A[msterdam] 5 Sept[ember] '92
Beste kerel
De kracht, waarmêe je m'n handen gedrukt hebt, heeft me zoó lang pijn gedaan, dat ik niet voor vandaag aan het schrijven kan komen. Ik zal nu nog even m'n schade inhalen en je allereerst verlof geven om voor de Vl[aamsche] School een artikel uit Beeldend Schrijven te trekken.[1] Ik dacht dat je niet meer meewerkte aan dit tijdschrift.[1] Je laatsten brief in de Haarl[emsche] heb ik gelezen.[2] En met plezier. De vroegere nog niet.[3] Dat komt, ik heb het furieus druk gehad, nog altijd mijn Gidsartikel,[4] dat nog niet klaar is. Drie vierde ervan heb ik alvast aan Van Hall gegeven.[4] Anders kwam ik er nooit los van. Ik ben over het geheel maar matig voldaan.
Heb je nu je honorarium al ontvangen?[5]
Dat over de bruiloftsverzen was een mop van me[6]
Annotations
[1] Over Beeldend schrijven, brief 3, noot 13. De Bom heeft niets uit deze artikelenreeks 'getrokken' voor De Vlaamsche School.
[9] Emmanuel de Bom en August Vermeylen, die getracht hadden om in de redactie van De Vlaamsche School een 'staatsgreep' uit te voeren, zijn van een kale reis thuisgekomen. Na moeilijkheden met Max Roosens (n.a.v. het artikel van Max Roosens en August Vermeylen over de XX) besloot Vermeylen zich terug te trekken. Zo ook De Bom. Daarop probeerden ze zich vast te nestelen bij Dela Montagne en zijn tijdschrift Nederlandsche Kunst- en Dichthalle aan te slaan. Dat is niet gelukt, omdat J.M. Brans stokken in de wielen kwam steken, zie o.a. brief 102, noot 2.
Rond deze tijd hadden ze dus in feite geen enkel tijdschrift waarin ze zich konden thuisvoelen. Het was dan ook hoog tijd om ernstig werk te maken van een eigen tijdschrift waarin ze zelf — als stichters — baas zouden zijn. De Bom publiceerde nog enkel een stuk over Arthur Briët in De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 181-183.
[2] Zie brief 131, noot 8. Het gaat om de bijdrage van 31 augustus 1892.
[5] Simons bedoelt het honorarium voor de bijdragen van De Bom in de Oprechte Haarlemsche Courant. De Bom zou het pas enkele dagen later ontvangen. Zie brief 140.
[7] Zaterdag 10 september.
