Waarde Heer, Uw stukje ontvangen, deel ik aan de Redactie
Spectator mede. De heer
Boele is nog uit de stad; als hij terugkomt schrijft hij u. — Schrijf eens kortelijk of het verhaal der
Barb[ar]en op een
bepaald feit doelt, & welk feit; dat dienen wij toch te weten. Het stukje is zóó voor ons onbegrijpelijk, & oók voor onze lezers. Jammer want het is recht vermakelijk gedacht & geschreven. —
[1]