Van de Woestijne zou zijn medewerking aan het tijdschrift De Boomgaard spoedig weer staken. De reden daarvoor werd door Minderaa nog als 'persoonlijke grieven' onder de mat geveegd, maar uit een artikel dat Peter Theunynck eraan wijdde, blijkt dat Mariette van de Woestijne met P.G. van Hecke een kortstondige relatie heeft gehad. Van de Woestijne heeft dat wellicht in augustus 1909 ontdekt. Daarna heeft hij (uit wrok jegens Van Hecke) zijn oorspronkelijke plannen om aan het tijdschrift mee te werken volledig opgeborgen. Theunynck wijst er ook op dat het financiële risico dat met de oprichting van het blad gepaard ging, Van de Woestijne zijn beslissing ook wel zal hebben beïnvloed.
De Boomgaard, dat het tussen november 1909 en december 1911 twee jaargangen uithield, werd een internationaal geïnspireerd tijdschrift waarin de autonomie van kunst en schoonheid voorop stonden. Daarmee leunde het qua doelstelling sterk bij Van Nu en Straks aan. De redactie — die dus in tegenstelling tot de vroegste plannen die Van de Woestijne in deze brief belicht, wel degelijk werd samengesteld — bestond uit André de Ridder, Edmond van Offel, P.G. van Hecke, Hugo van Walden (Jules Temmerman), Gust van Roosbroeck (vanaf I,9 vervangen door Firmin van Hecke) en Paul Kenis. Voor Nederland rekende het blad op de medewerking van Gerard van Eckeren en P.N. van Eyck, die bij het begin van de tweede jaargang beiden werden vervangen door Joannes Reddingius. Zie Peter Theunynck, 'Cherchez la femme. Karel van de Woestijne en de valse start van De Boomgaard', in: ZL, jaargang 2, nummer 1 (oktober 2002), p. 3-27. Voor een algemene geschiedenis van het tijdschrift, zie Jean Weisgerber, De Vlaamse literatuur op onbegane wegen. Het experiment van “De Boomgaard” 1909-1920, C. de Vries-Brouwers, Antwerpen, 1956 en A.M. Musschoot, 'Verloop van Van Nu en Straks. 1903-1916', in: M. Rutten & J. Weisgerber (red.), Van 'Arm Vlaanderen' tot 'De voorstad groeit'. 1888-1946, Standaard uitgeverij, Antwerpen, 1988, p. 226-267.
Show entire letter