[3] Kloos maakte een allusie op
Buysses nakende vertrek naar Amerika in mei 1891. Over
Buysses Amerikareizen, zie verder
brief 96, noot 1.
[12] Het mag wel enigszins verwondering wekken, dat de 'hartstochtmens' Willem Kloos, die de zinnevreugde bezong in het gedicht
'Evoë' (in: De nieuwe gids, IV, dl. II (1889), p. 92, waarin hij o.m. schreef:
"Ik ga mijn leven in orgieën door" en aan wiens "schaamteloos" uitgesproken levensdrift Albert Verwey aanstoot nam,
Het recht van den sterkste om
"sexsueele dingen" afwees. Zie
K.H. de Raaf, Willem Kloos, de mensch, de dichter, de kriticus (Velsen, Schuyt, 1934), p. 58-59.
Zie ook brief 99.
[5] In 1893 publiceerde Kloos een klein hoofdstuk uit
Het recht van den sterkste onder de titel
'Trouwpartij' in De nieuwe gids, VIII, dl.II (1892-1893), p. 219-225. Op p. 219 hiervan werd in een voetnoot vermeld, dat dit een hoofdstuk was uit een roman die eerlang verschijnen zou bij
W. Versluys te Amsterdam, tevens uitgever-administrateur van
De nieuwe gids.
[6] Kloos wilde deze belofte wel houden, maar toen hij op 23 juli 1891
Buysse op de hoogte stelde van zijn contacten met
W. Versluys, had
Buysse zelf al heel wat pogingen tot uitgave ondernomen. Zo had hij wellicht na 1 mei reeds onderhandelingen aangeknoopt met
H. Roelants uit Schiedam, die beloofde in de loop van de maand juni de roman te drukken (
zie brief 99). Vermits dit plan blijkbaar niet doorging, nam
Buysse begin juli contact op met A. Hoste te Gent (zie
brief 109,
114 en
123). Dat leidde evenmin tot onmiddellijk succes;
zie brief 123. In deze brief vroeg hij aan
Emmanuel de Bom zelfs of hij geen uitgever in Antwerpen wist. Ook daarvan is niets terecht gekomen, want begin augustus moest
Buysse weer naar Amerika vertrekken.
Zie brief 136. Vermoedelijk heeft
Buysse na zijn derde reis Kloos opnieuw over de uitgave aangesproken, want in 1893 zag de roman uiteindelijk het licht bij
W. Versluys. Wanneer
Buysse bijgevolg in december 1893 aan
Alfons de Cock schrijft, dat hij zijn roman drie jaar had laten liggen zonder hem te willen uitgeven, is dat op zijn minst bevreemdend te noemen. Zie de brief van
Buysse aan
De Cock van 9 dec. 1893 (AMVC, B 995/B, 13394/671.
[7] Een brief van
Buysse aan Kloos met dit adres werd niet teruggevonden. Het adres luidde C/O Haesaert-Buysse, Sussex-street, 35, Jersey City, New York. Zie de brieven van
Buysse aan
De Bom van 15 en 19 dec. 1893 (AMVC, B 995/B, 63061/18 en 63061/19.