Annotations

[1] Het is niet duidelijk of Simons conferenties bedoelt die hij moest geven, dan wel bijwonen om er verslag over te geven in de Oprechte Haarlemsche Courant of in andere bladen. Er werd daarover niets teruggevonden.
[2] Zoals uit het vervolg van de brief blijkt, werd Simons bedankt voor zijn diensten bij het Zondagsblad van het Nieuwsblad voor Nederland. Welke nieuwe krant of tijdschrift hij precies met zijn sollicitatie op het oog had, is niet duidelijk.
[3] Verscheen in afleveringen in 1893, in folioformaat (Koninklijke Bibliotheek Brussel II / 64530 — in folio afdeling kostbare werken). De titelpagina, rijk versierd, draagt als tekst: ". Joost . van . den . . Vondel. // Gijsbreght . van . Aemstel // D'ondergang . van . syn . stad . en . // syn . ballingschap treurspel. // Urbs // antiqua // ruit // Uitgave . van . de . erven . F. Bohn . Haarlem 1893. // De rest van de tekst in 2 kolonnen: Met . inleiding . van . Leo Simons. // Tooneel - decoratie - ontwerpen. // van . H[endrik Petrus] Berlage. // Muziek . van . Bern[ard] Zweers. // Boek . versieringen . van .// A[ntonius Johannes] Derkinderen. // In het exemplaar van de KB Brussel werd de inleiding achteraan ingebonden. Deze is achteraf heruitgegeven in: Leo Simons, Studies over Vondel's "Gijsbreght" en over "Nationaal leven" 1891-1902 (Haarlem, De Erven F. Bohn, 1902). Zie ook E. Braches, Het boek als Nieuwe Kunst, 1892-1903; een studie in Art Nouveau (Utrecht, Oosthoek, 1973), p. 179-193 en 306-312.
[4] In De Amsterdammer; weekblad voor Nederland, verschenen twee artikels van J.H. Rössing, getiteld 'Leeskunst' 774 (24 april 1892), p. 3 en 775 (1 mei 1892), p.3. In het eerste artikel wordt een schets gegeven van het ontstaan, het doel en de structuur van de vereniging. In het tweede artikel heeft Rössing het o.a. over twee feestavonden, ingericht om de leden van de verschillende clubs met elkaar te laten kennis maken. De eerste feestavond vond plaats op 5 april 1891. Voor de tweede avond werd geen preciese datum gegeven: 'Beter mochten de pogingen der leiders slagen om de afgelopen maand in de kleine zaal van het concertgebouw een tweeden feestavond te organiseeren.' Op basis van Simons' brief echter — hij spreekt over aanstaande zondag — kan de datum op 13 maart 1892 worden bepaald. Er stond die avond veel op het programma: '(...) — door een hartelijk woord van Bouberg Wilson geopend — (...). De dames Nancy de Roener zong, Juffer Spoor droeg voor, W[outer] Hutscheruyter speelde piano en begeleidde, de heer G.G.L. Ruys reciteerde'.
[5] Het nieuwe toneelstuk in 3 bedrijven van Willem Gerard van Nouhuys, Het goudvischje, werd te Rotterdam op 5 maart 1892 gespeeld in de Tivolischouwburg door het 'Rotterdamsch Gezelschap de Vos en van Korlaar'. Zie de bespreking van J.N. van Hall, 'Dramatisch Overzicht', in: De Gids, 4de r., X, 2de deel (1892), p. 189-203. De tekst van het toneelstuk is opgenomen in De Gids, 4de r., X, 2de deel (1892) 300-382). Het stuk zal ook door hetzelfde gezelschap opgevoerd worden in Amsterdam in het Grand-Theater op 16 maart. Zie De Portefeuille, XIII (12 maart 1892), p. 1253.
[6] Onder initialen L.S. schreef Simons in de Oprechte Haarlemsche Courant van 1892 driemaal over Het Goudvischje van Nouhuys: een stukje (zonder titel) over de première (7 maart 1892) in de Tivolischouwburg in Amsterdam (08 maart), p. 3; een uitgebreider bijdrage 'Tivoli-gezelschap te Rotterdam. "Een Goudvischje" van W.G.v.Nouhuys', waarin hij ook vergelijkingen maakt met Shakespeare, Ibsen, en Tolstoï (12 maart), p. 5-6 (in het bijblad) en nog een korter stuk 'Het Goudvischje', dat handelt over de opvoeringen in Amsterdam en Rotterdam (19 maart), p. 2.
