August Vermeylen had zich over de gang van zaken bij het tijdschrift Vlaanderen al meermaals negatief uitgelaten. Vooral het feit dat elk nummer telkens met vertraging moest verschijnen, stoorde hem, en hij liet niet na om nu en dan ook op de rol van Van de Woestijne daarin te wijzen. Op 2 en 6 februari 1907 maakte hij andermaal per brief zijn grieven aan Van Dishoeck bekend en bood hij meteen ook zijn ontslag aan als redacteur van het tijdschrift. Ironisch genoeg zou de 'coup de théâtre' van Vermeylen ertoe leiden dat hij de leiding van het blad in handen kreeg. Hij werd 'verantwoordelijke redacteur', terwijl de andere betrokkenen nu gewoon deel uitmaakten van de redactieraad. Zie G.H. 's-Gravesande, De geschiedenis van het tijdschrift Vlaanderen (Manteau, [1962]), p. 103 e.v.
Toon volledige brief