Annotations

[1] Deze tentoonstelling die in Masters in Art. Whistler, deel 96, 8 (1907)28 werd aangeduid als 'Nocturnes, Marines, and Chevalet Pieces', vond onder deze benaming plaats in de Goupil Gallery in Londen, maart-april 1892. Al de schilderijen die Whistler tot dan toe gemaakt had, werden hier tentoongesteld. De tentoonstelling betekende meteen de doorbraak van Whistler in Engeland, waar de kunstcritici zich voorheen praktisch unaniem tegen hem gekeerd hadden. Zie ook [4]. Whistler noemde het hele gebeuren in de Goupil Gallery zijn "heroic kick in Bond Street". Zie E.R. and J. Pennel, The life of James Mc Neill Whistler (London, William Heinemann, 1911), p. 297-300.
[2] Om welk portret het hier gaat is niet achterhaald.
[3] 'Portrait of Cicely Henrietta, Miss Alexander', in de jaren 1870 geschilderd en afgebeeld op p. [479] als plaat VIII in Masters in Art Whistler en beschreven op p. [500]. Zie ook E.R. en J. Pennell, The Life of James Mc Neill Whistler, p. 120-121, waar dit portret 'Harmony in Grey and Green' werd genoemd. Het portret van Miss Alexander bevindt zich thans in de Tate Gallery te Londen. Zie The New Encyclopaedia Britannica in 30 Volumes; Macropaedia, Volume 19 (Chicago-London, 1978), 15, p. 815.
[4] In deze catalogus had Whistler onder de titel van elk schilderij de bijpassende verdicten van de Engelse critici geplaatst. De negatieve kritiek over 'Arrangement in Grey and Black. Portrait of the Painter's Mother', het laatste (nr. 44), werd gevolgd door de mededeling uit de Chronique des Beaux Arts: "Au musée du Luxembourg, vient d'être placée, de M. Whistler, le splendide portrait de Mme Whistler mère, une oeuvre destinée à l'éternité des admirations, une oeuvre sur laquelle la consécration des siècles semble avoir mis la patine d'un Rembrandt, d'un Titien ou d'un Velasquez." Onder het boven genoemde uittreksel uit de Chronique des Beaux Arts werd onder het woord 'Moral' een uittreksel uit Illustrated London News geplaatst: 'Modern Britisch (!) art will now be represented in the National Gallery of the Luxembourg by one of the finest paintings due to the brush of an English (!) artist, namely, Mr. Whisthler's portrait of his mother'. De catalogus kende in totaal vijf uitgaven en werd opnieuw afgedrukt in de latere uitgave van J. Mc. Neill Whistler, The Gentle Art of Making Enemies (London-Edinburgh, 1903, p. 293-331 onder de titel 'Nocturnes, Marines and Chevalet Pieces. A catalogue. Small collection kindly lent their owners', met als ondertitel 'The voice of a people'. Zie E.R. and J. Pennel, The life of James Mc Neill Whistler (London, William Heinemann, 1911), p. 299-300.
[5] 'Arrangement in Grey and Black. Portrait of the artist's mother' werd als plaat VI op p. [475] gereproduceerd in Masters in Art. Whistler, en beschreven op p. [498-499]. Het portret van zijn moeder was het eerste van een reeks portretten die Whistler rond 1870 schilderde, en die stuk voor stuk meesterwerken zouden worden. Dit portret werd tentoongesteld in The Royal Academy in Londen in 1872. Toen hij het in 1883 tentoonstelde in het Salon de Paris, ontving hij de medaille derde klas; in 1889 volgde het kruis van het Franse legioen. Het portret werd in 1891 aangekocht door het Musée de Luxembourg in Parijs, en bevindt zich thans in het Louvre. Zie Masters in Art. Whistler [485-491], p. 23-29. Zie ook E.R. and J. Pennel, The life of James Mc Neill Whistler (London, William Heinemann, 1911), p. 117-119 en The New Encyclopaedia Britannica in 30 Volumes; Macropaedia, Volume 19 (Chicago-London, 1978), 15, p. 814-815.
[6] In 1859 zond Whistler 'At the piano' naar het Salon de Paris, waar het werd geweigerd. Een jaar nadien werd het tentoongesteld in London in de Royal Academy. In dit schilderij verenigde hij reeds de basiselementen die hij tot perfectie bracht in zijn portretten van de jaren zeventig. Zijn portretten van onmiddellijk na 1859 getuigen van minder harmonie, maar in 1863 zond hij een in 1861 vervaardigd portret, 'The white girl', dat hij later 'Symphony in White, Number one' noemde, naar het Salon de Paris. Ook dat werd geweigerd, maar kende om zijn originaliteit een enorm succes in Le Salon des refusés, waardoor Whistler definitief als meester in de portretkunst erkend werd. Zijn schilderijen na 1863 vertonen