Brussel, Pachécostr. 81
14 Nov[ember] 93
Waarde Heer,
Toen ik eerlangs het genoegen had u in Brussel te zien, zei ik u mijne eerlijke meening over de verzen door u aan "V[an Nu] & S[traks]" ingezonden. Hun gorteriaansche gewrongenheid was me zeer antipathiek. Maar sinds heb ik ze nog met meer aandacht gelezen, & mijn oordeel is thans gedeeltelijk gewijzigd, ten minste voor wat betreft het tweede stuk van "Mei":[1]
"God-adem van Hernieuwen laat het hert...enz. enz.
Dat gedicht is buitengewoon goed, & ik vind er heerlijk-schoone dingen in. Ik ben héél gelukkig dat stuk te kunnen plaatsen in 't eerstkomend nr. De andere gedichten keer ik u terug. Indien ge nog verzen hebt, zend maar alles op.
Ik schrijf u in aller haast, want ik heb nog 16 brieven te schrijven over geweigerde kopij!
Met toegenegene achting
de uwe,
Gust Vermeylen
Indien ge veel werkt kunt ge nog een sterke worden. Maar vooral: alle invloeden vergeten, & natuurlijk zijn!
