BRUXELLES 5
16 FEVR 1892 9-S
ANVERS
16 FEVR 1892 11-S
den heere Emmanuel de Bom
olijftakstraat, 10
Antwerpen
olijftakstraat, 10
Antwerpen
Houwe!
— Ik vind je — podorrie! — pyramidaal! Zend me dít per omgaande, en dát per express (!), en uw artikel zoo spoedig mogelijk, en dan nog een heele boel dingen vóór het einde van deze week!!.. Eens en vooral gezegd: ik kan niet werken als ge achter mij loopt om mij aan te hitsen. Ik beloof u dat ge het artikel Meunier[1] — 't is geschreven — zult ontvangen binnen de 8 dagen, en al de rest vóór 1 Maart,[2] maar om Godswille spreek er mij niet meer van en laat mij rustig werken. Ge weet dat ik nog wat anders te doen heb dan artikels te schrijven. — Noodlot[3] zal morgen vroeg in Mechelen zijn. — De portretten Meunier kan ik per express niet opsturen, voor twee redens: 1°) ik heb geen centen meer om expressen te betalen. 2°) ik heb datie portretten nog niet kunnen vinden. Men heeft me gezegd dat er éen verschenen is in Le Globe illustré,[4] ik zal morgen de collectie doorbladeren op de Bibliotheek. Wie kent er in Antwerpen Meun[ier] zoon?[5] Die zou dat kunnen weten. — Ik zal trachten croquis[6] te bekomen voor art[ikel] XX. — Ik schrijf over Z[uster] Bertha niet;[7]; wilt ge ook over Extaze[8] schrijven?
GUST
Het portret van den Globe illustré is gemaakt door Meunier zoon. Tichon zal het mij morgen geven. Er is ook een portret verschenen in Caprice-Revue[9]. Dat bestaat niet meer, maar hebt ge dat op de Bibliotheek niet?
Annotations
[3] Louis Couperus, 'Noodlot', in: De Gids, 4de r., VIII, 4de dl. (oktober 1890), p. 1-66 en (november 1890), p. 177-234. Het einde tekst is gedateerd op Mei 1890. Verscheen in boekvorm bij Uitgevers-Maatschappij Elsevier (Amsterdam, 1891).
[4] In Le Globe Illustré, III, 1 (02 oktober 1887), p. 3 verscheen een pentekening van Constantin Meunier door zijn zoon Karl. De portretten in Caprice Revue en De Vlaamsche School zijn kooltekeningen. Zie brief 1ter, noot 2.
[5] Karl Meunier.
[6] Dit 'croquis' is het 'Portret van Mej.S., Oorspronkelijke teekening van Theo van Rijsselberghe.'. Op de tekening schreef Van Rysselberghe: 'Croquis p[ou]r le noviciat de M[ad]e[moise]lle Sys fév[rier] 91 V[an Rysselberghe]'. Opgenomen in De Vlaamsche School, nr.V (1892), p. 73 bij het artikel van Vermeylen over de XX.
[7] Arnold Aletrino, Zuster Bertha (Amsterdam, W. Versluys, 1891).
