Nevele, 26 September 1893
Waarde heer,
Onmiddellijk na het ontvangen uwer postkaart heb ik den heer Van de Velde geschreven dat hij spoedig met zijn werk moest klaar zijn.[1] Dezen morgen ontving ik tijding van hem dat UEd[ele] vóór Zaterdag morgen de teekening zult ontvangen.
Hopende, dat die nog bij tijds zal komen, noem ik mij hoogachtend
uw d[ienaa]r
Cyriel Buysse
P[ost Scriptum] Ik zou wel graag het honorarium ontvangen, dat mij toekomt van den Nieuwen Gids.[2] Ik weet echter niet bij wien ik dit mag invorderen. Kunt UEd[ele] mij dienaangaande niet inlichten?