Wellicht de Oprechte Haarlemsche courant van 31 augustus en van 3 sept. 1891, waarin in de rubriek 'kunsten en letteren' twee artikelen verschenen, ondertekend met de initialen L.S. en getiteld 'Na het Congres!I' en 'Na het Congres!II'. In 'Na het Congres!I' werd de motie van Simons op het Gentse congres verdedigd om voortaan alle onderwerpen die geen verband houden met het gemeenschappelijk belang van beide volkeren, Vlamingen en Nederlanders, van de agenda te schrappen. Zo hekelde de schrijver o.m. de behandeling van de kwestie van het Frans in de lagere scholen op dit congres, en stelde hij het feit aan de kaak dat de Frans-Belgische literatuur enkel gekend scheen door de jongere Vlaamse letterkundigen. In 'Na het Congres !II' werd het eenzijdige van de Vlaamse beweging aangetoond en werd het taalkundig congres te Gent tegen de achtergrond van het internationaal socialistisch congres, dat terzelfdertijd te Brussel plaatsvond en waar dringende maatschappelijke problemen behandeld werden, omschreven als een zandschrijverij in de storm.
Show entire letter