Annotations

[1] Niet teruggevonden.
[3] Dit gedicht zal van titel veranderen. Zie brief 74 (noot 3) en brief 75 (noot 2). Het verscheen als 'Rust' in De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 68, onder het pseudoniem Bergh De Leeuw.
[4] Voor de tekst van dit gedicht, zie brief 3, tweede bijlage.
[5] Zie brief 3 (eerste bijlage).
[6] 'Het waren twee koningskinderen...'
[7] Is niet verschenen in De Vlaamsche School.
[8] Verscheen onder pseudoniem Bergh De Leeuw in De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 67. Voor het gebruiken van een pseudoniem, zie verder in deze brief.
[9] Zie [3].
[10] Verscheen eveneens onder pseudoniem Bergh De Leeuw in De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 68-69.
[11] Mevrouw Josine Mees, de latere echtgenote van Leo Simons. Zie ook brief 49.
[12] Droomleven ging in Rotterdam in première op 4 december 1891 bij Le Gras en Haspels. Zie B. Hunninger, Toneel en werkelijkheid (Rotterdam, W.L. & J. Brusse (1947), p. 65. Zie ook M. Horn, 'Het Tooneel te Rotterdam. Droomleven - Deborah', in: De Portefeuille, XIII, 37 (12 dec. 1891), p. 1082-1083: "Tot mijn leedwezen was het mij nog niet mogelijk eene vertooning van het nieuwe oorspronkelijke stuk "Droomleven", geschreven door dezelfde dame, aan wie wij ook "Voor het diner" hebben te danken, bij te wonen". Er werd slechts een gedeelte van het toneelwerk van Josine Simons-Mees uitgegeven. In J.A. Simons-Mees, Voor het Diner. Voorstukje in één bedrijf, Tooneelbibliotheek, o.l.v. Leo Simons (Amsterdam, Maatschappij voor goede en goedkope lectuur [1910], p. 5, staan in de inleiding volgende opmerkingen: "De eerste opvoering [[van Voor het Diner]] ging door in de Grooten Schouwburg te Rotterdam, die onder het bestuur stond van Le Gras en Haspels, in de winter 1889-90. Het behoort met Droomleven, waarmee het gelijktijdig gespeeld werd, tot de eerste dramatische proeven van de schrijfster. Voor het Diner werd achteraf niet meer gespeeld tot in 1904. Het is nu voor het eerst, in deze reeks verschenen." (Deze informatie is niet volledig juist. Het stuk werd zeker nog opgevoerd in november 1892. Zie de Oprechte Haarlemsche Courant, 280 (28 nov. 1892, p. 2.)
In J.A. Simons-Mees, Twee Levenskringen. Een stuk in drie bedrijven. Winter. Een Schets, in Nederlandsche Bibliotheek o.l.v. Leo Simons en Nico van Suchtelen (Amsterdam, Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur, 1927, p. 5), worden in het Voorbericht enkele jeugdwerken vermeld (met jaar en aantal bedrijven) die nooit verschenen: Een Crisis (1889, 4 bedrijven), Droomleven (rond 1890, 3 bedrijven), Opleving (1891, verscheen in 'Woord en Beeld', 1896, 1), Toewijding (1898, verscheen in 'Leven en Werken' januari 1919, 5), Twee Geslachten (1900, verscheen in 'Nederland', 1901, onder pseudoniem Dr S.E.A. Kosters, 3). Zelfs na lang aandringen was Josine Simons-Mees niet bereid om Droomleven te laten uitgeven. Het stuk werd in het Engels vertaald door A. Teixeira de Mattos en opgevoerd in Londen in het Comedy Theatre op 2 juni 1893 door de groep Independent Theatre van J.T. Grein, onder de titel Leida van Josine Holland. Zie N. Schoenderwoerd, J.T.Grein, ambassador of the theatre 1862-1935. A study in Anglo-continental theatrical relations (Assen, Van Gorcum & Comp. N.V. en Dr. H.J. Prakke & H.M.G. Prakke (1963), p. 115) en Zie ook B. Hunningher, Toneel en werkelijkheid, p 67. Over Droomleven, zie ook brief 49 (noot 6).