[7] De voordrachten over 'Waarneming en Phantasie' door prof. Spruyt en prof. A. Pierson werden gehouden in de Aula van de Universiteit van Amsterdam ten bate van de 'Universiteits-Vereeniging'. De eerste lezing vond plaats op 24 februari 1892 (zie De Amsterdammer; Dagblad voor Nederland, 2996 (28-29 febr. 1892), p. 6) Het was de bedoeling dat Leo Simons deze voordrachten zou bijwonen en er verslag over zou brengen in de Oprechte Haarlemsche Courant. Op de eerste lezing kon hij niet aanwezig zijn, en daarom werd het eerste verslag op verzoek van Simons uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant overgenomen. Er verscheen in de Oprechte Haarlemsche Courant zes keer een verslag over de lezingen, maar geen enkel was ondertekend. Het is niet duidelijk of deze bijdragen van hem zijn, vooral als we bedenken dat Simons zelfs korte stukken ondertekende. De verslagen over de lezingen verschenen in volgende nummers van de Oprechte Haarlemsche Courant: 49 (27 febr. 1892), p. 3; 55 (5 maart 1892), p. 2-3; 61 (12 maart 1892), p. 3; 68 (21 maart 1892), p. 5; 73 (26 maart 1892), p. 2-3 en 80 (4 april 1892), p. 2.
[8] Zie Leo Simons, 'Rembrandt in een Circus. Den heer Oscar Carré te Amsterdam', in: Oprechte Haarlemsche Courant, 33 (9 febr. 1892), p. 3), gedateerd: Amsterdam, 7 Februari. Deze open brief stond onder hoofding: 'Rembrandt in een circus (Eene hartverheffende correspondentie in de Oprechte Haarlemmer)' ook in De Amsterdammer; Weekblad voor Nederland, 764 (14 febr. 1892), p. 7. De slotzin van de brief van Simons luidde: 'Laat in uw circus zooveel kunsten maken als ge wilt, doch van onze Kunst, daar moet ge afblijven.'
[9] Zie 'Uw dienaar en vriend Rembrandt', 'Rembrandt over Carré', in: Algemeen Handelsblad; Nieuwe Amsterdamsche Courant, LXV, 19710 (16 febr. 1892), p. 1. Deze open brief aan Leo Simons begon als volgt: 'In de Oprechte Haarlemmer hebt u het ridderlijk voor mij opgenomen tegen zekeren heer Oscar Carré, die mij en mijn staalmeesters zonder mijne voorkennis in een soort van vertooning heeft gemengd.'
[10] Niet teruggevonden.
[11] In het Zondagsblad van het Nieuwsblad voor Nederland verschenen korte, op zichzelf staande commentaren in de rubriek 'Feuilleton' op p. 1, kolonnen a t.e.m. f. Ze handelden uitsluitend over toneelzaken (opvoeringen, opleiding, genootschappen, enz.). Het exemplaar van de krant waarin het artikel over de Hollandsche Opera verscheen, werd niet teruggevonden.
[14] Simons bedoelt zijn artikel over het 21ste Taal- en Letterkundig Congres. Zie brief 2 en brief 3.
[15] Er is niets van Emmanuel de Bom over Belgische kunst verschenen in een Nederlands blad. Hij had zijn artikel via Leo Simons laten circuleren op verschillende redacties, waarvan zeker twee (de Oprechte Haarlemsche Courant en De Nederlandsche Spectator) de tekst weigerden on redenen die door Simons in deze brief worden aangehaald. Boele van Hensbroek zal het artikel aan de Bom terugzenden (zie brief 62), waardoor het ten slotte in twee afleveringen verscheen in Het Volksbelang onder de titel: 'Kunst in Zuid-Nederland'. Het eerste ging over Henri de Braekeleer, Als Ik Kan en de XIII in Antwerpen (zie Het Volksbelang, XXVI, 13 (26 maart 1892), p. 2-3, niet ondertekend. Het 'Vervolg en slot' daarop was ondertekend met 'E.d.B.' en ging over de tentoonstelling van de XX in Brussel. Zie Het Volksbelang, 14 (2 april 1892), p. 2-3. Zie ook brief 63, noot 8 en noot 9.
[16] Waarschijnlijk de lezing van prof. Spruyt. Zie [7].

