<Resultaat 516 van 1419

>

den [Weledele Heer] Obreen.
te
Amsterdam

Weledele Heer,[1]
Naar aanleiding van een al te kortstondig bezoek aan Noord-Nederland, meer bepaald aan Amsterdam,[2], had ik 't plan de vrijheid te nemen mij aan U voor te stellen. De Heer Max Rooses was zoo vriendelijk , mij vòor de weledelgestr[enge] Heer Obreen, bestuurder van het Rijksmuseum, een woord van aanbeveling mede te geven.[3] Verder hadden de heeren Berckenhoff en mijn vriend L. Simons Mz, van de Rott[erdamsche] en de Haarl[emsche Courant], zich hoogst beleefdelijk te mijne dienste gesteld om mij de weg te wijzen. Gehoord hebbende dat een nieuwe courant te beginnen van Januari a[anstaande] in Amsterdam zou verschijnen, had ik gewenscht mij op de rangen te stellen tot het bekomen van een betrekking als redacteur, 't zij als correspondent voor België uit Antwerpen.[4]
Op dit oogenblik bekleed ik de plaats van beambte aan de Stedelijke Bibliotheek,[5] welke mij genoegzaam vrije uren liet, tot heden, om in de mate van mijn kunnen te doen aan literatuur en ookaf en toe aan journalistiek. Ik veroorloof mij U hierbij, (buiten een opstelletje over een boek van Aletrino, in een Vl[aamsch] tijdschrift verschenen)[6] eenige artikelen te zenden, die de Haarlemsche Courant (een enkele maal ook het Nieuwsblad voor Nederland) van mij lieten verschijnen.[7] Ik mocht gaarne van U vernemen, of ik eenige kans zou hebben voor zulke betrekking in aanmerking genomen te worden. Wel heb ik mij tot heden meer op artistieke en literaire zaken (ik beging veel kunstcritiek [2] in het bekende blad van den Heer Rooses: De Vlaamsche School) dan wel op de studie der sociale en economische quaesties toegelegd, maar ik vermeen te mogen hopen, dat de somme mijner kennis ook op dit gebied, althans voor een correspondent, niet heel en al ontoereikend zal bevonden worden.
Ik zou U grootelijks verplicht zijn, indien U wel kennis zoudt willen nemen van bijg[aande] toezending en mij te willen berichten wat ik hopen mag.
Ik moet misschien a[anstaande] Zaterdag of Zondag voor een paar dagen naar Amsterdam, waar eene familiequaestie mij roept.[8] U zoudt mij zeer vereeren, door mij toe te laten van mijn aanwezigheid aldaar gebruik te maken om mij aan U voor te stellen. Hierbij voeg ik insgelijks de aanbeveling van den Heer Max Rooses.
Met hoogachting, U nogmaals dankzeggend om eenig antwoord, noem ik mij
Uw d[ienst]w[illige dienaar],
Em[manuel]deBom
Dahliastr[aat] 21.

Annotations

[1] Deze brief, waarvan we slechts de kladversie hebben teruggevonden, heeft Emmanuel de Bom geschreven op aanraden van Leo Simons. Zie brief 152, noot 2.
[2] Van 10 tot 12 september. Zie brief 141, noot 1bis.
[3] Niet teruggevonden.
[4] De Telegraaf. Op aanraden van Simons (zie brief 131) onderneemt ook De Bom pogingen om aan deze krant zijn medewerking te verlenen. Zie ook brief 164, noot 2; brief 165 en brief 171. In De Telegraaf van 1893 verschenen van hem de volgende bijdragen: Emmanuel de Bom, 'De aanstaande wereldtentoonstelling [te Antwerpen]', in: De Telegraaf, 2 juli 1893 en drie bijdragen over toneel: Emmanuel de Bom, 'In en om den Schouwburg', in: De Telegraaf, 20 en 28 september en 10 oktober 1893. Er verschenen dus geen door De Bom ondertekende bijdragen voor juli 1893.
[5] De Bom werkte op de Stedelijke Bibliotheek vanaf 28 november 1892. Hij zal op 1 januari 1898 tot eerste klerk bevorderd worden. (Zie Stadsarchief Antwerpen, Secretariaat, Hoofdboekerij, Personeel, De Bom E., nr. 4018)
[6] Emmanuel de Bom, 'Literaire Kunst. Zuster Bertha, door Aletrino', in: Nederlandsche Kunst- en Dichthalle, XV, 6de afl. (1 aug. 1892), p. 281-284.
[8] Zaterdag 24 en zondag 25 september. De aanleiding van zijn bezoek is niet teruggevonden. Misschien bestaat er een verband met brief 147 (zie daar noot 5).

Register

Naam - persoon

Aletrino, Aaron (gen. Arnold) (° Amsterdam, 1858-04-01 - ✝ Chernex (Montreux), 1916-01-16)

Criminoloog, zenuwarts en schrijver.