[13] Leo Simons, 'Vereenigde Rotterdamsche Tooneelisten. "Droomleven", tooneelspel in 3 bedrijven door mevrouw Hanna', in: Oprechte Haarlemsche Courant, 288 (08 dec. 1891), p. 2. Zie ook brief 49 (noot 6).
[14] De tekst van Droomleven verscheen noch geheel, noch gedeeltelijk in De Vlaamsche School. Er werd evenmin een recensie van Simons gepubliceerd. De Vlaamsche School nam slechts tweemaal in zijn 'Kroniek' een bericht op over de opvoering van het stuk, resp. op p. 36 en op p. 53.
[15] Verscheen niet in De Vlaamsche School.
[16] Richard Wagner, Der Fliegende Holländer, in: Gesammelte Schriften und Dichtungen (Leipzig, E.W. Fritzsch, I (1871), p. 321-363.
[17] De Bom, 'XXVe Tentoonstelling Als Ik Kan', in: De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 1-13.
[18] Henrik Ibsen, Nora, vertaald uit het Noordsch door Henrica, voorrede door Dr. S.J. Warren (Amsterdam, A. Rossing, 1887).
[19] Henrik Ibsen, Een vijand des volks, vertaald uit het Noorsch door Ida Donker, ('s-Gravenhage, A. Rossing, 1883). In de handschriften van De Bom werd ook een vertaling teruggevonden van Ibsens En Folkefiende. Die vertaling werd echter nooit uitgegeven. Ze was gedateerd 24 september 91. Dat deze vertaling wel bekend was, blijkt uit een passage in De Zweep van 3 jan. 1892 (p. 3), waarin een zekere Tong er een allusie op maakt.
[20] Henrik Ibsen, Ein Volksfeind (Leipzig, W. Lange [1883]).
[21] Van Gengangere verschijnt pas veel later een Nederlandse vertaling. De eerste vermelding van Spoken in is in het verzamelwerk Dramatische Werken. Vertaald naar de oorspronkelijke Noorsche uitgave door J. Clant van der Mijlt-Piepers (Amsterdam, Meulenhoff en Co, 1906-1908).
[22] Vermoedelijk de aflevering van 16 januari 1892, waarin Emmanuel de Bom onder initialen E.d.B. het verslag schreef: 'Een Zomernachtsdroom. Voordracht van Pol de Mont', p. 2.
[23] Hoogstwaarschijnlijk bedoelt Simons het nummer 3 van de 26ste jaargang van Het Volksbelang, gedateerd 16 januari 1892. Daarin stond een artikel (p. 1-2) 'Leo Simons' Gids-artikel en de Flandre libérale'. Het gaat hoofdzakelijk om een commentaar over de reacties van La Flandre libérale op het artikel van Simons.
[24] Simons bedoelt de tweede aflevering van het tweede semester van de eerste jaargang uit de vierde reeks (1891-92), het nummer van december 1891. Zie verder [26].
[25] Ofwel de uitgave in Ibsens Gesammelte Werke (1881-1888) vertaald door W. Lange, ofwel de vertaling van M.v. Borch, uitgegeven in 1890 in de Nordische Bibliothek, XIV.
[26] Het gaat om: Cyriel Buysse, De Pokken, in: Nederlandsch Museum, 4de r., I, (XVIIste jrg, XXXIVste dl. van de verz.), 2 (december 1891), p. 95-106.
[27] Vermeylen voelde zich ziek. Zie brief 24.

