O houwe! ik smeek naar u met handen van gebed, o houwe! bespreek het boek van Brans niet!
Ge zoudt dat waarschijnlijk heel pleizierig vinden, ge hebt misschien al humoristische uitdrukkingen opgepikt om onzen
Brans te zwanzen, maar al ware 't u een opoffering, o
Mane, grijp niet naar de schrijverspen, bespreek het boek van
Brans niet, rep geen woord over
Jakob Campo Weyerman!
[1]
Kom, doe dat voor mij!
Neen, geen strijd nu, geen strijd! Voor ons en voor ons tijdschrift. Wij mogen zelfs niet bemerken die flauwiteiten die Brans uitkraamt tegen de zoogezegde "jongste richting". En vooral, we mogen dezelfde middelen niet gebruiken als hij. Dat ware ellendig. Wanneer zijn uur zal aangekomen zijn, zullen wij hem in eens kapotslaan, en hem in eens met veel brutaliteit & veel schandaal den nek omwringen.
Ik zal nog meer zeggen, Meneer:
Brans stak ook in de zaak
Buschmann-
VandeVelde.
[5] Hij is Vrijdag
[6] nog naar Antwerpen gegaan, & heeft lang met
Buschm[ann] gepraat. Een kleine
Fronde enfin (Zaterdag was de
Journée des Dupes!) A propos,
V[an de] Velde is nog bij
Buschm[ann] geweest: alles zal héél goed afloopen.
Volgens Brans, zou Busch[mann] hem gezegd hebben dat gij met hem (Buschm[ann]) gebrouilleerd zijt. Is dat waar? O die achterklap!
[3]
Ik heb dit dezen namiddag geschreven. Maar dezen avond heb ik wat anders vernomen. Er zijn hier ingewikkelde zaken die zeer slecht kunnen afloopen. Ik heb beloofd geen woord ervan te reppen, & kan u dus geen uitleggingen geven. In ieder geval, ik vraag u nu
heel ernstig die critiek niet te schrijven. Geef het boek weer aan
Buschmann & zeg hem dat ge voor 't oogenblik geen artikel kùnt schrijven, dat
ik het misschien zal willen doen, enz. Gij zult ons allen een grooten dienst bewijzen. Maar
spreek Buschmann van Brans niet (gij weet absoluut niets van wat er in Brussel omgaat, natuurlijk), toon u zelfs niet vijandig jegens hem. Een ander punt: indien gij
DelaMontagne ontmoet,
[7] spreek hem zoo weinig mogelijk, & vooral niet van
Br[ans], van ons tijdschrift, enz.
Gij moet niet lachen omdat ik op zoo 'n geheimzinnigen & tragischen toon spreek. Nu mag ik u ongelukkiglijk niets uitleggen. Maar we hebben hier zeer serieuze zaken af te maken.
Schrijf me hierover een woordje per brief. Ik zal u Zondag
[8] vertellen wat er gebeurd is.
Er wordt iets veranderd op het prospectus:
Van de Velde wil in de
redactie niet zetelen, hij beweert dat hij niets te zien heeft met de kopij enz.
[9] Zijn naam wordt verder gemeld:
"... een werk van boek-kunst, door kunstenaars stoffelijk verzorgd, onder leiding van H[enry Van de Velde] ...."
Er zijn nog 7 kerels die niets geantwoord hebben voor de artiestieke medewerking. We moeten dus nog eenige dagen wachten.
Annotations
[1] J.M. Brans, Jacob Campo Weyerman als mensch, schrijver en schilder (Antwerpen, Drukkerij Dela Montagne, 1891) (niet in de handel). Verscheen eerder in
Nederlandsche Kunst- en Dichthalle, XIII (1890), p. 33-41; 56-65; 113-128; 351-360; 403-414 en 546-554. Het AMVC (B 826j.) bezit een exemplaar uit de nalatenschap van
Max Roosens. Het bevat een opdracht in het handschrift van
Brans, gedateerd 26 november 1891.
[2] Vermeylen bedoelt de 8ste afl. van
De Vlaamsche School, nr. V (1892), lopend van p. 139 tot en met 160.
[6] Vrijdag 30 september, de dag voor de vergadering waar ze de tekst van het prospectus opstelden.
[3] Hippoliet Meert, 'Ieperen', in: De Vlaamsche School, nr. V, (1892), p. 139-143.
[9] Deze wijziging werd aangebracht. In de versies B, C, D en E wordt Henry van de Velde als volgt vermeld:
'De uitgave zal ook een werk vormen van boek-kunst, door kunstenaars stoffelijk verzorgd - onder leiding van Henry van de Velde — ...'