Register

Naam - persoon

Berlage, Hendrik Petrus (° Amsterdam, 1856-02-21 - ✝ Den Haag, 1934-08-12)

Architect en decorateur.

Boele Van Hensbroek, Pieter Andreas Martin (° Den Haag, 1853-01-23 - ✝ Den Haag, 1912-09-26)

Boekhandelaar, uitgever en letterkundige.

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Bouberg Wilson, Sijbrand Jacobus (° Den Haag, 1848-05-15 - ✝ Den Haag, 1923-04-30)

Filoloog.

Studeerde talen en literatuur in Leiden, was leraar Nederlands te Tiel en Kampen en aan de Amsterdamse Handelsschool. Werd op 24/03/1881 directeur van de Amsterdamse Toneelschool, in opvolging van W.C. Goteling Vinnis. Richtte ook met Marcellus Emants het Haagse toneelgezelschap Utile Dulci op. Was voorzitter van Volksvoordrachten en medeoprichter van de vereniging Leeskunst. Hield o.m. lezingen in fabrieken.

Braekeleer, Henry De (° Antwerpen, 1840-06-11 - ✝ Antwerpen, 1883-07-20)

Schilder en etser.

Derkinderen, Antonius Johannes (° Den Bosch, 1859-12-20 - ✝ Amsterdam, 1925-11-02)

Beeldend kunstenaar.

Hall, Jacob Nicolaas Van

Amsterdam 15/01/1840 - Bilthoven 01/10/1918

Schrijver. Zie WP.

Hutschenruyter Jr., Wouter (° Rotterdam, 1859-08-15 - ✝ Den Haag, 1943-11-24)

Dirigent, componist en publicist.

Nouhuys, Willem Gerard Van (° Zaltbommel, 1854-07-22 - ✝ Den Haag, 1914-08-31)

Schrijver en criticus.

Pierson, Allard (° Amsterdam, 1831-04-08 - ✝ Almen, 1896-05-27)

Theoloog, kunsthistoricus en schrijver.

Roessing, johan Herman (° Amsterdam, 1847-02-16 - ✝ Haarlem ?/, 1918-08)

Journalist, toneelcriticus, -historicus, dichter en vertaler.

Verbonden aan Eet nieuws van den dag. Secretaris van de Koninklijke Vereniging Het Nederlandsen Tooneel. Een der stuwende krachten achter de herleving van het Nederlands toneel op het einde der 19de eeuw.

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Spruijt, Cornelius Bellaar (° Kockengen (Utrecht), 1842-06-05 - ✝ Hilversum, 1901-04-28)

Filosoof.

Studeerde te Utrecht en promoveerde er in de wis- en natuurkunde. Was leerkracht scheikunde en natuurlijke historie aan het Haagse gymnasium, vervolgens aan de Utrechter HBS. In 1877 hoogleraar in de faculteit wijsbegeerte en letteren van de gemeentelijke universiteit te Amsterdam. Gold als de belangrijkste vertegenwoordiger van het Nederlandse neo-kantianisme. Werken: o.a. De laatste gedaanteverwisseling van de wijsbegeerte der ervaring (1871), Proeve eener geschiedenis van de leer der aangeboren begrippen (1879), Leer der formeele logica (postuum, 1903).

Zweers, Bernard (° Amsterdam, 1854-05-18 - ✝ Amsterdam, 1924-12-09)

Componist en docent.

Titel - krant/tijdschrift

Algemeen Handelsblad (° 1828 - °)

Nederlands liberaal dagblad, na fusie in 1970 NRC-Handelsblad.

Amsterdammer, De (° 1877 - ✝ 1907)

Weekblad.

Tussen 1880 en 1907 stond het o.l.v. de predikant J. de Koo. Het was een zaterdagavondblad met vooral politieke artikelen in grote letters en het overige van de inhoud in een zeer kleine letter. De toneelverslagen werden er o.a. besproken door Frank van der Goes; de boekbesprekingen lagen nogal aan de anekdotische kant. De rubrieken letterkunde en schilderkunst werden verzorgd door R.A. Kollewijn en J. Veth. Einde 1882 werd er naast het weekblad een dagblad uitgegeven, in dezelfde vooruitstrevend-vrijzinnige geest. Dit dagblad, in de wandeling De nieuwe Amsterdammer geheten, bestond tot 1895.

Gids, De (° 1837 - °)

Cultureel en sociaal tijdschrift.

Handelsblad (van Antwerpen), Het (° 1844 - °)

Vlaams-katholiek dagblad, in 1957 opgenomen in de krantengroep De Standaard.

Nederlandsche Spectator, De (° 1856 - ✝ 1908)

Weekblad.

Nieuwe Rotterdamsche Courant (° 1844 - °)

Liberaal dagblad, na fusie in 1970 NRC-HANDELSBLAD.

Oprechte Haarlemsche Courant, De (° 1847 - ✝ 1941)

Nederlands dagblad met zeer oude traditie. Werd in 1656 gesticht door Abraham Casteleyn als Weeckelijke Courante van Europa. Werd twee jaar later Haarlemsche Courant, waaraan in 1664 het woord Opregte werd toegevoegd. Pas vanaf de 19de eeuw (1847) verscheen het als dagblad. Omstreeks 1890 behoorde het tot de meest gelezen kranten van Nederland, grotendeels omwille van de rubriek familieadvertenties, wat de krant ook de naam "dameskrant" opleverde. Smolt in 1941 samen met Haarlems dagblad onder de naam Haarlemsche courant.

