Annotations

[*] Tokayerwijn: wijn uit de Tokajstreek (in oostelijk Hongarije).
[*] 'La réciproque (terug-)geven': een wederdienst bewijzen.
[1] Allebei uit H. Heines Buch der Lieder; zie H. Heine, Werke II (Wien, Leipzig, Prag, Verlag von S. Bensinger, 1885-1888)93; 106. De allusie slaat op het tweede en tweeëntwintigste gedicht van de gedichtencyclus Die Heimkehr (1823–1824). In het tweede gedicht, bekend onder de benaming Die Lorelei, kan men o.a. lezen:
"Sie kämmt es mit goldenem Kamme,
Und singt ein Lied dabei,
Das hat eine wundersame,
Gewaltige Melodei"

In gedicht nr. tweeëntwintig van dezelfde cyclus staat o.m.:
"Die Jungfrau schläft in der Kammer,
Der Mond schaut zitternd hinein;
Da draussen singt es und klingt es
Wie Walzermelodein."

Dat De Bom deze gedichten reeds lang kende, blijkt uit zijn Aanteekeningen van november 1887 (bezit AMVC), laatste bladzijde.
[2] In De Koophandel van Antwerpen(2 en 3 november 1890) vindt men een artikeltje terug over C. Montald: uit de beschrijving in deze krant van diens schilderij De maatschappelijke verlossing zou men inderdaad de indruk kunnen opdoen van, zoals De Bom het noemt, een "beenhouwerij"; het woord zelf wordt er nochtans niet in vernoemd. Zie nog over Montald: Het volksbelang(8 nov. 1890 en 24 januari 1891).
[*] 'Kwintig': vol kuren, grillen. 'Kwintig' vinden we niet terug in het Idioticon van het Antwerpsch dialect (Gent, A. Siffer, 1906) van P.J. Cornelissen en J.B. Vervliet. Het staat wel in de vierde druk (1898) van Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandsche taal. Over Ch. Mertens en H. Luyten schreef De Bom later nog menig artikel. Zie Van Tichelen (De Bom) p. 89; 95; 146; 202; 205; 208; 214.
[3] Frans Gittens, Parisina. Treurspel in vier bedrijven, Gent, J. Vuylsteke, 1887. Het stuk, dat ook in 1887 geschreven was, was vergezeld van enkele muzikale schetsen van Edward Keurvels. Gittens behandelde in Parisina een deel van de oude Griekse geschiedenis: in zijn opdracht aan J. van Beers in bovenvermelde uitgave zegt Gittens dat dichters van Aischylos tot Byron hem de stof leverden voor dit drama. Byron zou de inspiratie voor zijn gelijknamig gedicht dat door N. Beets in het Nederlands vertaald werd, geput hebben uit de kroniek van A. Frizi: zie P. de Mont 'IV.-Parisina', in: Losse schetsen, dl.III (Hasselt, Winand Klock, 1890), 285-291.
Het stuk werd voor het toneeljaar 1890–1891 op het programma van de lyrische drama's geplaatst en de muzikale partijen werden door Edw. Keurvels over heel het stuk sterk uitgebreid. In deze vernieuwde vorm werd Parisina. Lyrisch drama in vier bedrijven in de Nederlandsche Schouwburg op 29 december 1890 opgevoerd; verder nog op 5, 12 en 19 januari 1891. Zie respectievelijk De Koophandel van Antwerpen van 28–29 december 1890; 1–2 januari 1891; 9 januari 1891; 15 januari 1891. Zie nog Max Rooses, 'De tooneelstukken van Frans Gittens' in De Vlaamsche School nr. IV (1891), 12–13 en Zorsi (= Joris de Bom), 'Lyrische drama's. Parisina' in Ons tooneel, I nr. 17 (4 jan.1891).
