<Resultaat 1052 van 1419

>

ach, neem me niet kwalijk toch, beste vrienden, dat ik u geen antwoord gaf nog, op uwen schoonen brief van Dinsdag laatst:[1] ik lig getreiterd en geteisterd, gekuld ende gekijsterd met alzoo groote valling,[*] dat Vermeylen erdoor nog een paar dagen zal mogen schuifelen naar zijne Kroniek,[2] en... dat ik bejammere en berouwe u schuld te hebben aan een brief. — Ge moet weten, een valling dat is bij mij éen der zeven plagen van Egijpten (noem ze alle zeven!), of beter, wijl up to date...r: gelijk 't beleg van Port-Arthur:[3] men weet wel wanneer het begonnen is, maar niet wanneer het zal eindigen! Intusschen maak ik neusdoeken vuil bij dozijnen, slurp ik koorts-verdrijvenden kamillen-thee, en schrijf gedachten neêr als deze: "een valling is als een vuurwerk, een misvaren of de verzen van de Meyere: 't maakt veel beslag en 't en laat niets achter." (Ge kunt zien dat-de me dat niet plagieert!)
Ik herlees uwen brief, o Manuël, waarvan de calligraphie me zúlke schoone dingen zegt, dat ze mijn verkoudheid zijn als vliendersyrope,[*] deugdelijk voor de borst.
En als ik nu weêre lees dat gij 't tot taak neemt weêr ne wevers-knoop[*] te maken van Streuvels' rechter- met mijn linker-arm (of omgekeerd, naar uw believen), dan heb ik er genoechte van wtermate.[*] — Ja, ge zult nog wel zien dat, als we er toe komen éens te worden, approximatief, over de zaak van onze gemeene zorg: de keunst!!, dat het dan wel heilzaam zou kunnen worden.
Zie, ik krijg een formidabele tegen-goesting van alle tijdschrifterij. Als men al ziet hoe dat gewoonlijk inéen-zit! "Vlaanderen", dat is nog de treffelijkheid in persoon, bij de rest vergeleken! "De Gids"[4] is de gaarkeuken waar ieder eindigen moet met zijn restantje te brengen, waar dan Van Hall[5] "bouchées à la reine"[*] van meent te maken; "de nieuwe dito",[6] dat is... het levens-verloop van Kloos, helaas!,[7] ofte de gevolgen der over-daad; "Groot-Nederland"[8] stinkt al zoo erg als den "Gids", maar anders: de restantjes geworden tot excrementjes; en de "XXe Eeuw"...[9] maar ge weet dat het verdwijnt; Verwey schrijft me dat hij in ruzie ligt met Van Deyssel: de Nederlandsche literatuur moet het maar weten. Gelukkig is Vic van Boom[10] er nog, wiens energie.:. mais passons.
Weet-de wat míjn ideaal zou zijn? Eenige menschen die werken zouden totdat ze zouden zeggen: dat is nu eens het drukken waard. En ze zouden dan de hoofden bijeensteken, en hun werk voor 't gemak samen uitgeven, in een publicatie die zou verschijnen als 't hún belieft, en heeten zou: "De Roos"... Of liever... 't Ware nog beter, misschien, elk voor zijn eigen te werken en uit te geven; en... naar den duvel met tijdschriften en redacteuren!...
A propos van redacteuren: 'k heb Scharpé ontmoet, die dol van geluk was dat ge hem dat artikel niet hebt geweigerd. — 't Is een goede jongen, die Scharpé, en nog heel naïef. Dat is een geluk als men professor is en vader van familie.
A propos van familie: Louis Ontrop is hier geweest met zijn vrouw. Een goede dag; maar... dat zijn toch geen eigenlijk-schéppende krachten. Ik weet niet: fijn genoeg, en zeer comprehensief, maar van hun eigen slechts nogal veel sentimentaliteit... Enfin, dat ligt nu weêr, zoo'n oordeel, aan den tegenwoordigen toestand van mij; ik hou anders heel veel van Louis... — Ik weet niet waarom ik u dat zeg. Maar ik hou tegenwoordig zooveel van iemand die iets dóet, dat blijkt wél uit zijn eigen krachten te zijn, en tevens bij hem onvermijdelijk...
Ja, werken!... — Intusschen ligt de kroniek voor "Vlaanderen" daar als een ongeboren kind.[11]
— Ik wensch zoo, Manuël, dat ge aan uw boek zoudt voortdoen! Gaat ge míjn verlangen zoo lange laten duren als úw "Verlangen"?[*]
— Maar ik ga eindigen, nietwaar? Mijn brief smaakt even voos als den kamillen-thee die onder mijn neus staat te dampen, en... ik heb het vermogen niet er suiker bij te doen, of melk, of een luttel geutje rhum, 'dat het aroom er van verbetere. Ik sech dan maar adieu: wi bei, wi moeten scheiden.[*] 'k En heb overigens geen ander nieuws meer, dan dat ik dezer dagen zat ben geweest van drie 'alvekens Kümmel te drinken (en ze twijfelen aan de Russische macht!);[*] dat de Meyere mijn laatste kroniek zeer slecht geschreven vindt en meent dat ik niet weet wat ik zeg; dat Ary Delen hem volkomen gelijk geeft... sedert dat hij mijn verzen plagieërt, en... dat ik er achtkantig mijn botten aan veeg,[*] aan dat alles, want het leven is te schoon, niettegenstaande mijn valling.
En niettegenstaande mijn valling ga ik morgen naar Laethem, goed ingeduffeld, in een gerij.[*] En 'k zoek de plaatsekens waar we samen zijn geweest, en 't zal me zachte zijn gelijk een "plaasterke van den ewwe man",[*] dat men op het borstje legt van de kleine Gentsche kinderkes als ze een vallinkske hebben.
Waarmede ik de eer heb u beiden, o Manuël en Nora, een goeden dag toe te hoesten.
Uw Karel
Zoudt-de 't willen gelooven? Ik hoor 'ne nachtegaal slaan in den grooten tuin achter mijn huis. o 't Schoon weêre! — En de tomaten rijpen zoo schoon.
Mariette is spiegels gaan verkoopen.[12] Desniettegenstaande maakt ze aller­vriendschappelijkste buigingen vóor u.

