Frans Gittens, Parisina. Treurspel in vier bedrijven, Gent, J. Vuylsteke, 1887. Het stuk, dat ook in 1887 geschreven was, was vergezeld van enkele muzikale schetsen van Edward Keurvels. Gittens behandelde in Parisina een deel van de oude Griekse geschiedenis: in zijn opdracht aan J. van Beers in bovenvermelde uitgave zegt Gittens dat dichters van Aischylos tot Byron hem de stof leverden voor dit drama. Byron zou de inspiratie voor zijn gelijknamig gedicht dat door N. Beets in het Nederlands vertaald werd, geput hebben uit de kroniek van A. Frizi: zie P. de Mont 'IV.-Parisina', in: Losse schetsen, dl.III (Hasselt, Winand Klock, 1890), 285-291.
Het stuk werd voor het toneeljaar 1890–1891 op het programma van de lyrische drama's geplaatst en de muzikale partijen werden door Edw. Keurvels over heel het stuk sterk uitgebreid. In deze vernieuwde vorm werd Parisina. Lyrisch drama in vier bedrijven in de Nederlandsche Schouwburg op 29 december 1890 opgevoerd; verder nog op 5, 12 en 19 januari 1891. Zie respectievelijk De Koophandel van Antwerpen van 28–29 december 1890; 1–2 januari 1891; 9 januari 1891; 15 januari 1891. Zie nog Max Rooses, 'De tooneelstukken van Frans Gittens' in De Vlaamsche School nr. IV (1891), 12–13 en Zorsi (= Joris de Bom), 'Lyrische drama's. Parisina' in Ons tooneel, I nr. 17 (4 jan.1891).
Deze laatste besprak Gittens' Parisina positief, alhoewel hij meende dat de muziek, door "een half dozijn nieuw aangebrachte melodrama's", té veel aandacht opeiste, dit ten nadele van het "gesproken woord".
Toon volledige brief