<Resultaat 891 van 1419

>

Den Weled. Heere Ernest van Dijck
Hauptstrasse
Ober-Döbling
Wien

[1]
WelEdele Heer,
'k Was zoo vrij mij heden ten huize van den heer van Dijck ter stede te presenteeren, waar uw heer broeder me wel heeft willen uw adres bekend maken.
Als een der redacteurs van het tijdschrift der jongeren uit Zuid- en Noord-Nederland "Van Nu en Straks", meer bepaald als correspondent van de Oprechte Haarlemsche Courant[2] wilde ik zoo nauwkeurig mogelijke inlichtingen vernemen over 't ontworpen plan van een reeks Wagner-vertooningen, hier te geven tijdens de a[anstaande] Wereldtentoonstelling. Er werd daarover reeds zooveel aangekondigd, en alles loopt zoo uitéen, dat ik mij ten laatste verplicht zie de groote vrijheid te nemen, U, den opvatter der gedachte, per brief te interviewen.
U zoû mij en 't publiek ten zeerste verplichten door op de volgende vragen te willen antwoorden:
Bestaat werkelijk 't plan hier Wagner-uitvoeringen te geven?
Wie houdt zich op 't oogenblik met deze zaak bezig?
Welke zijn de vooruitzichten van gelukken en welke middelen worden er noodig geacht om daartoe te geraken? Welk kapitaal is er noodig?
Welke werken zouden kunnen uitgevoerd worden? Tot wie zou men zich wenden om de geschikte vertolkers te vereenigen?
— Mits uw goedkeuring zou ik dan van deze inlichtingen, indien U zoo welwillend is ze me te geven, gebruik maken om, voor het prachtige idee in Holland en in België onder de jonge artiesten en bij 't publiek [2] propaganda te maken. 'k Zou met de medewerking van eenige schilders, musici en geletterden op mij nemen een comité te vormen, dat alleen zou voor doel hebben: 't publiek voor te bereiden en op te warmen voor deze kunst-onderneming.[3]
Ik hoop U door dit schrijven zoo min mogelijk last aan te doen, en, wat U me ook antwoorden zal, ik dank U van harte bij voorbaat voor wat U me zal toevertrouwen.
Met hoogachtende groeten teeken mij
Uw zeer dienstwillige d[ienaa]r,
Emm[anuel] deBom
(aan de Stadsbibliotheek te Antwerpen)
Dahliastr[aat] 21.

(Rotterd[amsche Courant] 20 Oct[ober] 93)[4]
Aangaande de feesten bij de a[anstaande] werel[d]tentoonst[elling] te Antwerpen wordt van daar aan de Haarl[emsche Courant] gemeld: het staat nu vast, dat een cyclus Wagneriaansche voorstellingen zal gegeven worden, door zangers die deels te Bayreuth geweest zijn, deels in andere steden van Duitschl[and] eenen naam verwierven. De opvatter van het denkbeeld is de tenor, de Antwerpenaar Ernest van Dijck, tevens de voornaamste der vertolkers. De decoratie zal ontleend worden aan het Stadstheater van Keulen; het orkest aan de philharmonie van Berlijn. De orkestbestuurders dragen namen als Richter, Mottl en Felix Weingartner. De duur der vertooningen is bepaald van 1 tot 30 Juni; waarschijnlijk in het gebouw der Fransche Opera (Théâtre Royal) die, met het oog op de aanbrekende seizoenen, eene inwendige oppoetsing van belang ondergaan heeft. De volgende werken zullen uitgevoerd worden: Ring der Niebelungen, Tristan und Isolde en Die Meistersinger von Nürnberg.

Annotations

[1] Ernest van Dijck heeft de datum op de verzonden versie van deze brief wellicht verkeerd gelezen; zoniet heeft De Bom per vergissing '19 oktober' op de kladbrief geschreven. Zie het begin van brief 261.
[3] Van de plannen voor een reeks Wagner-voorstellingen ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van Antwerpen in 1894 is weinig terug te vinden. Het staat echter vast dat er niet veel van terecht is gekomen. Er wordt sporadisch wel melding gemaakt van grote concerten (zie De Koophandel van Antwerpen, XXXI, 72 (13 maart 1894), p. 2 en 77-78 (18-19 maart 1894), p. 1), maar van een specifieke Wagnercyclus is geen sprake. Tot De Koophandel van Antwerpen, XXXI, 174 (23 juni 1894), p. 1, aankondigt dat Ernest van Dijck een groot concert zal geven op 28 juni 1894: "Gansch het programma van dit concert zal samengesteld zijn uit gewrochten van Richard Wagner." Drie dagen later echter meldt De Koophandel van Antwerpen dat Van Dijck plots is teruggeroepen naar Bayreuth, en dat daarom het groot concert tot nader order is uitgesteld. (De Koophandel van Antwerpen, XXXI, 177 (26 juni 1894), p. 3).
De Bom geeft in zijn correspondentie van 13 september 1894 aan Oprechte Haarlemsche Courant een andere versie: hij klaagt het beleid aan van het feestcomiteit dat instond voor de vermakelijkheden van de Wereldtentoonstelling van 1894, en de erbarmelijke toestand van het orkest en het repertoire: "Onlangs was de beroemde zanger Van Dijck hier, voor een Wagner-concert onder leiding van Mottl. Toen hij het karakterloze orkest aan den gang hoorde; heeft hij zich bedacht, en is naar Bayreuth gevlucht. [...] Men moet hem eindelijk overreed hebben, zeker onder belofte het orkest te versterken en te verbeteren, en binnen enkele dagen zullen we dan toch de langbeloofde Wagner-soirée hebben. Mottl ontvangt 2500, Van Dijck 2000 fr. honorarium. Ik hoef u niet te herinneren, dat van het mooie plan, hier Wagner-voorstellingen te geven met de medewerking van beroemde Duitsche dirigenten en de Philharmonie van Berlijn als orkest, niets geworden is. Het heeft gestuit op het volslagen gebrek aan artistieke ontwikkeling, dat de metropool van den handel kenschetst." Zie de Oprechte Haarlemsche Courant, 217 (15 september 1894), p. 1.
Het Wagner-concert ging dan uiteindelijk toch door op 10 oktober 1894. Het werd een succesvolle avond. Het programma was als volgt samengesteld:
  • Die Meistersinger von Nürenberg, ouverture
  • Parsifal, vorspiel
  • Charfreitagszauber (Parsifal)
  • Lohengrins Herkunft
  • Siegfried Idyll
  • Siegfrieds Rheinfahrt (Götterdämmerung)
  • Walters Preislied en Siegmunds Liebeslied (Die Walküre)
  • Tannhäuser, ouverture
Zie De Koophandel van Antwerpen, XXXI, 278 (5 oktober 1894), p. 2.
[4] In de Nieuwe Rotterdamsche Courant, L, nr. 251 (20 okt. 1893), Eerste Blad. B, verscheen onder de rubriek "Letteren en Kunst" deze mededeling, die een verkorte versie is van een gedeelte van De Boms verslag in de Oprechte Haarlemsche Courant, 246 (19 okt. 1893), p. 5. Het artikeltje is niet ondertekend.

