Antwerpen, 25 Januari 1892
Aan het College van
Burgemeester en Schepenen.
Achtbare Heeren,
Met dezen heb ik de eer U toelating te vragen bij tijd en gelegenheid de tijdschriften der Stadsbibliotheek te mogen ontleenen. Deze gunst werd mij tot heden, in mijn hoedanigheid van beambte der
Volksbibliotheek,
[1] volgens de bestaande gebruiken, niet geweigerd.
De heer Bibliothecaris, die daartoe wel zeker geheime, mij onbekende redenen moet hebben, heeft mij dit, door een zijner beambten, doen meêdeelen.
[2]
Tot staving mijner vraag alleen dit: dat ik, met m'n pretentie ernstig aan literatuur te doen, uit de kennismaking met de verschijnende tijdschriften, zeer nuttigen aandrang tot werken krijg, en vooral diensten kan bewijzen aan het U niet onbekende Antwerpsche kunstblad
De Vlaamsche School.
[3]
Ofschoon de bladen in quaestie soms maanden lang elders berusten dan waar ze voor 't publiek toegankelijk zijn, en men voor een weekblad van November op 't einde van Januari soms nog vergeefs navraag doet, geloof ik toch er dàn nog gebruik te kunnen van maken, voor 't hoogergemelde doel.
Op zeer groote inachtneming en gewetensvol zorg-dragen voor 't mij toevertrouwde hoef ik nauwelijks aan te dringen.
Ik dank U, achtbare Heeren, voor de verhoopte officiëele
[2]
bestempeling van een gebruik, dat thans om mijnentwille en om raadselachtige oorzaken schijnt te moeten afgeschaft worden.
Met verplichten eerbied
Uw onderdanige dienaar
Emm[anuel] de Bom
Olijftakstraat 10.
Ik onderwerp mij, vermits U 't goed vindt, aan Uw wijs oordeel. Maar is er dan toch geen mogelijkheid, den bestaanden toestand, die voor 't publiek onhoudbaar is, door een serieus onderzoek te doen eindigen?
[6]
Steeds uw verkleefde en dankbare
Emm[anuel]de Bom
Antw[erpen] 28 Jan[uari] 1892
aan het College van
Burg[emeester] en Schepenen.
[7]
achtbare Heeren,
Met dezen heb ik de eer U toelating te vragen om bij tijd en gelegenheid de tijdschriften der Stadsbibliotheek te mogen ontleenen — wel te verstaan, voor zooverre zij beschikbaar zijn. Deze gunst werd tot heden altijd, door een gevestigd gebruik, "als stilzwijgende conditie" aan de beambten der beide bibliotheken toegestaan.
[8]
Met verschuldigden eerbied
Emm[anuel] de Bom
beambte der
Volksbibliotheek.