Karel, —
A[anstaande] Zaterdag, verneem ik uit een laconisch bericht:
"Vlaanderen!" (sic) op St. Gooricx-plein (bij de Beurs) — gonnais bas!
[*] geen verder inlichting! — Tóch, ondanks het procédé, zou ik er, [
waarsch[ijnlijk] voor den lesten keer] nog ééns willen heengaan; er zou te
Antw[erpen] vergaderd worden, was gezegd, en over die
vl[aamsche afdeeling letterkundige] vereeniging gesproken.
[2] — Zonder één woord toelichting, bericht: —
"Brussel." Altijd even chic! — Nou! Schwamm d'rüber.
[*] Zeg me, of
gij, ja of neen, komt? Ik vertrek tijdig om te Cappellen 's avonds terug te zijn.
Ik verwittig niemand van mijn komst dan[3] U, — want ik wensch ook, buiten de vergaring, niemand anders te zien. Wat dunkt U? Uur schrijf ik later. —