Bedoeld wordt: de dreigende breuk tussen
Vermeylen,
De Bom en
Van de Velde (als vertegenwoordigers van de jongere generatie) enerzijds en Buschmann,
De Mont,
Rooses en
Brans (als vertegenwoordigers van de oudere generatie) anderzijds. Zie ook
brief 182.
Het is niet zeker of
De Bom Boele van Hensbroek heeft kunnen spreken voor het banket. Hij heeft hem in ieder geval niet ingelicht over de wijze waarop
Brans de jongere richting tegenwerkt, want daarover schrijft hij hem in
brief 215 van 27 november.