Register

Naam - persoon

Berckenhoff, Hermanus Leonardus (° Purmerend, 1850-04-28 - ✝ Den Haag, 1918-05-02)

Journalist.

Was van 1886 tot aan zijn dood Amsterdams correspondent bij de Nieuwe Rotterdamsche Courant, waarbij hij zich bijzonder op handels- en scheepvaartbelangen toelegde. Gold gedurende die jaren als de meest vooraanstaande tolk van het leven in de hoofdstad. Daarvóór schreef hij, onder de naam Champrosé (naar een bekende Franse raisonneursrol), stukjes in het door hem en Jan C. de Vos opgerichte tijdschrift De Lantaarn (dat spoedig overkop ging). Hij verraadde daarin sterke invloed van de blijspelen van A. Dumas (fils) en Victorien Sardon. Het waren die causerieën waarmee hij het vertrouwen van de toenmalige NRC-hoofdredacteur (Lamping) won.

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Buysse, Cyrillus Gustave Emile (° Nevele, 1859-09-20 - ✝ Afsnee, 1932-07-25)

Schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks.

Gehuwd met de Nederlandse Nelly Dyserinck op 01/10/1896.

Grein, Jacob Thomas (° Amsterdam, 1862-10-11 - ✝ Londen, 1935-06-22)

Theaterleider.

Mees, Josine Adriana (° Rotterdam, 1863-06-26 - ✝ Den Haag, 1948-03-11)

Toneelschrijfster.

Huwde in 1894 met Leo Simons.

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Swarth, (stéphanie) Hélène (° Amsterdam, 1359-10-25 - ✝ Velp, 1941-06-20)

Schrijfster.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Titel - krant/tijdschrift

Flandre Liberale, La (° 1874 - ✝ 1914 - ✝ ;, 1918 - ✝ –, 1974)

Gents dagblad.

Gesticht door de gebroeders Callier, van wie er één ook hoofdredacteur was. Bestond van 1874 tot 1914 en van 1910 tot 1974. Was een liberaal strijd- en informatieblad, dat het anticlericalisme als eerste programmapunt vooropzette, en een zeer hoog cultureel peil bereikte. Gaf vanaf 7 januari 1900 een bijzonder gewaardeerd Supplément Littéraire uit. Onder de medewerkers op het einde van de 19de - begin 20ste eeuw noteerden we Rosalie Loveling, Edm.Evenepoel (die de muzikale en artistieke bijdragen verzorgde), E.Waxweiler, Arthur Buysse, Paul Bergmans, Henri Pirenne.

Koophandel Van Antwerpen, De. Dagblad Voor Politiek, Nijverheid, Kunst En Landbouw Van Antwerpen (° 1863 - ✝ 1897)

'Dagblad voor Politiek, Nijverheid, Kunst en Landbouw van Antwerpen'. Doctrinair-liberaal dagblad.

Nederlandsch Museum (° 1874 - ✝ 1894)

Gents liberaal tijdschrift.

Oprechte Haarlemsche Courant, De (° 1847 - ✝ 1941)

Nederlands dagblad met zeer oude traditie. Werd in 1656 gesticht door Abraham Casteleyn als Weeckelijke Courante van Europa. Werd twee jaar later Haarlemsche Courant, waaraan in 1664 het woord Opregte werd toegevoegd. Pas vanaf de 19de eeuw (1847) verscheen het als dagblad. Omstreeks 1890 behoorde het tot de meest gelezen kranten van Nederland, grotendeels omwille van de rubriek familieadvertenties, wat de krant ook de naam "dameskrant" opleverde. Smolt in 1941 samen met Haarlems dagblad onder de naam Haarlemsche courant.

Portefeuille, De (° 1879 - ✝ 1894)

Letterkundig weekblad dat tot 1880 in Arnhem verscheen, en nadien in Amsterdam. In 1894 droeg het als ondertitel Weekblad voor tooneel en letteren; stond toen onder de redactie van T.H. de Beer.

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.

Volksbelang, Het (° 1867 - °)

Vlaams liberaal weekblad.

Zweep, De (° 1869 - ✝ 1958)

Strijdend liberaal weekblad.

Naam - instituut/vereniging

Independent Theatre (° 1891 - ✝ –, 1897)

Londense toneelgroep.

Gesticht door Jacob Th.Grein in navolging van het Parijse Théâtre-Libre d'Antoine en de Berlijnse Freie Bühne van Brahm, Harden en Schlenter. Werd financieel gesteund door een aantal sympathisanten onder wie de auteurs Th.Hardy, G.Meredith en G.Moore. Stelde zich tot doel stukken te brengen die tegen de toenmalige conventie indruisten. Begon met een geruchtmakende voorstelling van Ibsens Spoken (Ghosts) in de vertaling van W.Archer. Vond een verdediger in de toneelcriticus G.B.Shaw, die als eerste ook bereid was voor de groep toneelstukken te schrijven (o.m. Widower's Houses). Speelde tot 1897. Had intussen echter de baan vrijgemaakt voor de twee jaar later opgerichte Londense Stage Society.