<Hit 19 of 1419

>

Waarde Heer en Vriend,[1]
Met genoegen zal ik U een artikeltje over de metamorphosen van Carnaval leveren.[2] Ofschoon uit... de nevelen van 't verleden een dreigende schim mij verwijt:
"Ik wijd me slechts voortaan aan dingen, die voor blijven Vatbaar zijn. —"
Maar Op Uw verzoek doe ik het zeker, terwijl ik er overigens zelf aan gedacht heb. —
Hierbij de dichterlijke uitvallen van Toon Moortgat en van een toastzieken scribent.[3] Wilt Gij ze nog eens, in de lavende stilte van 't Plantijn-Museum,[4] herlezen, en mij dan zeggen, of Gij nog... in uwe boosheid volhardt?[5] 'k Ben overtuigd, dat ze ditmaal het schuifken zullen krijgen.
Heeft Pol de Mont U den tekst nog niet bezorgd van het adres Nicolaï? Morgen heeft die plechtigheid plaats, en ik heb, op den wilden boef,[*] verzekerd in de Kooph[andel], dat Benoit zelf dit stuk aan N[icolaï] zou overhandigen te 's Gravenhage.[6]
Nicolaï las het, en bedankte mij in een postkaartje.[7]
Nu begrijpt Gij, welk een nieuwen slag weeral aan mijn faam van "serieuzen jongen" zou toegebracht worden, indien al dat gerucht op niets uitdraaide. Welk is Uw gevoelen? Benoit zou nog heden in 't bezit van het stuk moeten komen, althans indien hij wezenlijk naar Holland gaat.[8]
Uw verkleefde
Em[manuel] K[arel] de Bom

