<Resultaat 1028 van 1419

>

A A A in excelsis gloria! —
Maar proficiat, Koirele, hoi'k et ooit van ou moete peizen! En hoe gaat het met ou vrêw... goed, zou 'k denke?[1] Wacht tot wij beginnen!!. — Hierbij voor Hr. A[ugust] De Decker-Lemaire uitnoodiging etc. Zorg gij er voor. Tot 15 Mei hebben ze tijd.[2] De tentoonst[elling] is voor 15n Juni, er moet een catal[ogus] gedrukt worden. — Al mijn exkuus voor de karwei met de Heures:[3] uw proza komt aan 't hoofd; ik wacht er op om af te drukken. Kan het tegen a[anstaande] Zondag?[4] Wees dan gezegend! — Van de dassen-conferentie[5] hoorde ik alleen door... Le Matin, waarin ik mijn etiket weeral zag geplakt![6] "De macht der duisternis!" Maar waarom krijg ik geen proef van dien ajuin![7] Ik kom eerstdaag naar Gent moet o.a. foto's koopen voor stadszichten — ik verwittig u. Denkelijk een Zaterdag. Uw verzen zijn van een... hengst![8]
MANE

Annotations

[1] De Bom probeert in de aanhef van deze brief het Gents te imiteren: ‘Maar proficiat, Karel, had ik het ooit van jou moeten denken! En hoe gaat het met je vrouw? Goed, zou ik denken?' Hij verwijst met die laatste zin naar de mededeling van Van de Woestijne dat zijn vrouw zwanger was (zie brief 43). Door het uitlopen van de inkt op het vloeipapier van de kopieboeken is een groot deel van de brief moeilijk leesbaar. De correctheid van de transcriptie is daardoor op sommige plekken niet gegarandeerd.
[2] In verband met de tentoonstelling: zie brief 42, noot 1. De Bom geeft De Decker-Lemaire dus 15 dagen respijt. Zie brief 43.
[4] De eerstvolgende zondag na deze brief was 8 mei 1904.
[5] 'Dassen-conferentie': de lezing van Herckenrath, zie brief 43, noot 4. Zie ook brief 35, noot 2.
[6] Het is onduidelijk wat De Bom hiermee bedoelt.
[7] Adolf Herckenarth wordt hier 'dien ajuin' genoemd omdat hij in Aalst was geboren. De inwoners van die stad kregen in de 19de eeuw de spotnaam 'ajuinen', vanwege de grootschalige uienteelt in de regio.
[8] Verwijzing naar het gedicht van Van de Woestijne in brief 43 (vers 3).

Register

Naam - persoon

Decker-Lemaire, August (° 1885)

Gentse boekbinder die architectuur en decoratieve kunst had gestudeerd aan de Gentse Nijverheidsschool en de stedelijke academie. Hij volgde zijn in 1876 overleden vader op als boekbinder, en was gespecialiseerd in lederen en perkamenten banden.

Herckenrath, Adolf (° 1879 - ✝ 1958)

Dichter, toneelschrijver, boekhandelaar en drukker. Hij was een klasgenoot van Van de Woestijne, en vooral tijdens hun jeugd waren ze goed bevriend. Van de Woestijnes Laethemsche brieven over de lente zijn aan hem gericht.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.