Annotations

[2] Opnieuw vraagt Streuvels Lente terug. Hij is vol ongeduld over het uitblijven van Werk. Zie de vorige brieven; in het bijzonder brief 6 (o.m. noot 5 en noot 7).
[3] De plannen rond Werk. Zie brief 6, noot 5.
[4] Victor de Meyere had aan Streuvels de 'derde' datum, 15 januari 1898, voorgesteld.
[5] De laatste drukproeven van Lente, waarop hij nog steeds wijzigingen aanbracht, kreeg Streuvels twee maanden voordien in handen.

Register

Name - person

de Meyere, Victor (° 1873 - ✝ 1938)

Dichter, romanschrijver en volkskundige. Hij debuteerde als dichter in Van Nu en Straks (reeks 1, nr. 2) en introduceerde in dat tijdschrift ook andere jonge auteurs, zoals Karel van de Woestijne. Zelf was hij 'ontdekt' door Emmanuel de Bom, die later met een schimpende opmerking over zijn poëzie ook weer de aanleiding zou zijn van zijn vertrek uit Van Nu en Straks. Uit zijn verhalen, novellen en romans blijkt zijn grote belangstelling voor volkskunde. De Meyere speelde een grote rol als geestelijke mentor van de generatie die na Van Nu en Straks aan het woord kwam.

Buschmann (jr.), Paul (° 1877 - ✝ 1924)

Drukker en uitgever. Hij was een kleinzoon van Jozef-Ernest Buschmann, die de gelijknamige drukkerij in 1842 had opgericht. Vooral Paul Buschmann sr. had van de drukkerij een bloeiend bedrijf gemaakt. Bij Buschmann rolden o.m. van de pers: de tweede reeks van Van Nu en Straks, De Vlaamsche School en Onze kunst. Ook het eerste werk van Hendrik Conscience, Karel Lodewijk Ledeganck, Jan en Theodoor van Rijswijck verschenen er, net als werk van Pol de Mont, Anton (Tony) Bergmann, Ernest Claes en Felix Timmermans.

Minne, George (° 1866 - ✝ 1941)

Beeldhouwer en tekenaar. Hij was lid van 'Les XX' en daarna van 'La libre esthétique', de twee door Octave Maus gestichte kunstkringen waar niet-academisch georiënteerde kunstenaars van diverse pluimage elkaar ontmoetten. Minnes werk brak met de burgerlijke romantisch-realistische traditie die de Belgische plastische kunst op het einde van de vorige eeuw beheerste. Het onderscheidt zich door een sobere, zeer verinnerlijkte vormentaal die niet zozeer wilde refereren aan de empirische realiteit, maar de expressie betrachtte van symbolische waarden. Zijn drang tot stilte en afzondering voerde Minne in 1899 naar Sint-Martens-Latem, waar hij samen met o.a. Karel en Gustave van de Woestijne en Valerius de Sadeleer deel ging uitmaken van de eerste Latemse groep. Karel van de Woestijne schreef een van zijn vroegste kritische opstellen over Minne. Zie Karel van de Woestijne, 'George Minne en Jules de Praetere', in: De Vlaamsche school, nieuwe reeks, jg. 10, nr. 10 (oktober 1897), p. 291-297, gedateerd 16 aug. '97). Streuvels zou Minne pas in juli 1900 voor het eerst in levende lijve ontmoeten, tijdens een bezoek aan Latem.