een sterke invloed van de Japanse schilders die hij aanvankelijk nogal letterlijk overnam. Geleidelijk groeide hij tot de condensatie van het essentiële uit de Japanse kunst: de gevoeligheid voor kleur en lijn. In de jaren zeventig bereikte Whistlers kunst haar hoogtepunt met een drietal portretten, door al de latere critici als zijn meesterwerken beschouwd; 'Portrait of Miss Alexander' (zie [3]), 'Portrait of His Mother' (zie [5]) en 'Portrait of Thomas Carlyle'. Algemeen werd aangenomen dat Whistler het meest gerealiseerd heeft en als schilder een hoogtepunt bereikte in de portretkunst. Zie T.R.Way en G.R. Dennis, 'The Art of James A.Mc Neill Whistler', in: Masters in Art. Whistler, [494-495]32-33. Zie ook het artikel over hem in dezelfde publicatie, 96 (p. 200-1907) [485-491] 23-29. Zie ook E.R. and J. Pennel, The life of James Mc Neill Whistler (London, William Heinemann, 1911), p. 52 e.v.
[7] 'Nocturne in Blue and Gold. Old Battersea Brigde' is gereproduceerd in E.R. and J. Pennel, The life of James Mc Neill Whistler (London, William Heinemann, 1911), p.236. Het bevindt zich in de National Gallery of British Art, Tate Gallery in Londen. Dit werk zou ongeveer tussen 1872 en 1875 ontstaan zijn. Zie The New Encyclopaedia Britannica in 30 Volumes; Macropaedia, Volume 19 (Chicago-London, 1978), 15.
[8] 'Portrait of Thomas Carlyle. Arrangement in Grey and Black. No.11' is gereproduceerd in E.R. and J. Pennel, The life of James Mc Neill Whistler (London, William Heinemann, 1911), p. 161, en bevindt zich in Glasgow Museum and Art Gallery. Whistler zou het in 1873 geschilderd hebben. Het wordt besproken in Masters in Art. Whistler, [499], p. 37.
[9] Hoewel invloeden van Rembrandt, de Japanse schilderkunst, Velasquez en Antoon van Dyck in Whistlers werk onderkend worden, is de kritiek het erover eens dat Whistler een hoogtepunt bereikte ver boven alle afhankelijkheid. Zie 'The Art of James A.Mc.Neill Whistler' in Masters in Art. Whistler [491-496], p. 29-34 en 'Whistler, James Mc.Neill' in de The New Encyclopaedia Britannica, deel 19, p. 814-815.
[10] 11 april 1892.
[11] Malvina Schepers. Over Deutmanns affiniteit voor haar schreef De Bom: 'Frans Deutmann, die een gevoelig landschapschilder was, ernstig en smoorlijk verliefd op juffrouw Malvina, met de rozenlipjes en met de verlangende ogen, zwemmend als pralines in roomwit, zat gewoonlijk in discreet stilzwijgen naast zijn liefde in een hoekje (...)' Zie de bij brief 10 in noot 4 vermelde artikels van De Bom.
[12] Deutmann bedoelt Clara Gaesch.
[13] Emmanuel de Bom, 'Onmachtig', in: De Nederlandsche Spectator, 35 (29 aug. 1891), p. 278-281.
[14] Dit is heel waarschijnlijk de schilder J. Hubert Vos, die van 1885 tot 1892 in Engeland werkte, en een der medeoprichters was van de Londense Society of Portrait Painters in 1892. Toen hij samen met de Engelse schilder F. Tucker in oktober 1891 in Edam exposeerde, schreef De Portefeuille enigszins sarcastisch over de verhouding van Vos tot de Engelse aristocratie, bij wie hij zeer gezien was en voor wie hij talrijke soirées gaf in zijn salons. Zie De portefeuille, XIII, 27 (3 okt. 1891), p. 979 en 28 (10 okt. 1891), p. 990.
[15] In De Vlaamsche School verscheen noch in 1892, noch in 1893 iets van Deutmann.
[16] August Vermeylen, 'Constantin Meunier', in: De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 39-43.
[17] Waarschijnlijk is De Bom in het begin van april 1892 op nr. 28 van de Olijftakstraat gaan wonen. Vermeylen die De Bom op 26 maart 1892 schreef, stuurde zijn brief nog naar nr. 10 van de Olijftakstraat, waar De Bom nog inwoonde bij zijn vader. Op welk nr. de brief van Deutmann geadresseerd was, is niet teruggevonden, wel een brief van Leo Simons aan De Bom van 14 april 1892, die aan hem geadresseerd was op Olijftakstraat nr. 28. (brief 82). Zie ook brief 96, noot 2bis.
[18] Twee naast elkaar gelegen panden in de Olijftakstraat, nl. nr. 22 en nr. 24, werden gebruikt als gymnastiekzalen. Zie E. Ratinck Frères, Livre d'adresses de la ville et de la province d'Anvers (Antwerpen, 1892).
[19] Waarschijnlijk allemaal synoniemen van de Hofstraat i.v.m. het artiestencafé dat De Bom omschreef als 'het gezelligste caféetje onder de toren' in Emmanuel de Bom, 'Arthur Briët', in: De Vlaamsche School, nr. (1892), p. 182.