Deze laatste besprak Gittens' Parisina positief, alhoewel hij meende dat de muziek, door "een half dozijn nieuw aangebrachte melodrama's", té veel aandacht opeiste, dit ten nadele van het "gesproken woord".
[4] Het 'comité de rédaction' van L'art moderne bestond uit O. Maus, E. Picard en E. Verhaeren; dat Henry Van de Velde waarschijnlijk géén redactielid was, blijkt o.a. uit J. Joosten 'Henry van de Velde en Nederland 1892–1902. De Belgische Art Nouveau en de Nederlandse Nieuwe Kunst' in Cahiers Henry van de Velde nr.12–13 (1974) 6–46, waarin tamelijk uitvoerig gehandeld wordt over de betekenis van L'art moderne. Van de Velde schreef wel artikels in L'art moderne, wat o.m. blijkt uit E. de Boms recensie in De Vlaamsche School nr. V (1892), p. 10, over de 25ste tentoonstelling van Als Ik Kan, en hij was ook verbonden aan de groep van de XX(de 'Vingtisten'). Het was de schilder A.J. Heymans, die de aandacht vestigde op Van de Velde en in 1886 aan Octave Maus, de bezieler van de 'Groupe des XX', een brief schreef waarin hij meldde een jong schilder te hebben leren kennen met veel kunstaanleg. Zijn aansluiting bij de neo–impressionistische beweging doet Van de Velde het vertrouwen winnen van de XX, zodanig dat hem op 12 november 1888 zijn benoeming bij de XX door Maus meegedeeld wordt. Hij wordt tegelijkertijd gekozen met Georges Lemmen en Auguste Rodin. Van de Velde stelt dan de eerste keer tentoon bij de XX in 1889, en dit met zes schilderijen. Het was, zoals Robert L. Delevoy zegt, "zijn echte intrede in de wereld (de wereld van de kunst), de belofte van levende relaties, het perspectief zich eindelijk te kunnen affirmeren". Zie Robert L. Delevoy, 'Van de Velde voor Van de Velde. 1882-1892. Tien jaar schilderkunst', in Henry van de Velde 1863–1957 (catalogus n.a.v. de overzichtstentoonstelling ter herdenking van de honderdste geboortedag van professor Henry van de Velde, Rijksmuseum Kröller–Müller, Otterlo, 21 maart – 24 mei 1964), p. 19-27.
[5] Het is moeilijk nu nog uit te maken wie deze redacteur kan geweest zijn: op L'Escaut zelf worden geen redacteuren vernoemd; ook H. de Borger, Bijdrage tot de geschiedenis van de Antwerpse pers. Repertorium 1794–1914 (Leuven, Ed. Nauwelaerts — Parijs, Béatrice–Nauwelaerts, 1968) geeft geen uitsluitsel. De recensie in L'Escaut (30 dec. 1890) van de vertoning van Gittens, Parisina, getiteld 'Théâtre néerlandais. Parisina' werd ondertekend met de initialen J.H.
[6] Waarschijnlijk worden G. Eekhoud en H. van de Velde bedoeld, twee rasechte Antwerpenaren die verbonden waren aan het tijdschrift L'art moderne dat, in tegenstelling tot La jeune Belgique, een kunst van 'eigen aard' propageerde: "Voir le milieu belge, penser en Belge". La jeune Belgique drong, al is de benaming van het tijdschrift wel misleidend, aan op navolging van de Franse Parnassiens, en, in het geval van I. Gilkin, op het inspiratie zoeken bij