Annotations

[1] De brief is niet bewaard.
[*] 'Gekuld': voor de gek gehouden, bedrogen. 'Gekijsterd' (gew.): weggejaagd, weggeslagen. 'Valling' (gew.): verkoudheid.
[2] Wellicht bedoelt Van de Woestijne zijn literaire kroniek die in november 1904 in Vlaanderen zou verschijnen. Die bijdrage heette 'Beeld en woord' (p. 508-529). Zie ook brief 71, noot 1.
[3] Op 8 februari 1904 hadden de Japanners bij het Chinese Port Arthur (nu Lüshun, op de tip van het schiereiland Liaodong) zonder enige waarschuwing de Russische vloot getorpedeerd, en daarmee een oorlog tussen beide landen in gang gezet. Port Arthur zou capituleren op 20 december 1904. Op 23 augustus 1905 kreeg Japan door het verdrag van Portsmouth Port Arthur in handen.
[*] 'Vliendersyrope': vlierbessensiroop.
[*] 'Wevers-knoop': eigenaardige knoop waarmee gebroken draden op een weefgetouw aan elkaar geknoopt worden.
[*] 'Dan heb ik er genoechte van wtermate': dat doet mij uitermate plezier. De schrijfwijze van 'uitermate' (met een 'w') moet de uitdrukking een archaïsche toon geven. De Bom deed eerder hetzelfde in brief 33 (zie daar ook noot 2). Van de Woestijne zou het in deze correspondentie zelf ook nog enkele keren doen: zie brief 134, brief 138 en brief 170.
[4] Het eerste nummer van het tijdschrift De Gids verscheen in 1837. Het blad bestaat nog altijd.
[5] J.N. van Hall was tussen 1883 en 1916 redacteur en drijvende kracht van De Gids.
[*] 'Bouchées à la reine': koninginnenhapje, kippenpasteitje.
[6] 'De nieuwe dito': Van de Woestijne bedoelt De Nieuwe Gids (1885-1943).
[7] Willem Kloos had in oktober 1885 samen met Frederik van Eeden, Willem Paap, Frank van der Goes en Albert Verwey De Nieuwe Gids opgericht, uit onvrede met de heersende literaire kritiek. Hij was een melancholische bohémien, en omstreeks 1890 begon zijn gedrag pathologische kenmerken te vertonen. In 1893-1894 eiste hij De Nieuwe Gids voor zichzelf op en verminderde het gezag van het tijdschrift, dat vijf jaar na de dood van Kloos ook ophield te bestaan.
[8] Het tijdschrift Groot Nederland was in 1903 opgericht door Cyriel Buysse, W.G. van Nouhuys en Louis Couperus. Het blad heeft bestaan tot 1944.
[9] XXe eeuw (1902-1905) was de voortzetting van het Tweemaandelijksch Tijdschrift (1894-1902) van Lodewijk van Dyssel en Albert Verwey. Het was de voorganger van het eenmanstijdschrift van Verwey, De beweging (1905-1919).
[10] Met 'Vic van Boom' wordt Victor de Meyere bedoeld. De Meyere was in Boom geboren.
[11] Zie [2].
[*] 'Verlangen': zie brief 61, noot 14.