Annotations

[1] Waarschijnlijk hebben de brieven van Emmanuel de Bom en Max Rooses (die allebei op 20 februari gedateerd waren) elkaar gekruist, want ze beantwoorden elkaar niet.
[2] Emmanuel de Bom, 'Een ommekeer in onze volkszeden', in: De Vlaamsche School, nr. III (1890), p. 51-53. De Bom begon met de volgende woorden: "Een requiem vraagt gij mij, schalks–ondeugend weg, in memoriam van... de Antwerpsche Vastenavondsaturnaliën, met heel haar omhaal van baldadigheid en losbandigheid? Gaarne wil ik hem aanheffen..."
Carnaval werd in 1890 gevierd op maandag 17 en op dinsdag 18 februari. Dat jaar ging voor het eerst een carnavalstoet uit. De gemeenteraad had daartoe besloten om een einde te maken aan de ongeregeldheden die het traditionele gooi– en smijtfestijn van vorige jaren meebracht: men beperkte zich namelijk niet altijd tot sinaasappelen of blauwsel, maar ook met onappetijtelijke of gevaarlijke dingen werd gegooid. Zie het Gemeenteblad van 1890, deel 1, nr. 3 (10 februari 1890), p. 33-38 en nr. 4 (24 februari 1890), p. 68-70. Deze beslissing heeft vermoedelijk te maken met de oprichting van De Scalden in 1889, een vereniging die tot doel had een andere wending te geven aan de toenmaals beruchte carnavalstoeten. Zie De Scalden. Feestalbum, XIIde jaarboek 1889-1890 (Antwerpen, Van Os-De Wolf, 1909).
Voor een pittoreske beschrijving van de carnavalgeplogenheden te Antwerpen omstreeks die tijd, zie Georges Eeckhoud, La nouvelle Carthage. La Bourse. Le Carnaval. Cartoucheries (Brussel, Veuve Monnon, 1891). In de eerste editie van dat boek (Brussel, H. Kistenmaeckers, 1888) komt de passage over carnaval nog niet voor.
[3] Deze dichterlijke uitlatingen stonden in Die excellente cronike van de ghesellighe tsamenkomste van de Taelverbonders wt Antwerpen in den jaere MDMCCCXC (zie brief 15, noot 4). Daarin (op p. 4-7) duidde De Bom, "den Scribent van de Gulde", zichzelf aan als auteur van het gedicht Een teug aan d'oukens en een slokkie aan de jongeren! (zie brief 16, noot 1). Op pagina's 5 en 6 zei hij dat "Sieur Antoon Moirtgat" na Een teug aan d'oukens en een slokkie aan de jongeren! het woord nam en uitlegde hoe Adam en Eva in het paradijs Vlaams spraken, een uiteenzetting die gevolgd werd door een lied aan zijn vaderland. Deze uiteenzetting stond op p. 14 en 15; Het lied van den Vlaming op p. 15 en 16.
[4] Max Rooses was sinds 1876 conservator van het Plantin-Moretusmuseum in Antwerpen. In 1875 was het huis aangekocht door de stad, die het als museum oprichtte.
[5] Waarschijnlijk had Max Rooses, die voorzitter was van het Antwerpse Taalverbond, de tekst van Die excellente cronike van de ghesellighe tsamenkomste van de Taelverbonders wt Antwerpen in den jaere MDMCCCXC goedgekeurd.
[6] Op 21 februari 1890 werd te 's-Gravenhage het jubileum van W.F.G. Nicolaï gevierd. Gedurende 25 jaar was hij aldaar directeur van de Koninklijke Muziekschool. Tijdens de feestmaaltijd van het Antwerpse Taalverbond (zie ook [3]) stelde Pol de Mont voor om Nicolaï te vieren. Zie Die excellente cronike van de ghesellighe tsamenkomste van de Taelverbonders wt Antwerpen in den jaere MDMCCCXC, p. 6.
Het artikel 'Het jubileum van Maestro W.F.G. Nicolaï te 's Gravenhage' (in: De Toekomst (7de reeks, IV, nr. 3 (maart 1890), p. 128-132), was ondertekend met 'De Redactie', maar uit de inhoud bleek dat Pol de Mont de auteur was. Daarin bevestigde De Mont dat hij de Antwerpse groep van het Taalverbond voorstelde om Nicolaï ter gelegenheid van zijn jubileum een adres te overhandigen. Volgens een oproepbriefje van 16 februari 1890 aan de leden van het Antwerpse Taalverbond werd dat adres in de vergadering van 20 februari besproken. Zie de documentatie over het Taalverbond in het AMVC (T 106/D).