de 'décadents'. Over het al of niet propageren van een eigen Belgische kunst ontstond trouwens een fikse rel. Zie Gustave Charlier en Joseph Hanse, Histoire illustrée des lettres françaises de Belgique, Brussel, La Renaissance du Livre, 1958), 343-346. E. Picard, de verdediger van 'l'âme belge', wordt hier blijkbaar niet bedoeld, vermits hij slechts terloops vermeld wordt. Door zijn uitspraak "Jammer dat ze dat zijn" plaatst De Bom zich blijkbaar aan de kant van de Jeune Belgique–adepten.
[7] E. de Bom, De pessimist. Een akt, Antwerpen, J.–E.Buschmann, 1891, 32 blz., onder pseudoniem Van Mane.
[8] De Bom bedoelt de vergadering van 26 december 1890 (en dus niet donderdag 25 december 1890). Zie het Maandblad van het Taalverbond, I, nr. 8 (4 februari 1891), p. 77. Zie ook brief 116 (1890) noot 1.
[10] Van deze plannen kwam blijkbaar nooit iets in huis.
[11] Nooit verschenen. In De Boms Aanteekeningen X van mei 1890 (bezit AMVC), p. 83–84 vindt men wel enige "Ansätze" tot deze komedie.
[12] Richard Eilenberg, Le moulin de la forêt noire. Idylle (Brussel, Aug. Cranz en Londen, Cranz en Co., s.d). Het stuk was zeer populair en werd vaak gespeeld bij prijsuitdelingen.
[13] Joris de Bom, Keur van zangen voor de school en het leven, Antwerpen, G. Faes, 1890.
[14] De toenmalige burgerwacht, waarbij ook De Bom dienst deed. Zie ook brief 28 (1890) noot 2.
[16] Zie het Maandblad van het Taalverbond, I, nr. 8, (4 febr. 1891), p. 78 en I, nr. 9 (22 maart 1891), p. 85. De inschrijvingsprijs voor dit banket (De Bom noemt het "een gezellig feestmaal") bedroeg 3,50 fr.
[17] Reeds in De Boms Aanteekeningen IX van januari 1890 (bezit AMVC, p. 93) vindt men het plan tot De twee doctoren. Academische hanzerij in schuifkens. Het stuk zelf verscheen nooit, maar werd voorgelezen op het banket van het Taalverbond op 31 januari 1891 door Vermeylen en De Bom. In het Gedenkboek August Vermeylen schrijft De Bom hierover: "Ik had u anders willen vertellen van dat heuglijk banket van het Taalverbond te Antwerpen in Januari 1891, waar Vermeylen en ik, als Kees Droes en als Dr. Kwabbes optraden met een Academische Hanzerij in één schuifken en één prologe, uytghebeldt ende ghespeldt door "Dr. van Mane en Dr.Diets: het heette "De twee Doctoren". De knuppelverzen waren op één nacht door mij gebaard, Vermeylen had voor zijn deel een grandioze parodie, getiteld Symphonisch Monodrama, (ik hoop, hij bezit het nog?) dat hij met verbijsterende droog–komieke verve voordroeg; mijn broer Joris improviseerde de begeleiding aan de piano. Peter Benoit, die met de Geyter en Rooses, Gittens, Rosseels en natuurlijk met Pol de Mont (die pret had!) onder de tafelgasten was, heeft op zeker oogenblik, zoetjes berispend, zijn wijsvinger naar ons opgeheven ... Wij meenden 't waarachtig niet zoo kwaad. Die wijsvinger van Benoit echter, ik zie hem nog ..... Cet âge est sans pitié, niet–waar?". Zie E. de Bom, 'De jonge Vermeylen', in Gedenkboek A. Vermeylen (1932), p. 31.

