Emmanuel de Bom, 'De XXVe tentoonstelling van "Als ik kan"', in: De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 1-13. Zie ook
brief 196, noot 2. Toen
De Bom het concept hiervoor optekende in zijn notitieboekje, voorzag hij een eerste artikel dat handelde over
Hendrik Luyten,
Evert Larock en
Charles Mertens, en een tweede waarin hij spreken zou over
Henry van de Velde,
Francis Nijs,
Emile Verbrugge,
Richard Baseleer,
Victor Hageman e.a. Tenslotte zou hij uitweiden over concerten, voordrachten, o.a. van
Pol de Mont en
Louis Delmer. Zie
Emmanuel de Bom, Nota's XII, november 1891 (bezit AMVC), p. 38. De geciteerde publicatie in
De Vlaamsche School bestond uit drie delen. In deel I besprak
De Bom Evert Larock,
Hendrik Luyten en
Charles Mertens. In deel II behandelde hij
Henry van de Velde,
Francis Nijs,
Henri Rul,
Emile Verbrugge,
Rosa Leigh,
Evert Pieters,
Victor Hageman,
Gerard van der Heyden, Jef de Pooter en
Richard Baseleer. Deel III bevatte slotbeschouwingen i.v.m.
Louis Delmers kritiek op de Antwerpse kunstpolitiek (zie
brief 204) en een pleidooi voor kunst verheven boven alle conventie.