<Resultaat 1179 van 1419

>

Karel,
Ik stuur U hierbij een gedicht voor Vlaanderen en ter inzage een brief van dr. H[ein Jan] Boeken. Ik vind het heel schoon, echt en doorleefd. Dat komt toch wel aan 't hoofd der afl[evering] niet waar?[1] Wilt gij een woordje aan B[oeken] schrijven (adres: Hilversum)? Doe het spoedig.
— Wat dunkt U van zijn andere vraag "— 'n lezing, met honorarium?" Is er kans te Brussel in 't Rietkamerke? Of elders?[2] Denk er eens over. Wanneer is er nog een redactievergadering?
— Ik heb u in den steek moeten laten met Van Rijswijck[3] — ge kunt niet gelooven hoeveel last ik dezer dagen heb gehad. Ik ben ook weer ongerust in Nora's toestand (Pas op, in uw brieven, daar niet over te spreken). Donderdag komen Schamelhout en mijn broer ons nog eens ausculteeren,[*] ze hoest weer danig veel. Wat gaat de winter ons weer brengen!
Zijt ge al verhuisd — of wat? Zeg me uw juist adres te Ukkel?
Hebt ge gisteren de zitting in het Paleis des Académies niet bijgewoond?[4] Hartelijke groeten aan Mariette en Paul van ons beiden
Uw
Manuel[5]

Annotations

[1] Het gedicht van Hein Boeken ('Herfst-nacht') opende inderdaad het laatste nummer van Vlaanderen, jrg. 4 (december 1906), p. 533.
[2] De brief van Boeken aan De Bom is niet bewaard, maar uit het antwoord van De Bom (gedateerd 29 oktober 1906) blijkt dat Boeken hem had gevraagd of er een mogelijkheid bestond om tegen betaling in Antwerpen een lezing te komen geven. De Bom vreesde dat dat in zijn eigen thuisstad niet zou lukken, maar dat hij misschien via Van de Woestijne wel iets kon regelen in Brussel. Het Rietkamerke, een zaaltje in Brussel dat gebruikt werd om voordrachten te houden, kwam daarvoor in aanmerking.
[*] 'Ausculteren': beluisteren (met een stethoscoop). 'Mijn broer': Jef de Bom, die arts was.
[4] Op 28 oktober 1906 vond de plechtige openbare zitting van de Koninklijke Academie van België plaats. Max Rooses sprak bij die gelegenheid de aanwezigen toe.
[5] Over de betrouwbaarheid van deze transcriptie, zie de editieverantwoording van de editie van de correspondentie tussen Van de Woestijne en De Bom ('Transcriptie van andere bronnen dan originelen').

Register

Naam - persoon

Boeken, Hein Jan (° 1861 - ✝ 1933)

Nederlandse dichter. Trouwe vriend van Willem Kloos en redacteur van De Nieuwe Gids.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Bom, Franciscus Jozephus (Jef) de (° 1871 - ✝ 1936)

Jongste broer van Emmanuel. Geneesheer.

Rijswijck, Jan van (° 1853 - ✝ 1906)

Burgemeester van Antwerpen tussen november 1892 en februari 1906.

Rooses, Max (° 1839 - ✝ 1914)

Liberale flamingant. Hij was de eerste conservator van het Museum Plantin-Moretus. Als 'eerste Vlaamse kunsthistoricus' publiceerde hij enkele belangrijke werken over Plantin en Rubens.

Schamelhout, Gustaaf (° 1869 - ✝ 1944)

Arts en longspecialist. In het letterkundige genootschap De Distel was hij in contact gekomen met de (toekomstige) stichters van Van Nu en Straks. Tijdens de 'Nieuwe Reeks'- periode (1896-1901) van dat tijdschrift nam hij het secretariaat en het financiële beheer op zich.

Woestijne, Paul van de (° 1905 - ✝ 1963)

Zoon van Karel van de Woestijne, die na zijn proefschrift als specialist in middeleeuws Latijn aan de universiteit van Gent verbonden was.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.