BRUXELLES 5
10 NOVE 1893 9-S
ANVERS
10 NOVE 1893 11-S
Den Heer Emm[anuel] de Bom
Dahliastraat, 21
Antwerpen.
Dahliastraat, 21
Antwerpen.
Ik vind weeral geen tijd om u over Fred[erik] Havelingk te schrijven:[2] ge zult moeten wachten tot Zondag. Het is me onmogelijk geworden een serieusen brief in de week te schrijven.
Geen nieuws. Alleen dat Roosdorp me geschreven heeft: hij zal, na ontvangst, het laatste nr van "v[an Nu] & S[traks]" uitvoerig bespreken in 't e[erstkomende] nr van De N[ieuwe] Gids.[3] Ik heb hem 't nr gezonden. Het zal natuurlijk een aftakeling zijn. Nu mág hij ons afbreken! ...
Poot v[an] G[ust]
Annotations
[1] Vrijdag 10 november.
[3]
Deze brief van Frits Roosdorp werd niet teruggevonden.
Frits Roosdorp (eigenl. F.C.M. Schröder) besprak Van Nu en Straks nooit in De Nieuwe Gids. Hij publiceerde daar wel 'Gedichten in proza. I. Een bloem' (VIII, deel 2 [juni 1893], p. 282-283) en 'II. Mietje. III. Een Muziek-extaze' (VIII, deel 2 [aug. 1893], p. 252-256. In De Nieuwe Gids, IX, deel 2 [1894], p. 255-265, verscheen van hem nog 'Kinderen. Een schets'.
Pet Tideman publiceerde in De Nieuwe Gids echter wel een schampere dierenfabel, 'Kinderverhaal' (IX, deel 1 [dec. 1893], p. 338-341 en IX, deel 1 [febr. 1894], p. 464-467), waarin Van Nu en Straks geridiculiseerd wordt omdat het in nummer 2 (zie brief 104, noot 1) de kritiek had gepubliceerd van F. Moraaz (het kalf in het verhaal) op Frederik van Eeden (de Bussumse ezel), en in nummer 4 (zie brief 253, noot 10) het antwoord van Van Eeden daarop. Het wordt "de lelibel 'Van Nu en Straks'", "bigken Guus", "Hein van 't Velt" e.a. niet in dank afgenomen.
