<Resultaat 1042 van 1419

>

Beste Manuël en vrouwe,
"Van Nu en Straks" en de drukproeven zijn zonder letsel ofte mankement in mijn huis toegekomen. En ge zijt wel bedankt.[1]
Gooi die meid aan de deur, dat is de raad die ik u geef. Een meid uit Roermond, dat moet een babbelaarster zijn, die uw huis op straat draagt. En daarom, voorwaar, ik zeg het u, draag haar zelf op straat...[2]
— Wacht een uur: ik moet uitgaan.
II
— Ik ben terug. Ik heb Claus ontmoet,[3] en ge hebt duizend complimenten. Hij vertrekt morgen naar Boulogne, precies gelijk de reisduiven...
Mijne vrouw is er op uit, om in al de winkels te kijken naar de beste en goedkoopste fotos voor u.[4] Als ge dan naar Gent komt — en 't moge spoedig wezen! — weet ge waar naar toe. En daar Mariette goed het "gevoel van het gentsch monument" bezit, zoo en zult gij u niet vergissen...
— Hebt ge "Vl[aamsche] Oogst" ingezien?[5] Niet slecht als samenstelling; maar de drukfeilen! En de typos, in samenzweering met Herckenrath, hebben er me leelijk in geambacht, vindt-de niet? Gelukkig de menschen die niet in verzen schrijven!... De inleiding van Van Langendonck vind ik heel goed;[6] 'tgeen Vermeylen schrijft is van een... ironist;[7] hij doet u concurrentie.
Waar mede wij verblijven, "jusq'au pain, jusqu'au sel, jusqu'à la besace",[8]
U en Uwer Nora:
verkleefde Karel en Mariëtte.

Annotations

[3] Van de Woestijne bedoelt Emile Claus.
[5] Vlaamsche oogst; zie brief 11, noot 1.
[6] Prosper van Langendonck, 'Inleiding', in: Vlaamsche oogst: proza en poëzie van hedendaagsche Zuid­Nederlandsche schrijvers, Amsterdam, 1904, p. XI-XXIII.
[7] August Vermeylen, 'Voorwoord', in: Vlaamsche oogst: proza en poëzie van hedendaagsche Zuid­Nederlandsche schrijvers, Amsterdam, 1904, p. IX-X.
[8] Van de Woestijne haalt twee deviezen van de geuzen door elkaar: 'Fidelles au roy, jusques à porter la besace' (trouw aan de koning, tot het dragen van de bedelzak) en 'Par le sel, par le pain, par la besace, les Gueux ne changeront (point), quoiqu'on fasse!' (Door het zout, door het brood, door de bedelzak, zullen de geuzen niet(s) veranderen, wat men ook doet!).

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Claus, Emile (° 1849 - ✝ 1924)

Vlaamse impressionistische schilder die vanwege zijn luministische werken ook wel 'de zonneschilder' wordt genoemd.

Herckenrath, Adolf (° 1879 - ✝ 1958)

Dichter, toneelschrijver, boekhandelaar en drukker. Hij was een klasgenoot van Van de Woestijne, en vooral tijdens hun jeugd waren ze goed bevriend. Van de Woestijnes Laethemsche brieven over de lente zijn aan hem gericht.

Langendonck, Prosper van (° 1862 - ✝ 1920)

Medestichter van Van Nu en Straks die jarenlang als ambtenaar in Brussel heeft gewerkt. In de redactie van dat tijdschrift was hij de enige katholieke redacteur. Hij was ook ouder dan de anderen. Daardoor fungeerde hij min of meer als hun mentor. Als overgangsfiguur stimuleerde hij hun literaire vernieuwingsdrang, maar vestigde hij ook hun aandacht op het grote talent van enkele voorgangers, zoals Guido Gezelle. Hij publiceerde slechts één bundel romantische gedichten, Verzen (1900). De Bom en vooral Van de Woestijne koesterden een grote bewondering voor hem. Die bewondering nam niet af, ook niet toen Van Langendonck steeds heviger verschijnselen van (erfelijke) schizofrenie begon te vertonen.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.