<Resultaat 876 van 1419

>

Mane,
Dat laatste bericht (aankomst van het "arm meisje" in Antwerpen) is misschien verontrustend.[1] Maar ik geloof dat ge nu sterk genoeg zijt om dat vierkantig uit te... lachen. Hebt ge haar een duplicata gezonden van uw categoriek briefken,[2] en hebt ge haar geschreven dat ze niet moest komen (altijd heel laconiek natuurlijk)? Nog geen bericht gekregen?
Nu, moet ge u niet verbeelden, uit reactie, dat ge sterker geworden zijt dan wie ook, & ga "het gevaar niet trotseeren". Ge hebt haar niets meer te zeggen, dus is het in 't geheel niet meer noodig dat ge haar ziet. Indien ze naar de Dahliastr[aat] komt zijt ge natuurlijk niet thuis. In uw plaats zou ik omwegen maken om van de Bibliotheek te komen, dat zij u niet kan ontmoeten. Het is wel mogelijk dat ze op uw briefjes zelf niet zal antwoorden (missch[ien] heeft ze die tóch ontvangen) & dat ze 't practischer vindt u zelf te komen spreken. Zóó heeft ze u nog ééns beetgenomen, dit jaar.[3]
Enfin, schrijf me wat er van is, en al wat er gebeurt.
Toon Moortgat & de Lattin hebben me goed doen lachen. Roze Kate heb ik niet gezien.[4] Ik heb er ook niets over gelezen of van gehoord. Ik heb niets meer gezien, & heb u verduiveld weinig te vertellen. 's Morgens schrijf ik brieven, regel ik de zaken van "V[an Nu] & S[traks]", ga om 10 u. naar de Bibliotheek, kom 's middags eten, keer terug naar de Bibliotheek, waar ik tot 4 u. blijf. Drie of vier malen in de week komt Jacques me daar halen, & we gaan samen een Vermouth drinken. Ik kom thuis, lees, schrijf, en moet weer naar de Bibliotheek, tot 10 1/2. Ik blijf thuis nog een uurtje lezen, ga slapen & sta op om 7 u., om hetzelfde deuntje te herbeginnen...
Ik lees nu buiten mijn historisch werk op de Bibliotheek: de werken van William Blake; Bagehot: Lois scientifiques du développement [2] des nations,[5], & Th. Buckle: History of Civilization. Voilà.
Ik heb iets geschreven over Minne,[6] & maak nu een klein ironiek stukje [7] tegen... het individualisme in de literatuur. Ik weet niet hoe 't er zal uit zien, het zal misschien met zooveel andere dingen blijven liggen in mijn lessenaar, maar ik wil het toch schrijven. — Ik heb ook nóg twee sonnetten gemaakt, waarover ik tamelijk tevreden ben.[8]
Ik zend u hierbij een prospectus,[9] dat u het zeer verontwaardigend nieuws zal melden, dat "v[an] Nu & Str[aks]" "assura, par son bienveillant concours, la reussite de l'Exposition organisée dans la galerie Le Barc de Boutteville"!!!
Ik heb een brief gekregen van een Deenschen schilder (uit Kjøbenhavn, meneer!)[10] die "v[an] Nu & St[raks]" gezien heeft & zich wenscht te abonneeren. De brief is in een bewîenelaaik Fransch geschreven. Maar hoe is ons tijdschrift daarginder geraakt?
Ik heb aan Smeding een juiste rekening gezonden van al wat ik hem tot nu toe gestuurd heb.[11] Geen antwoord gekregen. Ga eens bij hem & vraag dat hij me zou schrijven of we te akkoord zijn. Ik wil dat nu afmaken, dat dat later geen aanleiding tot discussie geve.
Hou je goed, m'n goeie!
G[ust]
P[ost Scriptum] — Een brief gekregen van Obreen (welk fantastisch monumentaal geschrift!!). Hij waardeert mijn talent (hum! hum! — schandoal!!), & wenscht artikels van mij te krijgen, doch... honoris causa, dit is: zonder honorarium! Hij zal "het zich tot eer rekenen die artikels te plaatsen"! 'k Geloof het wel! Een journalist-van-beroep is altijd een maquereau. Ik schrijf natuurlijk geen regel.