Portefeuille, De (° 1879 - ✝ 1894)

Letterkundig weekblad dat tot 1880 in Arnhem verscheen, en nadien in Amsterdam. In 1894 droeg het als ondertitel Weekblad voor tooneel en letteren; stond toen onder de redactie van T.H. de Beer.

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.

Volksbelang, Het (° 1867 - °)

Vlaams liberaal weekblad.

Naam - instituut/vereniging

Als Ik Kan (° 1883 - ✝ 1950)

Antwerpse kunstkring.

Werd opgericht door een aantal jonge kunstenaars, die via groepstentoonstellingen hun werk een ruimere bekendheid wilden geven. Stichters waren F. Hanno, P. de Wit, F. Adriaenssen, Ch. Bolland, L. Brunin, E. Chappel, J. Rosier, H. Rul en H. van de Velde. Onder het voorzitterschap (vanaf 1 januari 1890) van H.Luyten, die ook het grote groepsportret Een zitting van de kunstkring Als ik kan 1885 schilderde, traden nog enkele talentrijke jongeren toe (onder wie K. Mertens, R. Baseleer, E. Larock en V. Hageman). De manifestaties van de kring werden o.m. door VS, het leidinggevende kunsttijdschrift uit die tijd, met welgemeende belangstelling gevolgd. Rond de eeuwwisseling echter verloor de groep zijn élan en verschoof naar de achtergrond van het artistieke leven, om rond 1950 te verdwijnen.

Leeskunst (amsterdam) (° 1890 - °)

Soort leesclubje, door L.Simons Mz., V.K.L. van Os en Wertheim in 1890 gesticht, met het doel, in navolging van het zogenaamde 'Toynbee-werk', aan cultuurspreiding te doen onder de minder bevoorrechte klassen. De leiders van het groepje namen daartoe elke week gedurende enkele uren een tiental personen onder hun hoede die ze bij het lezen begeleidden. L.Simons hield met dit soort activiteiten op toen hij in 1893 naar Engeland vertrok. Hoe lang de club bleef verderbestaan, werd niet achterhaald. Wel deed Simons in 1917 vanuit de Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur opnieuw een oproep tot het vormen van dergelijke leesgezelschappen.

Rotterdams Gezelschap De Vos En Van Korlaar

Schouwburg Van Lier (° Amsterdam, 1852 - °)

Tivolischouwburg (° 1868 - ✝ 1895)

Theater in de Amsterdamse Nes.

Tivolischouwburg (rotterdam) (° 1890 - ✝ 1940)

Werd in oktober 1890 geopend en betrokken door het gezelschap J.C.de Vos en W.van Korlaar, dat in navolging van het Parij se Théâtre-Libre ook in Rotterdam een vernieuwing van het toneel nastreefde. Het bracht werk van minder bekende auteurs naast dat van Ibsen, Shakespeare, Multatuli, Nouhuys, Emants, Heyermans en Couperus. Na het afscheid van J.C.de Vos als directeur van het gezelschap in 1895 werd het repertoire lichter van genre. Vanaf 1903 werden in een bijzaal ook films vertoond. Het theater bleef bestaan tot 1940, toen het tijdens het bombardement van Rotterdam vernield werd.

Treize, Les (° 1891 - °)

Antwerpse schildersvereniging, waarvan de oprichters, vreemd genoeg, met twaalf waren, nl. E. Cla.us, Th. 'Verstraete, E. Farasijn, E. de Jans, H. de Smeth, L. van Engelen, H. Luyten, F. Hens, Ch. Mertens, 1. van Aken, P. Verhaert en R. Looymans. De vereniging spiegelde zich aan de Brusselse groep Les XX, maar was duidelijk minder progressief. Naast het werk van een aantal traditionalisten, voornamelijk uit de voormalige kring Wees U Zelf, stelde de kring in zijn jaarlijkse salons ook baanbrekend werk voor, o.m. van E. Claus en Th. Verstraete. Wanneer de kring ophield te bestaan werd niet achterhaald; zeker is dat hij in 1898 nog actief was.

Vingt, Les (° 1884 - ✝ 1894)

Brusselse avant-gardistische kunstkring.

Titel - artikel

Leeskunst (amsterdam) (° 1890 - °)

Soort leesclubje, door L.Simons Mz., V.K.L. van Os en Wertheim in 1890 gesticht, met het doel, in navolging van het zogenaamde 'Toynbee-werk', aan cultuurspreiding te doen onder de minder bevoorrechte klassen. De leiders van het groepje namen daartoe elke week gedurende enkele uren een tiental personen onder hun hoede die ze bij het lezen begeleidden. L.Simons hield met dit soort activiteiten op toen hij in 1893 naar Engeland vertrok. Hoe lang de club bleef verderbestaan, werd niet achterhaald. Wel deed Simons in 1917 vanuit de Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur opnieuw een oproep tot het vormen van dergelijke leesgezelschappen.