Register

Naam - persoon

Beers Sr., Jan Van (° Antwerpen, 1821-02-22 - ✝ Antwerpen, 1888-11-14)

Schrijver.

Vader van Jan van Beers Jr.

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Bom, Georgius Franciscus De (gen. Joris) (° Antwerpen, 1866-06-03 - ✝ Antwerpen, 1926-11-10)

Broer van Emmanuel. Onderwijzer, componist en dirigent.

Gehuwd met Louisa Theresia Joris op 11/08/1892.

Bom, Guilielmus Josephus De (gen. Willem) (° Antwerpen, 1862-01-22 - ✝ Mortsel, 1938-02-22)

Onderwijzer en dichter. Broer van Emmanuel en Joris. Was actief in het Algemeen Nederlands Verbond. Publiceerde voornamelijk vaderlandse gedichten (waarvan er ettelijke werden getoonzet door L. Mortelmans, J. de Bom, J. de Klerk en K. Gras) en natuurlyriek in o.m. Vlaamsch leven, De week, Carolus en Ons woord. Bracht het beste hieruit samen in een dichtbundeltje Doorheen een leven (1932). Gehuwd met Eleonora Gogo.

Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)

Kunsthistoricus en militant anarchist.

Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.

In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.

In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.

Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.

Eekhoud, Georges (° Antwerpen, 1854-05-27 - ✝ Schaarbeek, 1927-05-29)

Journalist en schrijver.

Eilenberg, Richard (° Merseburg, 1848 - ✝ Berlijn, 1925)

Componist.

Geyter, Julius De (° Lede, 1830-05-25 - ✝ Antwerpen, 1905-02-18)

Letterkundige en politicus.

Gilkin, Iwan (° Brussel, 1858-01-07 - ✝ Brussel, 1924-09-28)

Schrijver.

Gittens, Frans (° Antwerpen, 1842-12-17 - ✝ Antwerpen, 1911-06-26)

Toneelschrijver, bibliothecaris en politicus.

Heymans, Adriaan Jozef (° Antwerpen, 1839-06-11 - ✝ Schaarbeek, 1921-12-17)

Natuurschilder.

Keurvels, Edward (° Antwerpen, 1853-03-08 - ✝ Hoogboom, 1916-02-29)

Musicus.

Lamoriniere, Frans (° Antwerpen, 1828-04-28 - ✝ Antwerpen, 1911-01-03)

Landschapsschilder en graveur.

Laroche, Hubert (ook La Roche) (° Antwerpen, 1864-07-21 - ✝ Antwerpen, 1928-12-16)

Acteur.

Lemmen, Georges (° Schaarbeek, 1865-12-26 - ✝ Ukkel, 1916-06-05)

Schilder.

Luyten, Hendrik (° Roermond, 1859-05-21 - ✝ Antwerpen, 1945-01-22)

Schilder.

Maus, Octave (° Brussel, 1856 - ✝ Lausanne, 1916)

Advokaat en kunstkenner.

Richtte in 1881 met een aantal andere kunstenaars L'art moderne op, in 1884 de Cercle des XX en in 1894 La libre esthétique. Was een enthousiast verdediger van Wagner, Franck en Debussy.

Mertens, Charles (° Antwerpen, 1865-04-04 - ✝ Calverley (Engeland), 1919-02-20)

Schilder van genrestukken, landschappen, zeegezichten en portretten.

Mont, Maria Polydoor Karel De (gen. Pol) (° Wambeek, 1857-04-15 - ✝ Berlijn, 1931-06-29)

Schrijver, kunsthistoricus en journalist.

Montald, Constant (° Gent, 1862-12-04 - ✝ Brussel, 1944-03-05)

Schilder en decorateur.

Picard, Edmond (° Brussel, 1836-12-15 - ✝ Dave-sur-Meuse (Namen), 1924-02-19)

Jurist en schrijver.

Rooses, Max (° Antwerpen, 1839-02-10 - ✝ Antwerpen, 1914-07-15)

Kunsthistoricus en criticus.

Vader van Rosa Rooses.

Rosseels, Emmanuel (° Antwerpen, 1818-07-11 - ✝ Antwerpen, 1904-12-02)

Schrijver en effektenmakelaar.

Velde, Henry Clemens Van De (° Antwerpen, 1863-04-02 - ✝ Zürich, 1957-10-25)

Architect, schilder, sierkunstenaar en essayist. Medeoprichter van Van Nu en Straks. In 1894 gehuwd met Maria Sèthe.

Verhaeren, Emile (° Sint-Amands, 1855-05-21 - ✝ Rouen, 1916-11-27)

Dichter.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Titel - krant/tijdschrift

Art Moderne, L' (° 1881 - ✝ 1914)

Brussels artistiek weekblad.

Werd, zoals ook La jeune Belgique, bij Wwe Monnom gedrukt. Opgericht door de advocaat Edmond Picard, die toen werd beschouwd als de geestelijke leider van de Brusselse progressieve jongeren. Samen met Octave Maus, de bezieler van de kunstenaarskring Les XX (1884 - 1893), verdedigde hij in l'Art moderne o.m. het impressionisme en het wagnerisme. Het tijdschrift kan in zekere zin beschouwd worden als een voorbode van Van Nu en Straks: vooral Picards uitspraak dat kunst filosofische gedachte, synthese en leven is, wijst in die richting. Medewerkers waren o.a. C.Lemonnier, E.Verhaeren (die ook in de redactie zat), G. Eekhoud, E. De Molder (later schoonzoon van Fél.Rops) en H. van de Velde.

