16 Dec[ember] 92
Beste Kerel!
Door verkeerd adres is je expresbrief eenige uren later in m'n bezit gekomen. Je schreef 546 in plaats van 547. Zet voortaan liever geen nummer dan een verkeerd.
Nu je brief — Ik heb hem tweemaal overgelezen en begrijp er eigenlijk nog niets van, want wat je me vroeger omtrent Clara's verhouding tot dien ander verteld had was volstrekt niet van dien aard om zulk een smartuitbarsting te verwachten.[1] Maar dat doet er ook niets toe. De hoofdzaak is — je hebt behoefte aan geld aan 20 fr[an]cs, of 20 g[u]ld[en] en je zoudt die onmiddellijk moeten hebben. Ik zit te prakkizeeren. — t Is dondersch moeilijk. Want ik zelf heb het ook niet. Ik bezit nog juist [gulden] 8,50 en daar moet ik tot einde December mee rond — En lui, die dadelijk of bij voorbaat het werk betalen zijn — ook al weer zeldzaam! — [']t Eenige zou dus zijn, te leenen. Nu ken ik hier wel lui van geld, maar ik heb in [']t laatste jaar al driemaal [gulden] 100 — voor een arm huisvader bijeengescharreld en durf nu niemand meer lastig vallen. Bovendien, de lui vragen je altijd [']t hemd van het lijf en ik kan toch die historie niet gaan opdisschen. Je weet hoe de bourgeois is — een juffrouw, die een kind buiten echt heeft, en die in Antwerpen zit. Er is stellig geen cent voor los te krijgen. 't Eenige wat ik er op weet is zelf te leenen. Ik zal er straks bij een kennis voor uitgaan (vóor 4 u. is hij niet thuis) En wat ik krijg, zal ik insluiten. Je kunt het dan afbetalen, zoodra je artikels geplaatst hebt.
Wat nu deze betreft — ik denk dat de Haarl[emsche Courant] een artikel over de Alg[emeen] Stemrechts-beweging zou plaatsen, mits [']t zuiver objectief is, steunend op feiten en beschouwingen van anderen, zonder eigen roodheid.[2] Dan zou Eigen Haard[3] misschien wel Antw[erpsche] Schetsen willen opnemen, over de
[2]
dokken, of het nieuwe museum — Schrijf maar een briefje daarover, dan zend ik het aan den uitgever. Wat de uitgaaf van je lezing betreft,[4] doe dat toch niet op eigen risico, maar verkoop het handschrift aan Hoste of aan den Tijdspiegel. Dan weet je, wat je hebt.
Ik hoop, dat ik je 40 fr[an]cs zal kunnen sturen, straks. Dan kun je tenminste eerst tot rust komen en dan werken en verdere plannen maken. Kom wat tot kalmte en laat je niet al te zeer door haar wanhoop meesleepen. Als je weer bedaard bent, schrijf me dan eens precies hoe dit met haar zit; welke verhouding zij tot dien man had en hoe ze zich mogelijkerwijze verder zou kunnen redden. [']t Is erbarmelijk, dat een vrouw buitenechtelijke gemeenschap niets van den vader van haar kind voor dat kind kan erven. Maar waarom heeft hij niet bij zijn leven voor haar gezorgd?
Nu, dat is mijn zaak niet. — Houd je maar stevig. Zondag schrijf ik je nader. Ik had gisteren brief van Gust[5] over Het[6] & over m'n Gids-artikel[7] — Maar dat interesseert je nu natuurlijk heel en al niet. Ik schrijf het adres van dezen met vreemde hand, om je familie
In haast —
[gulden] 25 geleend!
Hierbij ingesloten
De telegraaf komt
eerst na 1 Jan[uari]
Annotations
[1] Brieven van Emmanuel de Bom aan Leo Simons uit deze periode werden niet teruggevonden.
[2] In de Oprechte Haarlemsche Courant werd geen enkel beschouwend artikel over het algemeen stemrecht gevonden (al dan niet gesigneerd door De Bom).
[5] Deze brief van Vermeylen werd niet teruggevonden. Vermeylen meldde wel aan De Bom in brief 226 dat hij ook aan Simons zou schrijven.
[6] Van Nu en Straks.
