<Resultaat 1292 van 1419

>

SCHAERBEEK 2 7 XII 1911 17-18
Den Heer en der Vrouw
de Bom
Huis ten Heuvel,
te
Calmpthout
Provincie Noord-Antwerpen.
Niet bestelen op Zondag.
CALMPTHOUT 8 XII 1911 5-6
Voorzichtig!
Lezen in "Vlaamsche Gazet" van 7. Dec[ember], 2e b[la]dz[ijde] 5e kolom, de geschiedenis van Clara.
 
Beste Nora, en beste Manuel
Ja, we stellen het goed, naar lichaam, en ziele, zeer goed zelfs, "en hopen van u het zelfde" — Beste manuel, wij hebben zeker veel in ongerustheid geleefd, als we vernamen dat er in dien leelijke darm moest gesneden worden, maar wij wisten ook wel door de la M[ontagne] dat alles in orde kwam,[1] en daar Karel ongelooflijk veel werkt, heeft hij er u niet over geschreven maar er zeker aan gedacht. Proficiat — dat nu alles vergeten is — Onze Paul kreeg van Sinter Klaas eene mooie verf doos, en is aan het schilderen dat hij er van zweet —. en Karel rookt eene kwalik riekende pijp, en leest "le soir p[ou]r demain"[2] — Ik heb daar zoo even onze vrienden Frans van Cauwelaert, en Lode Franck in de kamer ontmoet,[3] en al hebben zij er mij niets van gezegd, ben ik toch zeker dat gij er beiden veel komplimenten van hebt.
Hoe ver, is Antw[erpen], toch van Brussel dat we nooit mekaar te zien krijgen — helaas, met de plaats in 't Ministerie heeft onze Karel. zijne lessen ofte onderwijs verleden jaar moeten laten schieten,[4] en nu werkt de jongen hem half dood, om veel geld te winnen — Poullet,[5] van cauwel[aert] spraken van eene nieuwe plaats voor Januari, wij leven in hoop, en gelijk zuster Anna in Karel's blauwbaard wachten......[6]met geduld.... het moet wel. Onze Karel beziet mij, legt zijne pijp neder... en ik overhandig hem stilzwijgend de pen, die u zeggen zal......
Manuël, ik lees in den "Soir" dat het Zondag a[anstaande] 46 jaar geleden is, dat Leopold den Eerste te Brussel stierf.[7] Wat zal ik daar aan toevoegen?... Ik heb nog mijn winterrheumatiekje niet, maar heb daarom nog niet alle hoop laten varen. Daarentegen staan sedert 1 December verzen van mij in "De Gids", "Groot-Nederland" en "Elseviers".[8] Zeg mij eens hoe gij die uit "De Gids" vindt: ik geloof wel dat daar eenigen vooruitgang in te bespeuren is...
Uw stukken over tooneel-literatuur in de Rotte Courant waren water van het zuiverste pereltje.[9] Men merkt er niets in van een kwalijken darm. Van dien darm heb ik eigenlijk nooit het fijne woord gesnapt. Welk is eigenlijk het fijne woord dat ik van dien darm snappen moest? Van u-zelf heb ik niets vernomen, dan dat die darm zich gereedelijk met chloroform had laten behandelen.[10] Van Cauwelaert lichtte mij verder in, dat het u goed ging, en dat gij er voor 't oogenblik gezet uitzaagt, als een hoofd-bibliothecaris. Wat kon ik meer verlangen?...
Het schijnt dat ik binnenkort weêr in het ministerie geraak.[11] Intusschen ben ik meer dan ooit letterkundige. Het moet wel!... Ik ben sedert een jaar uit de Beplaire-school der De Bom-straat, en zal er wel buiten blijven tot die school eene De Bom-school wordt in de Belpairestraat...[12]
Voor wat het bezoek aangaat aan den Poverello:[13] ik ben zelf voor het oogenblik, en waarschijnlijk ook in de naaste toekomst, een poverello, en ik ben het te zeer om te mogen denken in Assisi mij... neer te gaan zetten Er zijn voor mij twee alternatieven: weêr in het Ministerie geraken, en niet naar Italië gaan; ofwel voor goed aan het ministerie verzaken, en mijn Franciscus te maken... Nu, Franciscus kan er wel tegen, dat ik hem niet verheerlijk...
Intusschen vind ik, met al mijn productie van den laatsten tijd, het leven heerlijk. Er is nog alleen dát: gelooven (aan wat het ook weze) en werken. Alleen is het in België een slecht klimaat. Ik ga aan Nijgh vragen om mij correspondent in Marokko te benoemen: een land waar het niet koud is, geen rheumatiek heerscht, en... waar er toch ten minste iets gebeurt!
Waarmede ik u allebeide saluweer, mitsgaders mijn dubbelen nachtegaal (die zich op dit oogenblik met furia op de edele kunst der akwarel toelegt).
Karel.

