Dat Leo Simons Mz. van de Brusselse flaminganten wel een en ander te duchten had, blijkt o.m. uit de heftige aanval die een paar maanden later tegen hem gericht werd in De flamingant, en waarin zijn houding tegenover de Vlamingen n.a.v. het 21ste Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres fel werd gelaakt. Zie Alfred de Smet, 'Een Hollander die de flaminganten versmaadt. Open brief aan de heer L.Simons Mz.', in: De flamingant, III, nr. 49 (zondag 6 dec. 1891). Simons was echter wat dat betrof bij Vermeylen zeker in goede handen, zoals blijkt uit de pittige anekdote, die Simons n.a.v. een later bezoek aan Vermeylen verhaalde: "En ik herinner me een ontmoeting in Brussel, toen Vermeylen, nog altijd studentikoos, vervuld was van den practical joke op den heer Alfred de Smet, die mij in 1891 had aangevallen in een vlugschrift, en dien hij in een café in benauwdheid had gebracht, door een ander (ik meen Hegenscheidt) voor mij te doen doorgaan !—" Zie Leo Simons Mz., 'Vermeylen-gedenkboek', in: Gedenkboek A. Vermeylen (1932), p. 117.
Toon volledige brief