<Resultaat 1019 van 1419

>

Verdussenstr. 30

Beste Karel,
Al lang had ik U moeten wat laten hooren over uw vriendelijk toegezonden Laethemsche lentebrieven.[1] Ik vind daarin 't bewijs van allerkostelijkst "prozaïsch talent", want, naast al 't subjektieve en sentimenteele dat als uitstorting aan "den-meneer­met-de-mooie-das-nú" bedoeld is,[2] ben ik ingenomen vóoral met de fijne kleine beschrijvingen, zoo precies, zoo subtiel, en in 't keurigste vandeWoestijnsch. Dat gesprek met de patateboeren,[3] dan die bladzij van een modernen... Conscience (een blz. uit... het Boek der Natuur nl.)[4] over 't beuke-nootje[5] — de kat,[6] en 't landschap van de Leie met de koeiwachters....[7] G'hebt, met al uw ruggeloomheid en moeheid van ziel, een schoone lente doorleefd, en er mij ook wat van gegeven. Dank! Ik hoop nog proza van u te lezen — dát alleen zijn mij de ware dichters die ook dáarin wat beteekenen. Vooral wanneer men een waarnemend vermogen heeft als gij, dat zich uiten moet. Ik ga uw boekje nog herlezen...
Maar nu, weeral eens een ander aria: Karele, kunt gij mij dees maand nog het art[ikel] over de Heures de Turin bezorgen?[8] Ik zou het moeten hebben nú, wijl het onderwerp zoo actueel is. Van Nijhoff ontving ik heden, op mijn verzoek, 7 clichés naar fotos eruit, die voorkomen in Dr. Johanna de Jongh's werk: Het Hollandsche Landschap in ontstaan en wording.[9] Kent hij dat boek? Zooniet, vraag ik het voor u aan Nijh[off] ter recensie (D.i. ter aanhaling in dat stuk over de Heures). Er komt nog al veel in voor over de Turijnsche miniaturen. Ik heb verder voor u een art[ikel] van Durrieu in Chronique des arts et de la Curiosité, nrs 6-7-8-9, waarin de schr[ijver] zijn herinneringen over het h[and]s[chrift] naar aanleiding van den brand meedeelt.[10] Kent gij Les Débuts des van Eyck?[11] Ge zoudt me allemachtig veel plezier doen me een 6 a 8 tal bl[ad]zij druks groote letter (à.... 1 fr. de blz.!!) te bezorgen om aan 't hoofd van afl. 3 te verschijnen.[12] Ik zal U een afdruk van de clichés laten sturen dees week.
Hoor ik wat van u? Nou, dan ga je gang, en hartelijke groeten ook van mijn vrouw aan de uwe en aan u.
Mane.

Annotations

[1] Het is niet duidelijk wanneer Van de Woestijne zijn boek Parabel en Laethemsche brieven over de lente (Gent, Vennootschap Plantijn, 1904, Flandria's Novellen Bibliotheek; 41) heeft opgestuurd.
[2] De Laetemsche brieven over de lente zijn gericht aan Adolf Herckenrath, die hier dus wordt bedoeld. Hij wordt hier wellicht zo genoemd omdat hij sedert kort als Vlaamse vertegenwoordiger van de Nederlandse uitgever Van Looy werkte en hij zich daardoor anders was gaan kleden. Zowel Van de Woestijne als De Bom beschouwden hem sindsdien als een parvenu.
[3] Zie de 'Laetemsche brief over de lente' van 17 april.
[4] Hendrik Conscience, Eenige bladzijden uit het boek der natuur, 1846.
[5] Zie de 'Laetemsche brief over de lente' van 23 april.
[6] Zie de 'Laetemsche brief over de lente' van 27 april.
[7] Zie de 'Laetemsche brief over de lente' van 7 mei.
[9] Johanna de Jongh, Het Hollandsche landschap in ontstaan en wording, Nijhoff, 1903).
[10] De Chronique des Arts et de la Curiosité was een supplement bij de Parijse Gazette des Beaux-Arts.
[11] Paul Durrieu, 'Les débuts des Van Eyck', in: Gazette des Beaux Arts, januari 1903 (p. 5-18) en februari 1903 (p. 107-120).
[12] Het artikel telde uiteindelijk 13 bladzijden, inclusief de 7 foto's die in deze brief ter sprake komen.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Conscience, Hendrik (° 1812 - ✝ 1883)

Vlaamse prozaschrijver van wie vaak wordt beweerd dat hij 'zijn volk leerde lezen'. De Leeuw van Vlaenderen (1838) wordt veelal als zijn meesterwerk beschouwd.

Durrieu, (graaf) Paul (° 1855 - ✝ 1925)

Archivaris, kunsthistoricus en specialist in verband met oude, verluchte manuscripten. Tussen 1885 en 1902 werkte hij in het Louvre in Parijs. Hij is de editeur van de Heures de Turin, waarin hij als eerste een gelijkenis opmerkte met het werk van de gebroeders Van Eyck.

Goedkoop-De Jongh, Johanna (° 1877 - ✝ 1946)

Nederlandse academica die in Berlijn als eerste vrouwelijke doctor in de kunstgeschiedenis promoveerde (1903). Ze publiceerde geregeld artikelen over oude meesters als Rembrandt en de gebroeders Van Eyck in bladen als De Nieuwe Gids en de NRC.

Herckenrath, Adolf (° 1879 - ✝ 1958)

Dichter, toneelschrijver, boekhandelaar en drukker. Hij was een klasgenoot van Van de Woestijne, en vooral tijdens hun jeugd waren ze goed bevriend. Van de Woestijnes Laethemsche brieven over de lente zijn aan hem gericht.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Naam - uitgever

Naam - instituut/vereniging