Annotations

[1] Clara Gaesch. Zie brief 235, noot 2.
[2] Zie de tweede alinea van brief 237.
[3] Misschien een verwijzing naar gebeurtenissen uit 1892. Na april '92 lijkt het avontuur met Clara tot een einde gekomen te zijn. Zij komt pas opnieuw ter sprake in de correspondentie van oktober '92. In brief 171 van 17 oktober 1892 belooft Simons aan De Bom: "Natuurlijk zal Vermeylen er niets van weten, als [']t me ten minste niet in een ondoordacht oogenblik gebeurt dat ik op dit tweede bezoek zinspeel." Uit volgende brieven van eind '92 en begin '93 blijkt dat De Bom op zoek was naar geld om Clara te helpen.
[4] Roze Kate was een toneelstuk van Nestor de Tière, dat in première ging op zondag 1 okt. 1893 in de Vlaamse Schouwburg te Brussel. Zie Het Volksbelang, XXVII, 39 (30 sept. 1893), p. 3 en XXVII, 40 (7 okt. 1893), p. 3.
[5] Walter Bagehot, Lois scientifiques du développement des nations dans leurs rapports avec les principes de la sélection naturelle et de l'hérédité. Het was de Franse vertaling van Physics and politics.
[6] August Vermeylen, 'Nota over de pleisterbeelden van Georges Minne', in: Van Nu en Straks, 4 [1893], p. 1. Zie ook brief 253, noot 10.
[7] Victor Lieber (= August Vermeylen), 'De Man die zijn Ik verloren had', in: Van Nu en Straks, 4 [1893], p. 15-18. Zie Zie brief 253, noot 10.
[8] Niet teruggevonden.
[9] Van 'Les Essais d'Art libre'. Zie de facsimile.
[10] In het kasboek van Van Nu en Straks (AMVC, V147/H, 18177/2) lezen we op de eerste bladzijde, onder het abonneenummer 321: "Rohde (Johan), schilder Nyhavn 22 Kopenhagen (Denemarken)"
[11] Zie ook brief 78, noot 3. Volgens het kasboek van Van Nu en Straks (AMVC, V147/H, 18177/1) wordt deze rekening pas in februari 1894 vereffend: "Verrekening met Smeding (80 1/2 ab[onnementen] à 6.50 fl, 1 à 10 g[ulden], 5 à 10 fr., 2 platen Minne, en 50... afzonderlijk verkochte nrs. (I, II, III, IV). 488,75"

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)

Kunsthistoricus en militant anarchist.

Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.

In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.

In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.

Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.

Gaesch, Clara Joanna Maria (° Königsberg (Pruisen; thans Kalingrad, USSR), 1866-02-23 - ✝ – Antwerpen, 1895-03-14)

Cafézangeres.

Was ongehuwd en werkte tot 1891 in The Music Hall aan het Falconplein. Op het ogenblik dat ze een relatie had met Emmanuel de Bom, verwachtteze een kind, dat in 1895 een tijdlang bij De Boms zuster Jeanne werd opgenomen. Een zuster van Clara, Augusta, werkte ook als zangeres in de Statiestraat en zou in 1895 in Kopenhagen hebben verbleven. Clara's laatste adres was Dambruggestraat 85, Antwerpen.

Lattin, Gustaaf De (° Antwerpen, 1858-01-01 - ✝ Antwerpen, 1918-01-21)

Schrijver, voornamelijk van vrij realistische toneelstukken, o.a. van het door herhaalde opvoeringen in de Antwerpse Poesje bekend gebleven poppenspel De leeuw van Vlaanderen (1894). Mederedacteur van Het tooneelblad (1896-1907), orgaan van de Zuid-Nederlandsche Toneelbond. Bestuurde met zijn vriend F.van Laer van 1905 tot 1912 de Koninklijke Nederlandsche Schouwburg te Antwerpen, waar hij een drastische repertoirevernieuwing doorvoerde. Was vast correspondent voor Antwerpen van Het algemeen handelsblad van Amsterdam.

Minne, George (° Gent, 1866-08-30 - ✝ St.Martens-Latem, 1941-02-18)

Beeldhouwer, tekenaar en illustrator.

Moortgat, Antoon (° Antwerpen, 1862-05-10 - ✝ Braunschweig, 1927-03-23)

Leraar, uitgever, schrijver en journalist.

Obreen, Adrien Louis Herman (henri) (° Rotterdam, 1845-08-23 - °)

Journalist.

Broer van Frederik Obreen. Behaalde na studies aan de Delftse Polytechnische School het diploma van ingenieur (zijn vader was, naast verzekeringsmakelaar, ook reder en scheepsbouwkundige). Bekleedde daarna verschillende betrekkingen bij de Mij. tot exploitatie der Staatsspoorwegen. Reisde vervolgens als journalist naar Amerika, Frankrijk, Spanje en Algiers en bezocht verscheidene wereldtentoonstellingen. Was o.m. correspondent voorde NRC te Parijs (hij beval Dr. A.H. Cornette voor dezelfde functie in Antwerpen bij die krant aan). Werd in 1893 hoofdredacteur van het toen pas opgerichte dagblad De Telegraaf. Verbleef in 1922 te Brussel, waar hij blijkbaar heeft meegewerkt aan het weekblad Chasse et pêche. Schreef o.m. Algerië (1883), In Spanje (1884) en La section hollandaise à l'exposition universelle de Paris (1889).

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Tiere, Nestor De (° Eine (thans Oudenaarde), 1856-08-06 - ✝ Vorst (Brussel), 1920-09-28)

Ambtenaar en schrijver.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Titel - krant/tijdschrift

Volksbelang, Het (° 1867 - °)

Vlaams liberaal weekblad.

Naam - instituut/vereniging

Vlaamsche Schouwburg (brussel) (° 1875 - °)