In het verslag van de zitting van de Antwerpse groep van het
Taalverbond van 9 april 1891 wordt voor een der eerstvolgende 'spreekbeurten' een stuk (
De waarheid) van
Emmanuel de Bom aangekondigd. Zie
Maandblad van het Taalverbond, II, nr. 3 (10 mei 1891), p. 23. Van enig handschrift of enige publicatie werd echter geen spoor teruggevonden. In
Aanteekeningen XI, april 1891 (bezit AMVC) wordt
De waarheid hier en daar vermeld, o.m. op blz. 79 en 125. Hieruit blijkt dat
De Bom met zijn 'comédie' 50 fr. hoopte te verdienen en dat hij het stuk in
De nieuwe gids wilde laten publiceren.
Zie ook brief 99.