Escaut, L'. Organe Du Commerce D'anvers (° 1863 - ✝ 1904)

Antwerps informatie- en opinieblad.

Was eerst Meetinggezind en liberaal, later katholiek en conservatief. Had begrip voor de Vlaamse grieven. Stichters waren o.a. Baron Osy en E.Gressin-Dumoulin; hoofdredacteurs E.Gressin-Dumoulin en A.Nure.t. De taak van L'Escaut werd verdergezet door Le courrier du soir (1904 - 1914).

Jeune Belgique, La (° 1881 - ✝ 1897)

Literair tijdschrift.

Koophandel Van Antwerpen, De. Dagblad Voor Politiek, Nijverheid, Kunst En Landbouw Van Antwerpen (° 1863 - ✝ 1897)

'Dagblad voor Politiek, Nijverheid, Kunst en Landbouw van Antwerpen'. Doctrinair-liberaal dagblad.

Maandblad Van Het Taalverbond (° 1890 - ✝ 1895)

Op voorstel van H. Langerock (secretaris van de Brusselse groep) werd het Jaarboek van het Taalverbond vervangen door een maandelijks bulletin, waarin gedetailleerd verslag werd uitgebracht over de vergaderingen die in de diverse groepen werden belegd. De administratie berustte bij Fr. van Cuyck. In tegenstelling tot de Jaarboeken bevatten de Maandbladen geen literair gedeelte meer. In plaats daarvan gaf het Taalverbond jaarlijks minstens één werk van een van zijn leden in eigen beheer uit (b.v. Uit het leven door L. Smits en Volksgeneeskunde in Vlaanderen door A. de Cock).

Ons Tooneel (° 1890 - ✝ 1891)

Antwerps weekblad onder redactie van L. Krinkels (hoofdopsteller), E. de Bom en A. Vermeylen. Bracht informatie over de toestand van het toneel in binnen- en buitenland. Naast de drie redacteurs leverden verder nog bijdragen: J. de Bom (onder pseudoniem Zors), J.T. Grein, Panurge (pseudoniem van A. Vermeylen?) en enkele onbekenden (misschien, de redacteurs zelf) die schreven onder de pseudoniemen Ariestark, R. Cavalier, Diecsar Sandor. Van het tijdschrift verschenen zeventien nummers.

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.

Volksbelang, Het (° 1867 - °)

Vlaams liberaal weekblad.

Naam - instituut/vereniging

Als Ik Kan (° 1883 - ✝ 1950)

Antwerpse kunstkring.

Werd opgericht door een aantal jonge kunstenaars, die via groepstentoonstellingen hun werk een ruimere bekendheid wilden geven. Stichters waren F. Hanno, P. de Wit, F. Adriaenssen, Ch. Bolland, L. Brunin, E. Chappel, J. Rosier, H. Rul en H. van de Velde. Onder het voorzitterschap (vanaf 1 januari 1890) van H.Luyten, die ook het grote groepsportret Een zitting van de kunstkring Als ik kan 1885 schilderde, traden nog enkele talentrijke jongeren toe (onder wie K. Mertens, R. Baseleer, E. Larock en V. Hageman). De manifestaties van de kring werden o.m. door VS, het leidinggevende kunsttijdschrift uit die tijd, met welgemeende belangstelling gevolgd. Rond de eeuwwisseling echter verloor de groep zijn élan en verschoof naar de achtergrond van het artistieke leven, om rond 1950 te verdwijnen.

Nederlandsche Schouwburg Van Antwerpen (° 1853 - °)

Taalverbond, Het (° 1887 - ✝ –, 1900)

Liberale vereniging.

Vingt, Les (° 1884 - ✝ 1894)

Brusselse avant-gardistische kunstkring.