Het is mogelijk dat de tekst van het adres toen definitief werd vastgelegd. Die tekst was afgedrukt in bovengenoemd artikel in De Toekomst. Waarschijnlijk was het dat adres dat De Bom vernoemde in zijn artikel 'Hulde aan Nicolaï' (in: de Koophandel van Antwerpen, 11 februari 1890, p. 3), en dat ondertekend was met 'M.'. Wellicht is het ook dit adres dat meerdere bronnen in hun relaas over de feestelijkheden te 's Gravenhage vernoemden. Zo verscheen bijvoorbeeld 'Jubelfeest van W.F.G. Nicolaï' (in: de Koophandel van Antwerpen van 26 februari 1890, p. 2-3), getekend 'A.', waarin die schreef dat er op het feest een adres werd voorgelezen waarin Peter Benoit hulde bracht aan Nicolaï. Ook 'Het jubileum van W.F.G. Nicolaï' (in: Het volksbelang van 1 maart 1890, p. 3) maakte melding van het adres, terwijl Pol de Mont in bovengenoemd artikel in De Toekomst zowel het feit van de aanwezigheid van Peter Benoit te 's Gravenhage op 21 februari 1890 aanhaalde, als het feit dat er namens het Taalverbond van Antwerpen een adres werd voorgelezen waarin Nicolaïbedankt werd om zijn verdiensten jegens Peter Benoit.
Er werd dus niet expliciet vermeld dat Benoit zelf het adres overhandigde of voorlas. Dat laatste is overigens niet erg waarschijnlijk, gezien de vorm van het adres.
[7] Niet teruggevonden.
[8] Zie [6].
De vriendschap tussen Peter Benoit en Willem F.G. Nicolaï (die teruggaat op de jaren 1875 e.v.) moet gezien worden in het kader van de beweging die de nationale toonkunde in Noord- en Zuid-Nederland wilde tot leven brengen. Op basis van de 'esthetisch-nationale eenheid' (een term uit De Vlaamsche kunstbode) werd in 1875 te Amsterdam de Toonkunstenaars–Vereeniging opgericht, een broederbond tussen Noordnederlandse en Zuidnederlandse componisten. Nicolaï was een van de stichters. Peter Benoit, die zeer enthousiast was voor deze vereniging, had vóór de oprichting ervan reeds herhaalde keren krachtig gepleit voor toenadering tussen Noord en Zuid op muzikaal gebied. Zie Peter Benoit, 'Een broederbond tusschen de toonkunstenaars van Noord en Zuid', in: De Vlaamsche Kunstbode, jrg. V (1875), p. 312-317 en 478-480. Zie ook Herman Baccaert, Peter Benoit. Een kampioen der nationale gedachte (Antwerpen, 't Kersouwke, 1929), p. 137-138.
In het kader van dit gezamenlijke streven had Nicolaï Peter Benoit ingang doen vinden in het noorden. Zie J. de Jong, 'W.F.G. Nicolaï', in: De Vlaamsche Kunstbode, jrg. XX (1890), 137-190. Dat doordringen tot in Nederland zou gebeurd zijn via het tijdschrift Caecilia, waarvan Nicolaï de hoofdredacteur was. In 1875 verscheen daarin onder zijn impuls een uitgebreide studie van August Jozef Cosyn over 'Benoit en de Vlaamsche muzikale beweging'. Zie Paul Fredericq, Schets eener geschiedenis der Vlaamsche Beweging, deel II (Gent, Ad. Hoste, 1908), p. 181, noot 1.
De eerste uitvoering van werk van Peter Benoit in Nederland had plaats op 28 februari 1878, toen G.A. Heinze en W. Stumpf zijn oratorium Lucifer in Amsterdam uitvoerden. Daags nadien werden op het eerste concert van de Toonkunstenaars–Vereeniging werken van Willem Kes, Richard Hol, Willem F.G. Nicolaï en Peter Benoit vertolkt. Naar aanleiding van die gelegenheid was Benoit gedurende acht dagen in Nederland en verbleef hij enkele dagen bij Willem F.G. Nicolaï in 's Gravenhage. Zie Peter Benoit, 'Acht dagen in Holland', in: De Vlaamsche Kunstbode, jrg. VIII (1878), p. 121-130.
Op 7 april 1878 werd onder leiding van Benoit te Antwerpen het oratorium Bonifacius van Willem F.G. Nicolaï op tekst van L. Schneider door de Société de Musique aldaar uitgevoerd. Evenals de uitvoering van Lucifer in Nederland onderkende Benoit dat feit als een belangrijke stap voor de muzikale verbroedering. Zie Peter Benoit, 'Nicolaï te Antwerpen', in: De Vlaamsche Kunstbode, jrg. VIII (1878), p. 185-188.
Op 30 mei 1878 voerde Nicolaï te 's Gravenhage de Rubenscantate van Benoit uit, op initiatief van de Toonkunstenaars–Vereeniging. Zie Peter Benoit, 'In Den Haag', in: De Vlaamsche Kunstbode, jrg. VIII (1878), p. 324-332. Dit was het begin van Benoits zegetocht in de voornaamste Nederlandse steden. Achtereenvolgens werden verscheidene keren zijn Rubenscantate, Lucifer, De Schelde, De waereld in, De oorlog en De Rijn uitgevoerd. Zie Paul Fredericq, Schets eener geschiedenis der Vlaamsche Beweging, deel II (Gent, Ad. Hoste, 1908), p. 181.
[*] 'Op de wilden boef: in het wilde weg.

