering voor hem. Die bewondering nam niet af, ook niet toen Van Langendonck steeds heviger verschijnselen van (erfelijke) schizofrenie begon te vertonen.

Meester, Johan de (° 1860 - ✝ 1931)

Prozaschrijver en journalist. Tussen 1886 en 1891 was hij vanuit Parijs correspondent voor het Handelsblad, om vervolgens tot 1927 als criticus te werken voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Het proza van De Meester (o.m. Een huwelijk, 1890 – Zeven vertellingen, 1899 – Louise van Breedevoort, 1903 en Geertje, 1905) is vaak neerslachtig van toon.

Mont, Pol de (° 1857 - ✝ 1931)

Vlaams dichter, prozaschrijver, dramaturg, criticus en volkskundige. Hij studeerde in Leuven samen met Albrecht Rodenbach, met wie hij Het Pennoen (1878-1880) oprichtte. In 1904 werd hij conservator van het Antwerpse Museum voor Schone Kunsten, en een jaar later stond hij mee aan de wieg van het tijdschrift De Vlaamsche Gids. Als dichter en criticus vertegenwoordigt hij de Tachtigers in Vlaanderen.

Ontrop, Lode (° 1875 - ✝ 1941)

Dichter en musicus. Gedurende enkele jaren – kort voor de eeuwwisseling tot enkele jaren daarna – was hij de intiemste vriend van Van de Woestijne. Hij werd omstreeks 1903 in die rol 'vervangen' door Emmanuel de Bom. De neerslag van zijn vriendschapsrelatie met Van de Woestijne is bewaard in de editie Brieven aan Lode Ontrop. Uitgegeven met een inleiding en aantekeningen voorzien door Anne Marie Musschoot, Gent, Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1985. Over die correspondentie schreef Albert Westerlinck het boek De eerste rijpe jaren van Karel van de Woestijne, beschouwingen rond zijn brieven aan Louis Ontrop (1896-1909), Orbis, Beveren, 1982. Ontrop had in 1899 een zeer kortstondige relatie met Nora Aulit, die later met Emmanuel de Bom zou trouwen.

Raet, Lodewijk de (° 1870 - ✝ 1914)

Figuur uit de Vlaamse beweging die pleitte voor een sterk economisch programma voor Vlaanderen en hamerde op het belang van het Nederlands in het onderwijs. In 1889 stichtte hij samen met August Vermeylen en Hubert Langerock het tijdschrift Jong Vlaanderen.

Teirlinck, Herman (° 1879 - ✝ 1967)

Auteur van romans, poëzie en theater. Heeft zowel aan Van Nu en Straks, Vlaanderen als aan het Nieuw Vlaams Tijdschrift meegewerkt, waardoor hij als het ware een halve eeuw de literatuur en de geest van de Van Nu en Straks'ers heeft voortgezet. Samen met Van de Woestijne publiceerde hij in 1928 de brievenroman De leemen torens.

T'Sjoen, Emiel Hendrik (° 1857 - ✝ 1909)

Vrijzinnige flamingant die betrokken was bij de oprichting van kunstvereniging De Distel, het Taalverbond en de Brusselse afdeling van het A.N.V. Hij was actief als vertaler en journalist.

T'Sjoen, Floris Edward (° 1866 - ✝ 1938)

Broer van Emiel Hendrik T'Sjoen. Hij was eveneens actief in de Brusselse afdeling van het A.N.V.

Verhulst, Rafaël (° 1866 - ✝ 1941)

Schrijver, lector en publicist, die ook wel onder het pseudoniem Koen Ravestein schreef. In 1905 werd hij hulpbibliothecaris van de Antwerpse stadsbibliotheek. Voordien was hij hulparchivaris in het Antwerpse stadsarchief. Hij genoot bekendheid als journalist bij Het laatste nieuws en door de uitgave van het weekblad Uilenspiegel (1901-1902). Voor Jezus de Nazarener kreeg hij de driejaarlijkse staatsprijs voor toneelletterkunde.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Vermeylen-Brouhon, Gabriëlle

Werd in 1897 de echtgenote van August Vermeylen. Hun (kerkelijke) huwelijk was een doorn in het oog van Vermeylens jeugdvriend Jacques Mesnil, die er een bewijs in zag dat Vermeylen het anarchisme had afgezworen.

Verschoren, Frans (° 1874 - ✝ 1951)

Vlaamse auteur die vooral vanwege zijn treffende proza vol jeugdherinneringen enige bekendheid genoot.

Woestijne, Gustave van de (° 1881 - ✝ 1947)

Van zijn drie broers had Karel van de Woestijne met Gustave het beste contact, al was het maar omdat ze beiden artistieke aspiraties hadden. Na hun jeugdjaren in Gent vestigden ze zich in 1900 in Sint-Martens-Latem en werden ze spilfiguren van de eerste groep Latemse kunstenaars. Gustave groeide uit tot een van de bekendste Vlaamse schilders van de twintigste eeuw.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Naam - instituut/vereniging