Berckenhoff, Hermanus Leonardus (° Purmerend, 1850-04-28 - ✝ Den Haag, 1918-05-02)

Journalist.

Was van 1886 tot aan zijn dood Amsterdams correspondent bij de Nieuwe Rotterdamsche Courant, waarbij hij zich bijzonder op handels- en scheepvaartbelangen toelegde. Gold gedurende die jaren als de meest vooraanstaande tolk van het leven in de hoofdstad. Daarvóór schreef hij, onder de naam Champrosé (naar een bekende Franse raisonneursrol), stukjes in het door hem en Jan C. de Vos opgerichte tijdschrift De Lantaarn (dat spoedig overkop ging). Hij verraadde daarin sterke invloed van de blijspelen van A. Dumas (fils) en Victorien Sardon. Het waren die causerieën waarmee hij het vertrouwen van de toenmalige NRC-hoofdredacteur (Lamping) won.

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Obreen, Adrien Louis Herman (henri) (° Rotterdam, 1845-08-23 - °)

Journalist.

Broer van Frederik Obreen. Behaalde na studies aan de Delftse Polytechnische School het diploma van ingenieur (zijn vader was, naast verzekeringsmakelaar, ook reder en scheepsbouwkundige). Bekleedde daarna verschillende betrekkingen bij de Mij. tot exploitatie der Staatsspoorwegen. Reisde vervolgens als journalist naar Amerika, Frankrijk, Spanje en Algiers en bezocht verscheidene wereldtentoonstellingen. Was o.m. correspondent voorde NRC te Parijs (hij beval Dr. A.H. Cornette voor dezelfde functie in Antwerpen bij die krant aan). Werd in 1893 hoofdredacteur van het toen pas opgerichte dagblad De Telegraaf. Verbleef in 1922 te Brussel, waar hij blijkbaar heeft meegewerkt aan het weekblad Chasse et pêche. Schreef o.m. Algerië (1883), In Spanje (1884) en La section hollandaise à l'exposition universelle de Paris (1889).

Obreen, Frederik Daniël Otto (° Rotterdam, 1840-05-28 - ✝ Amsterdam, 1896-11-01)

Kunsthistoricus.

Broer van Henri Obreen. Aanvankelijk 'ambtenaar ter secretarie' te Rotterdam, later adjunct-bibliothecaris en archivaris aldaar, en directeur van het Museum Boymans. Vanaf 1883 was hij hoofddirecteur van het nieuwe Rijksmuseum te Amsterdam, en tevens directeur van het schilderijenmuseum. Schreef met J.H.Scheffer 't Eerste stoomschip te Rotterdam en in Nederland (1866) en Roterodamum Illustratum (1868). Verder Beschrijving van 't Museum Boymans te Rotterdam (1883) en Wegwijzer door 'a Rijks Museum te Amsterdam (1887). Redigeerde het Archief voor Nederlandsche kunstgeschiedenis (1877-1890), publiceerde in de Rotterdamsche historiebladen (1876-1880), en in tal van andere tijdschriften.

Rooses, Max (° Antwerpen, 1839-02-10 - ✝ Antwerpen, 1914-07-15)

Kunsthistoricus en criticus.

Vader van Rosa Rooses.

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Titel - krant/tijdschrift

Nederlandsche Dicht- En Kunsthalle (° 1878 - ✝ 1897)

Cultureel maandblad.

Nieuwe Rotterdamsche Courant (° 1844 - °)

Liberaal dagblad, na fusie in 1970 NRC-HANDELSBLAD.

Nieuwsblad Voor Nederland, Het (° 1883 - ✝ 1914)

Nederlands blad, opvolger van het Nieuw Vliegend Blad. Verscheen driemaal per week en werd uitgegeven van 02/08/1883 tot 08/08/1914. Directeur-eigenaar was D.A.van Waalwijk. Op maandag werd een Zondagsblad van het Nieuwsblad voor Nederland bij de krant gevoegd. Van beide publikaties blijven slecht enkele exemplaren bewaard in het Gemeentearchief van Amsterdam en in het Nederlands Persmuseum (Amsterdam). Ze waren neutraal maar Oranje-gezind, en populair van toon.

Oprechte Haarlemsche Courant, De (° 1847 - ✝ 1941)

Nederlands dagblad met zeer oude traditie. Werd in 1656 gesticht door Abraham Casteleyn als Weeckelijke Courante van Europa. Werd twee jaar later Haarlemsche Courant, waaraan in 1664 het woord Opregte werd toegevoegd. Pas vanaf de 19de eeuw (1847) verscheen het als dagblad. Omstreeks 1890 behoorde het tot de meest gelezen kranten van Nederland, grotendeels omwille van de rubriek familieadvertenties, wat de krant ook de naam "dameskrant" opleverde. Smolt in 1941 samen met Haarlems dagblad onder de naam Haarlemsche courant.

Telegraaf, De (° 1893 - °)

Nederlands ochtendblad.

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.