Register

Name - person

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Cosyn, August Jozef (° Zomergem, 1844-11-11 - ✝ Antwerpen, 1881-07-06)

Schrijver.

Kreeg zijn opleiding aan de Rijksnormaalschool te Gent. Onderwijzer te Gent, Brussel en ten slotte te Antwerpen; sedert 1870 studiemeester aan het Hoger Handelsinstituut aldaar. Schreef vaderlandse gedichten, novellen, essays en kritieken. Stichtte in 1870 De Vlaamsche kunstbode, die hij bestuurde tot aan zijn dood. Medestichter (1871) van de Antwerpse afdeling van het Willemsfonds. Werd in 1897 benoemd tot buitenlands lid van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde te Leiden. Was een zeer goede vriend van P.Benoit, wiens muzikale opvattingen hij mee hielp verspreiden.

Eekhoud, Georges (° Antwerpen, 1854-05-27 - ✝ Schaarbeek, 1927-05-29)

Journalist en schrijver.

Fredericq, Paul (° Gent, 1850-08-12 - ✝ Gent, 1920-03-30)

Historicus.

Heinze, Gustav Adolph (° Leipzig, 1820-10-01 - ✝ Muiderberg (Amsterdam), 1904-02-20)

Hol, Richard (° Amsterdam, 1825-07-23 - ✝ Utrecht, 1904-05-14)

Pianist, componist en dirigent.

Kes, Willem (° Dordrecht, 1856-02-16 - ✝ München, 1934-02-22)

Violist, componist en dirigent.

Mont, Maria Polydoor Karel De (gen. Pol) (° Wambeek, 1857-04-15 - ✝ Berlijn, 1931-06-29)

Schrijver, kunsthistoricus en journalist.

Moortgat, Antoon (° Antwerpen, 1862-05-10 - ✝ Braunschweig, 1927-03-23)

Leraar, uitgever, schrijver en journalist.

Nicolai, Willem Frederik Gerard (° Leiden, 1829-11-20 - ✝ Bloemendaal, 1896-04-28)

Dirigent en componist.

Rooses, Max (° Antwerpen, 1839-02-10 - ✝ Antwerpen, 1914-07-15)

Kunsthistoricus en criticus.

Vader van Rosa Rooses.

Title - book

Scalden, De (° 1889 - ✝ 1914)

Antwerpse kunstenaarsvereniging.

Title - journal

Caecilia (° 1844 - ✝ 1944)

Nederlands muziektijdschrift.

Opgericht door Dr. F.C.Kist (1796 - 1863). Voorganger van Caecilia was het Nederlandsch muzijkaal tijdschrift (1839 - 1848). F.C. Kist, die gedurende bijna negentien jaar hoofdredacteur van Caecilia was, wilde de muziek van Wagner, Liszt en Berlioz in Nederland ingang doen vinden en stimuleerde als Bach-bewonderaar een systematische Bachcultus. W.F.G.Nicolaï, een persoonlijke vriend van P.Benoit, redigeerde het tijdschrift na F.C. Kist; hij propageerde eveneens de muziek van Wagner en Berlioz. Kritieken op internationaal peil werden erin verzorgd door J.van Santen Kolff, terwijl ook H. Viotta en J.H. Scheltema meewerkten.

Gemeenteblad Van Antwerpen, Het

Het oudst bewaarde exemplaar dateert van 1861; mogelijk werd dit blad reeds eerder uitgegeven, evenwel nà 1854, want het drukken ervan was nog niet opgenomen in het contract van 5 maart 1854 tussen de gemeenteraad en de drukker G.van Merlen en zoon. Vanaf 1868 werden de redevoeringen opgenomen in de taal waarin de sprekers ze opstelden (Frans of Nederlands). Van 1872 af verscheen een Franse en een Nederlandse uitgave. Tot 1862 was H.Simons, hoofdredacteur van La revue d'Anvers (liberaal-doctrinair), redacteur van het gemeenteblad, maar de raad besloot hem te verwijderen om zijn niet-objectieve mededelingen. Het gemeenteblad verscheen wekelijks; werd later verzorgd door het Stadssecretariaat.

Koophandel Van Antwerpen, De. Dagblad Voor Politiek, Nijverheid, Kunst En Landbouw Van Antwerpen (° 1863 - ✝ 1897)

'Dagblad voor Politiek, Nijverheid, Kunst en Landbouw van Antwerpen'. Doctrinair-liberaal dagblad.

