Waarom schrijft ge me niet, Mane? Gij hebt toch geen exaam! Ik ben erg boos op u.
Ik heb met Leo zoetjes afgebroken, omdat ik op tijd gezien heb dat mijn idylle in een "collage" ging veranderen. Zij is nu in Luik. Ik heb haar een laatste woordje geschreven, om den toestand uit te leggen, en sedert eenige dagen antwoord ik niet meer op haar brieven. Ik ben géen onmachtige. Ik zal haar, geloof ik, niet meer zien.
Dat belet me niet als een kalf te huilen bij 't herlezen van zekere bladzijden uit "Sapho". Ach, waart ge hier, hoe zouden we, arme dompelaars, elkander wel verstaan!
Ik zou u wat vertellen! uren lang. Op éen maand (9 Mei - 6 Juni) heb ik meer beleefd dan anderen op éen jaar.
Ik heb nog veel gedacht over liefde, kunst, optimisme & pessimisme, enz. Ik zal u dat allemaal uitleggen ('t zijn geen paradoxen, hoor!). Ach, waart ge hier (ik heb dat al gezegd, geloof ik) en had ik vóór mij dat verdoemd examen niet!
Ik blok!!!!! .....
Ik denk aan dat exaam als een zieke aan den dag dat de heelmeester hem een pond vleesch van 't lijf zal snijden. Ik hoop dat mijn persoon op de plaagbank zal komen rond den donderdag 9 Juli. 's Avonds, groot dîner bij Jacques: ik zal een stuk in m'n klooten hebben. Ge komt Vrijdag 's namiddags naar Brussel, en ge blijft tot maandag 's morgens (ge zult wel éen dag verlof krijgen, hein?) We praten, gij leest me wat van uw volledige werken, Jacques steekt ons misschien een heelen bundel door 't lichaam! Alle avonden zijn we zat en smerig. Ik geef een feest in mijn
[2]
"salons" (Crespelstraat) en we zuipen daar Champagne tot 's morgens (we zullen misschien met 6 zijn, en daarbij 6 vrouwen, natuurlijk. In alle hoeken zal er gepoept worden!)
Maar...... (er is een maar!)
... Kan ik níet bekomen m'n diploma,
Dan vallen in 't water al die drooma!
Dan vallen in 't water al die drooma!
Schrijf. Heb u lief.
Gust
Hoe is't met Clara?
Annotations
[1] Zoals Vermeylen het hier schrijft, bedoelt hij A. Daudets, Sapho. Moeurs parisiennes (Parijs, G. Charpentier, 1884). Ook Franz Grillparzer schreef een Sappho (andere schrijfwijze!) in 1817, die in 1890 vertaald werd door J.L. Haller en verscheen te Antwerpen bij L. dela Montagne. In 'Onmachtig', De Nederlandsche spectator [geen jg.], nr. 35 (29 aug. 1891), p. 278-281 schreef De Bom over zijn hoofdpersonage: "Hij had de moderne Fransche romanlitteratuur gedeeltelijk leeren kennen, had Flaubert, Goncourt, Zola, Bourges en Daudet in hun hoofdwerken gelezen, van de laatste vooral Sapho met ontroering medegeleefd .../...."