Bouberg Wilson, Sijbrand Jacobus (° Den Haag, 1848-05-15 - ✝ Den Haag, 1923-04-30)
Filoloog.
Studeerde talen en literatuur in Leiden, was leraar Nederlands te Tiel en Kampen en aan de Amsterdamse Handelsschool. Werd op 24/03/1881 directeur van de Amsterdamse Toneelschool, in opvolging van W.C. Goteling Vinnis. Richtte ook met Marcellus Emants het Haagse toneelgezelschap Utile Dulci op. Was voorzitter van Volksvoordrachten en medeoprichter van de vereniging Leeskunst. Hield o.m. lezingen in fabrieken.
Roessing, johan Herman (° Amsterdam, 1847-02-16 - ✝ Haarlem ?/, 1918-08)
Journalist, toneelcriticus, -historicus, dichter en vertaler.
Verbonden aan Eet nieuws van den dag. Secretaris van de Koninklijke Vereniging Het Nederlandsen Tooneel. Een der stuwende krachten achter de herleving van het Nederlands toneel op het einde der 19de eeuw.
Spruijt, Cornelius Bellaar (° Kockengen (Utrecht), 1842-06-05 - ✝ Hilversum, 1901-04-28)
Filosoof.
Studeerde te Utrecht en promoveerde er in de wis- en natuurkunde. Was leerkracht scheikunde en natuurlijke historie aan het Haagse gymnasium, vervolgens aan de Utrechter HBS. In 1877 hoogleraar in de faculteit wijsbegeerte en letteren van de gemeentelijke universiteit te Amsterdam. Gold als de belangrijkste vertegenwoordiger van het Nederlandse neo-kantianisme. Werken: o.a. De laatste gedaanteverwisseling van de wijsbegeerte der ervaring (1871), Proeve eener geschiedenis van de leer der aangeboren begrippen (1879), Leer der formeele logica (postuum, 1903).
Amsterdammer, De (° 1877 - ✝ 1907)
Weekblad.
Tussen 1880 en 1907 stond het o.l.v. de predikant J. de Koo. Het was een zaterdagavondblad met vooral politieke artikelen in grote letters en het overige van de inhoud in een zeer kleine letter. De toneelverslagen werden er o.a. besproken door Frank van der Goes; de boekbesprekingen lagen nogal aan de anekdotische kant. De rubrieken letterkunde en schilderkunst werden verzorgd door R.A. Kollewijn en J. Veth. Einde 1882 werd er naast het weekblad een dagblad uitgegeven, in dezelfde vooruitstrevend-vrijzinnige geest. Dit dagblad, in de wandeling De nieuwe Amsterdammer geheten, bestond tot 1895.
Oprechte Haarlemsche Courant, De (° 1847 - ✝ 1941)
Nederlands dagblad met zeer oude traditie. Werd in 1656 gesticht door Abraham Casteleyn als Weeckelijke Courante van Europa. Werd twee jaar later Haarlemsche Courant, waaraan in 1664 het woord Opregte werd toegevoegd. Pas vanaf de 19de eeuw (1847) verscheen het als dagblad. Omstreeks 1890 behoorde het tot de meest gelezen kranten van Nederland, grotendeels omwille van de rubriek familieadvertenties, wat de krant ook de naam "dameskrant" opleverde. Smolt in 1941 samen met Haarlems dagblad onder de naam Haarlemsche courant.
Als Ik Kan (° 1883 - ✝ 1950)
Antwerpse kunstkring.
Werd opgericht door een aantal jonge kunstenaars, die via groepstentoonstellingen hun werk een ruimere bekendheid wilden geven. Stichters waren F. Hanno, P. de Wit, F. Adriaenssen, Ch. Bolland, L. Brunin, E. Chappel, J. Rosier, H. Rul en H. van de Velde. Onder het voorzitterschap (vanaf 1 januari 1890) van H.Luyten, die ook het grote groepsportret Een zitting van de kunstkring Als ik kan 1885 schilderde, traden nog enkele talentrijke jongeren toe (onder wie K. Mertens, R. Baseleer, E. Larock en V. Hageman). De manifestaties van de kring werden o.m. door VS, het leidinggevende kunsttijdschrift uit die tijd, met welgemeende belangstelling gevolgd. Rond de eeuwwisseling echter verloor de groep zijn élan en verschoof naar de achtergrond van het artistieke leven, om rond 1950 te verdwijnen.
Leeskunst (amsterdam) (° 1890 - °)
Soort leesclubje, door L.Simons Mz., V.K.L. van Os en Wertheim in 1890 gesticht, met het doel, in navolging van het zogenaamde 'Toynbee-werk', aan cultuurspreiding te doen onder de minder bevoorrechte klassen. De leiders van het groepje namen daartoe elke week gedurende enkele uren een tiental personen onder hun hoede die ze bij het lezen begeleidden. L.Simons hield met dit soort activiteiten op toen hij in 1893 naar Engeland vertrok. Hoe lang de club bleef verderbestaan, werd niet achterhaald. Wel deed Simons in 1917 vanuit de Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur opnieuw een oproep tot het vormen van dergelijke leesgezelschappen.
Tivolischouwburg (rotterdam) (° 1890 - ✝ 1940)
Werd in oktober 1890 geopend en betrokken door het gezelschap J.C.de Vos en W.van Korlaar, dat in navolging van het Parij se Théâtre-Libre ook in Rotterdam een vernieuwing van het toneel nastreefde. Het bracht werk van minder bekende auteurs naast dat van Ibsen, Shakespeare, Multatuli, Nouhuys, Emants, Heyermans en Couperus. Na het afscheid van J.C.de Vos als directeur van het gezelschap in 1895 werd het repertoire lichter van genre. Vanaf 1903 werden in een bijzaal ook films vertoond. Het theater bleef bestaan tot 1940, toen het tijdens het bombardement van Rotterdam vernield werd.
Treize, Les (° 1891 - °)
Antwerpse schildersvereniging, waarvan de oprichters, vreemd genoeg, met twaalf waren, nl. E. Cla.us, Th. 'Verstraete, E. Farasijn, E. de Jans, H. de Smeth, L. van Engelen, H. Luyten, F. Hens, Ch. Mertens, 1. van Aken, P. Verhaert en R. Looymans. De vereniging spiegelde zich aan de Brusselse groep Les XX, maar was duidelijk minder progressief. Naast het werk van een aantal traditionalisten, voornamelijk uit de voormalige kring Wees U Zelf, stelde de kring in zijn jaarlijkse salons ook baanbrekend werk voor, o.m. van E. Claus en Th. Verstraete. Wanneer de kring ophield te bestaan werd niet achterhaald; zeker is dat hij in 1898 nog actief was.
Leeskunst (amsterdam) (° 1890 - °)
Soort leesclubje, door L.Simons Mz., V.K.L. van Os en Wertheim in 1890 gesticht, met het doel, in navolging van het zogenaamde 'Toynbee-werk', aan cultuurspreiding te doen onder de minder bevoorrechte klassen. De leiders van het groepje namen daartoe elke week gedurende enkele uren een tiental personen onder hun hoede die ze bij het lezen begeleidden. L.Simons hield met dit soort activiteiten op toen hij in 1893 naar Engeland vertrok. Hoe lang de club bleef verderbestaan, werd niet achterhaald. Wel deed Simons in 1917 vanuit de Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur opnieuw een oproep tot het vormen van dergelijke leesgezelschappen.