Annotations

[2] De krant Le soir had soms wel vijf verschillende edities per dag. Le soir pour demain was daar één van, en verscheen in de namiddag.
[3] Mariette van de Woestijne kwam blijkbaar wel eens in de Kamer, wellicht om haar man op te halen.
[5] Van de Woestijne bedoelt Prosper Poullet en Frans van Cauwelaert.
[6] In de volkse overlevering van het sprookje van Blauwbaard is de vrouw van de lelijke moordenaar bang dat ze zijn volgende slachtoffer zal worden. Ze vreest dat hij haar elk moment kan komen vermoor­den en smeekt haar zus Anna om op de toren uit te kijken of hun broers in de buurt zijn om hen ter hulp te komen. Van de Woestijne heeft die passage voor zijn versie van het verhaal (in Janus met het dubbele voor-hoofd) niet verwerkt. Mariette moet het personage van Anna echter zeker gekend hebben. De zin 'Zuster Anna, ziet gij al iets komen?', uit een vroegere versie van het verhaal, was erg beroemd geworden. Paul van Ostaijen nam hem later op in zijn gedicht 'De aftocht' (Bezette stad, 1921).
[7] Leopold I stierf inderdaad op 10 december 1865.
[8] In De gids verschenen zeven gedichten onder de titel 'Het gelaat des dichters' (jrg. 75, nr. 4 (december 1911), p. 373-382). Ze werden later opgenomen in De modderen man. In Groot-Nederland (jrg. 9, nr. 12, p. 668-677) verschenen fragmenten uit 'De paarden van Diomedes'. Elsevier's geïllustreerd maandschrift publiceerde in twee afleveringen gedichten uit 'De vliegende man', namelijk in nummer 11 (p. 361-364) en 12 (p. 446-452). De gedichten uit de twee laatst genoemde tijdschriften werden nadien opgenomen in Interludiën I (1912).
[9] De laatste bijdragen van De Bom in de NRC over toneel waren 'Het Nederlandsch Tooneel te Antwerpen. Op den terugweg, door Albert van Waasdijk' (3 december 1911) en 'De Rotterdammers te Antwerpen Kunstverbond. De rechte lijn, door Fabricius' (4 december).
[10] De Bom was tijdens zijn darmoperatie door Frits Sano verdoofd met chloroform. de Bom voerde de eigenlijke operatie uit. Zie brief 319, noot 1.
[11] Dat was ook zo. Nog in december 1911 kon Van de Woestijne als ambtenaar aan de slag. Hij werd benoemd als tijdelijke klerk (derde klasse) in de afdeling hoger onderwijs. Zijn salaris bedroeg 150 frank per maand.
[13] Deze passage is moeilijk op te helderen. Er is over eventuele plannen van De Bom om naar Assisi te gaan niets bekend.

Register

Naam - persoon

Belpaire, Marie Elisa(beth) (° 1853 - ✝ 1948)

Vlaamse prozaschrijfster en vertaalster die mee aan de wieg stond van het tijdschrift Dietsche Warande & Belfort. Aan de door haar gestichte modelschool voor meisjes, het Belpaire-Instituut, heeft Van de Woestijne twee jaar lesgegeven (1909-1911). Belpaire was ook betrokken bij de oprichting van de Katholieke Vlaamse Hogeschool voor Vrouwen en de Vrouwenbond Constance Teichmann.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Bom, Franciscus Jozephus (Jef) de (° 1871 - ✝ 1936)

Jongste broer van Emmanuel. Geneesheer.

Cauwelaert, Frans van (° 1880 - ✝ 1961)

Katholieke flamingant die bij de verkiezingen van 22 mei 1910 voor het eerst als volksvertegenwoordiger voor Antwerpen werd verkozen. Hij bleef die functie bekleden tot aan zijn dood. Van Cauwelaert had natuur- en geneeskunde gestudeerd, alsook thomistische wijsbegeerte. Meteen na de Eerste Wereldoorlog stichtte hij de krant De Standaard. Tussen 1921 en 1931 was hij ook burgemeester van Antwerpen.

Franciscus van Assisi (° 1182 - ✝ 1226)

Oprichter van de Orde der Minderbroeders, die leefden in armoede en eenzaamheid, en later ook van de Clarissenorde, voor vrouwelijke volgelingen. Hij werd in 1228 heilig verklaard. Van hem is bekend dat hij een groot respect had voor de natuur en zelfs 'met dieren kon praten'.

Franck, Louis (° 1868 - ✝ 1937)

Na een academisch ambt en een baan als advocaat begon hij in 1906 een bloeiende politieke carrière als liberale volksvertegenwoordiger voor Antwerpen. Franck voerde de verdediging van Emmanuel de Bom in 1895, nadat hij Nederlands had gesproken tijdens de zondagsoefeningen van de burgerwacht. Zijn vurige pleidooi leidde tot de vernederlandsing van de burgerwacht.

Leopold I (° 1790 - ✝ 1865)

De eerste koning der Belgen. Hij regeerde van 1831 tot het jaar van zijn overlijden.

Montagne, Victor dela (° 1854 - ✝ 1915)

Bibliofiel, dichter en vriend van Emmanuel de Bom, die in 1907 zijn twee dichtbundels heeft heruitgegeven. Medestichter van het Tijdschrift voor Boek- en bibliotheekwezen. Hij vervulde verscheidene functies binnen het Ministerie van Justitie, waarvan hij uiteindelijk directeur werd.

Nijgh, Henricus (° 1873 - ✝ 1948)

Directeur van de NRC vanaf oktober 1908.

Poullet, Prosper (° 1868 - ✝ 1937)

Minister van Kunsten en Wetenschappen tussen 1911 en 1918. Na de oorlog bekleedde hij nog enkele andere ministerfuncties, met als bekroning die van premier (1925-1926).

Sano, Frits (° 1871 - ✝ 1946)

Psychiater en neuroloog. Hij was een vriend van Emmanuel de Bom.

Woestijne, Paul van de (° 1905 - ✝ 1963)

Zoon van Karel van de Woestijne, die na zijn proefschrift als specialist in middeleeuws Latijn aan de universiteit van Gent verbonden was.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Titel - krant/tijdschrift