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Richter, Hans (° Raab (thans Györ Hongarije), 1843 - ✝ Bayreuth, 1916)

Dirigent en componist.

Titel - krant/tijdschrift

Koophandel Van Antwerpen, De. Dagblad Voor Politiek, Nijverheid, Kunst En Landbouw Van Antwerpen (° 1863 - ✝ 1897)

'Dagblad voor Politiek, Nijverheid, Kunst en Landbouw van Antwerpen'. Doctrinair-liberaal dagblad.

Nieuwe Rotterdamsche Courant (° 1844 - °)

Liberaal dagblad, na fusie in 1970 NRC-HANDELSBLAD.

Oprechte Haarlemsche Courant, De (° 1847 - ✝ 1941)

Nederlands dagblad met zeer oude traditie. Werd in 1656 gesticht door Abraham Casteleyn als Weeckelijke Courante van Europa. Werd twee jaar later Haarlemsche Courant, waaraan in 1664 het woord Opregte werd toegevoegd. Pas vanaf de 19de eeuw (1847) verscheen het als dagblad. Omstreeks 1890 behoorde het tot de meest gelezen kranten van Nederland, grotendeels omwille van de rubriek familieadvertenties, wat de krant ook de naam "dameskrant" opleverde. Smolt in 1941 samen met Haarlems dagblad onder de naam Haarlemsche courant.

Naam - instituut/vereniging

Theatre Royal D'anvers (° 1709 - ✝ 1934)

Antwerps theater, waarvan de voorgeschiedenis teruggaat tot de 17de eeuw, toen Antwerpse aalmoezeniers op diverse plaatsen in de stad toneelvoorstellingen inrichtten om geld te verzamelen voor liefdadige doeleinden. De eerste voorstelling in het zogeheten Tapissierspand (op de gronden van de huidige Komedieplaats), waar het theater sindsdien zijn vaste standplaats had, ging door in 1709. Tot 1829, toen het Tapissierspand werd afgebroken om plaats te ruimen voor de nieuwe door P.Bourla ontworpen schouwburg, bleef het een centrum van voornaam toneelleven te Antwerpen. Reeds tijdens het Oostenrijks bewind (1713—1794) werd het Vlaams toneel er verdrongen ten voordele van Franse en Italiaanse opera's. Onder Frans bewind verheven tot "Grand Théâtre" en onder Nederlands bewind tot "Théâtre Royal", groeide het na 1834, toen het inmiddels door de stad gesubsidieerde gezelschap zijn intrek nam in de nieuwe schouwburg, uit tot een brandpunt van Frans cultuurleven, waarbij een bijzondere voorliefde aan de dag werd gelegd voor opera's en operettes. In 1931 werden de stadstoelagen ingetrokken; de instelling verdween na het seizoen 1933 - '34. Het gebouw werd daarna ingenomen door de Koninklijke Nederlandse Schouwburg, die er nu nog gevestigd is.

Theatre (royal) Des Galeries (saint-hubert), Le (° 1847 - °)

Brussels theater, tussen Schildknapenstraat 69, Koningsgalerij 32, Prinsengalerij en Predikherenstraat. Het theater ligt in deze rechthoek ingebouwd en bestaat nog altijd. Het voor zijn tijd vooruitstrevend gebouw werd ontworpen door de architect Cluysenaer en in gebruik genomen in 1847. Tussen 1862 en 1907 vierde de operette er hoogtij, vooral onder het beleid van de directeurs Delvil, Carion en Maugé. Daarnaast werden in een luxueuse enscenering ook revues gebracht. Tussen 1890 en 1893 was de directie in handen van de orkestleider Durieux. Het Théâtre des Galeries speelde onafgebroken de belangrijkste rol in het Brussels theaterleven en in de ontwikkeling van het toneel zelf. Het aantal premières was er relatief groot, de voorstellingen waren vrijwel altijd interessant, de gezelschappen homogeen en van een zeldzame kwaliteit.