Ik had er ook wel van gehoord, maar wist niet dat er zulke bepaalde afspraak was om eens allen naar Gent te gaan;[2] ik had zelf het denkbeeld opgeworpen, als 'k me niet bedrieg. 'k Ben daar straks bij Scham[elhout] op informatie geweest. Ik verneem nu dat er vóor begin Augustus toch moeilijk iets zou kunnen van komen. Vóor dien tijd kan Sch[amelhout] niet, Hegensch[eidt] mag zich niet verplaatsen voor 't oogenblik, & Vermeylen zit druk in 't werk; 't zelfde is met mij 't geval. Nu had ik gedacht dat 't nochtans goed ware niet zóo lang te wachten om nader met u, en, kon 't zijn, terzelfdertijd met St[ijn Streuvels] kennis te maken. Indien gij kunt verkrijgen dat de laatste naar Gent kome op een Zondag of op een Zaterdag namiddag, ik zou dan b.v. a.s. week of later eens afgeteend komen. Doe zooals u best bevalt. Op zoo'n "algemeene" bijeenkomst maakt men zeer moeilijk kennis. Men spreekt weinig, of allen te gelijk; en au fond verbergt men zich aan elkaar. Ik had liever eens ernstig met u beiden wat gekout over toestand, toekomst, ons werk enz. Stel zelf een datum, na u met St[reuvels] verstaan te hebben.
('t Is wel verstaan dat ik mij niet opdringen wil, en dat, zoo de lust bij Str[euvels] er niet is — enz.)[3]
Verontschuldig papier (en stijl) — ik heb er voor 't oogenblik geen fatsoenlijker.
Uw toegenegen Emm de Bom
Annotations
[1]
Van deze brief is ook een (door De Bom) handgeschreven kopie bewaard, die nagenoeg identiek is aan deze versie die naar Van de Woestijne werd verstuurd (Letterenhuis 83154/13).
[3] De laatste twee zinnen staan op de linkerkant van de brief, die De Bom daarvoor een kwartdraai naar links heeft gedraaid.