Toekomst, De (° 1857 - ✝ 1898)

Maandschrift dat door J.M.Dautzenberg en J.F.Jacobs gesticht werd als "tijdschrift voor onderwijzers". Achtereenvolgens te Gent, Brussel, Antwerpen, Leuven en opnieuw te Gent uitgegeven, breidde het zijn interessesfeer uit tot het in 1894 "tijdschrift voor opvoeding en onderwijs, taal- en letterkunde, land- en volkenkunde, kunst en wetenschappen" werd, dat tweemaal per maand verscheen en een tijdlang elke maand in bijlage een exemplaar van Volkskunde van P.de Mont en A.de Cock bevatte. Het motto bleef doorheen de negen reeksen gelijk: "Onderwijs door de moedertaal". Vanaf 1879 propageerde het voornamelijk de liberale onderwijsopvattingen. Redacteurs waren o.a. A.Cornette, P.de Mont en A.de Cock.

Vlaamsche Kunstbode, De (° 1870 - ✝ 1913)

Maandblad.

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.

Volksbelang, Het (° 1867 - °)

Vlaams liberaal weekblad.

Name - institute

Koninklijke Muziekschool Den Haag

Scalden, De (° 1889 - ✝ 1914)

Antwerpse kunstenaarsvereniging.

Taalverbond, Het (° 1887 - ✝ –, 1900)

Liberale vereniging.

Toonkunstenaars-verseniging

Vereniging van Noord- en Zuidnederlandse componisten. Werd in 1875 te Utrecht opgericht met het doel de eigen composities door verzorgde en frequente uitvoeringen meer bekendheid te geven en de opbrengsten daarvan te doen toekomen aan de toonkunstenaars zelf. Stichters waren G.A.Heinze, R.Hol, W.Stumpff, W.G.Nicolaï en H.A.Meyroos. P.Benoit was zeer enthousiast voor deze vereniging, die de Noord-Zuid integratie op muzikaal gebied bijzonder in de hand werkte. Het was ook in het kader van de Toonkunstenaars-Vereeniging dat W.F.G.Nicolaï in het Noorden de bekendmaking van Benoits werk stimuleerde.

Index terms

Name - institute

AMVC Letterenhuis
Koninklijke Muziekschool Den Haag
Museum Plantin-Moretus
Scalden, De
Société de Musique d'Anvers
Taalverbond
Toonkunstenaars-Vereeniging

Name - person

Baccaert, Herman
Benoit, Peter
Bom, Emmanuel de
Cosyn, August Jozef
Eekhoud, Georges
Fredericq, Paul
Heinze, Gustav Adolph
Hol, Richard
Jong, J. de
Kes, Willem
Mont, Pol de
Moortgat, Antoon
Nicolaï, Willem F.G.
Rooses, Max
Schneider, L.
Stumpf, W.

Name - place

Amsterdam
Antwerpen
Brussel
Den Haag
Gent

Name - publisher

Hoste, Ad.
Kersouwken, 't
Kistenmaeckers, H.
Monnon, Veuve
Os-De Wolf, Van

Title - article

Acht dagen in Holland
Benoit en de Vlaamsche muzikale beweging
Broederbond tusschen de toonkunstenaars van Noord en Zuid, Een
Hulde aan Nicolaï
In Den Haag
Jubelfeest van W.F.G. Nicolaï
Jubileum van Maestro W.F.G. Nicolaï te 's Gravenhage, Het
Jubileum van W.F.G. Nicolaï, Het
Nicolaï te Antwerpen
Ommekeer in onze volkszeden, Een
W.F.G. Nicolaï

Title - book

Die excellente cronike van de ghesellighe tsamenkomste van de Taelverbonders wt Antwerpen in den jaere MDCCCXC
La nouvelle Carthage. La Bourse. Le Carnaval. Cartoucheries
Peter Benoit. Een kampioen der nationale gedachte
Scalden, De
Schets eener geschiedenis der Vlaamsche beweging

Title - event

Banket Taalverbond Antwerpen 1890

Title - journal

Caecilia
Gemeenteblad van Antwerpen
Koophandel van Antwerpen, De
Toekomst, De
Vlaamsche Kunstbode, De
Vlaamsche School, De
Volksbelang, Het

Title - lecture

Teug aan d'oukens en een slokkie aan de jongeren, Een

Title - music

Bonifacius
Lucifer
Oorlog, De
Rijn, De
Rubenscantate
Schelde, De
Waereld in, De

Title - poem

Lied van den Vlaming, Het