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Deutmann, Frans (° Zwolle, 1867-03-27 - ✝ Blaricum, 1915-07-18)

Schilder van portretten, figuurstukken en boereninterieurs. Broer van Herman Deutmann. Was vier jaar lang leerling van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen (onder K.Verlat). Genoot zijn verdere opleiding in Parijs en Londen. Werkte lange tijd in Laren (Noord-Holland), waar hij zich toelegde op boereninterieurs en landelijke taferelen. Behoorde in het begin van de jaren negentig met A.Briët en E.de Bom tot een kring van bevriende kunstenaars die geregeld samenkwamen in het Café des Artistes in de Hofstraat te Antwerpen. Zie verder Th.-B.

Gaesch, Clara Joanna Maria (° Königsberg (Pruisen; thans Kalingrad, USSR), 1866-02-23 - ✝ – Antwerpen, 1895-03-14)

Cafézangeres.

Was ongehuwd en werkte tot 1891 in The Music Hall aan het Falconplein. Op het ogenblik dat ze een relatie had met Emmanuel de Bom, verwachtteze een kind, dat in 1895 een tijdlang bij De Boms zuster Jeanne werd opgenomen. Een zuster van Clara, Augusta, werkte ook als zangeres in de Statiestraat en zou in 1895 in Kopenhagen hebben verbleven. Clara's laatste adres was Dambruggestraat 85, Antwerpen.

Scheepers, Malvina (° Antwerpen, 1870-11-02 - °)

Kunstschilderes.

Uitbaatster van het schilderscafé in de Hofstraat 4 te Antwerpen. Haar vader, aannemer, was ook eigenaar van een café op de Begijnenvest. Ze huwde met de schilder Frederik Simpson Coburn (°Melbourne 18/03/1871) en werd met hem bij collegiaal besluit geschrapt uit de registers van Antwerpen op 17/06/1927, nadat bleek dat beiden zonder opgave van bestemming de stad hadden verlaten.

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Tucker, F.

? - ?

Engels schilder.

Voorlopig geen informatie.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Vos, Hubertus Josephus (° Maastricht, 1855-02-15 - ✝ New York, 1935-01-08)

Schilder.

Whistler, James Abbot Mc Neill (° Lowel (Mass.), 1834 - ✝ Chelsea (Londen), 1903)

Schilder, etser en schrijver.

Titel - krant/tijdschrift

Chronique Des Beaux Arts Et De La Litterature (° 1884 - ✝ 1886)

Antwerps artistiek apolitiek weekblad.

Heette in 1884 Chronique des Beaux Arts. Verscheen elke zondag. Uitgever was Jos Maes.

Nederlandsche Spectator, De (° 1856 - ✝ 1908)

Weekblad.

Portefeuille, De (° 1879 - ✝ 1894)

Letterkundig weekblad dat tot 1880 in Arnhem verscheen, en nadien in Amsterdam. In 1894 droeg het als ondertitel Weekblad voor tooneel en letteren; stond toen onder de redactie van T.H. de Beer.

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.

Naam - instituut/vereniging

Musee Du Luxembourg

Parijs' museum ondergebracht in een gedeelte van het gebouwencomplex van de Palais du Luxembourg, met een verzameling schilderijen en beeldhouwwerken van hedendaagse meesters. De Luxembourg-galerij, bestaande uit 21 allegorische schilderijen uit het leven van Maria de Medici (door Rubens), werd naar het Louvre overgebracht.

Salon De Paris (°)

Jaarlijks officieel salon van schilderkunst in Parijs, ook Salon de Mai geheten. Als reactie ontstond het Salon des Refusés.

Salon Des Refuses

1863

Schilderstentoonstelling in Parijs.

Society Of Portrait Paintsrs

? - ?

Londense vereniging.

Voorlopig geen informatie.

Titel - artikel

Whistler, James Abbot Mc Neill (° Lowel (Mass.), 1834 - ✝ Chelsea (Londen), 1903)

Schilder, etser en schrijver.