[*] 'Wi bei, wi moeten scheiden': verwijzing naar het tweede vers uit de eerste strofe van het Middelnederlandse 'Een nyeu liedeken'. Dat vers luidt: 'Wy twee wi moeten sceiden'.
[*] 'Kümmel': likeur op basis van kummelkruid (komijn). Volgens de meeste bronnen is het een Nederlands product uit de late 16de eeuw, dat daarna pas in Rusland werd overgenomen. Er bestaat ook een bekende Duitse variant van.
[*] 'Botten': laarzen. Zie brief 31, noot 9.
[*] 'Gerij': paard en rijtuig.
[*] 'Plaasterke van den ewwe [= oude] man': vooral bij arme mensen was het gebruikelijk om een verkoudheid te bestrijden door een kompres met een brijachtige substantie ('plaaster' of 'cataplasma') op de borst te leggen. In de brij werden vaak kruiden verwerkt, zoals kaasjeskruid of kruidnoot.
[12] De ouders van Mariette waren spiegelmakers en -verkopers. Hun winkel in Gent bevond zich in de Limburgstraat, vlakbij het Belfort en tegenover de Sint-Baafskathedraal.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Buysse, Cyriel (° 1859 - ✝ 1932)

Vlaamse romanschrijver van wie het werk gedeeltelijk in de naturalistische (en later realistische) traditie is geschreven. Virginie Loveling was zijn tante. Hij woonde afwisselend in Afsnee en Den Haag. In 1893 behoorde hij tot de stichters van Van Nu en Straks, en in 1903 richtte hij samen met Louis Couperus en Willem van Nouhuys het maandblad Groot Nederland op, dat hij tot zijn dood zou blijven redigeren.

Delen, Ary (° 1883 - ✝ 1960)

Antwerpse kunsthistoricus en schrijver, die deel uitmaakte van het anarchistisch geïnspireerde genootschap dat vergaderde in 'De Kapel' op de Falconrui in Antwerpen.

Deyssel, Lodewijk van (Ps. van Karel Lodewijk Alberdingk Thijm) (° 1864 - ✝ 1952)

Psudoniem van: Karel Lodewijk Alberdingk Thijm

Nederlands criticus en prozaschrijver die een cruciale rol speelde in De Nieuwe Gids en icoon werd van het artistieke individualisme van de Tachtigers. Na een crisis in De Nieuwe Gids richtte hij samen met Albert Verwey het Tweemaandelijksch Tijdschrift op, dat later als De XXe Eeuw werd voortgezet. In 1905 brak hij met Verwey en was hij medeoprichter en eerste voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen.

Eeden, Frederik van (° 1860 - ✝ 1932)

Nederlandse schrijver van poëzie, proza, toneel en essay. Hij stond in 1885 mee aan de wieg van het tijdschrift De Nieuwe Gids, maar keerde het in 1893 de rug toe. Van Eeden was ook psychiater en bezieler van de idealistische kolonie Walden in Bussum.

Hall, Jacob Nicolaas van (° 1840 - ✝ 1918)

Nederlandse schrijver en oprichter van het Toneelverbond. Hij was secretaris van Het Nederlandsch Tooneel en decennialang redacteur van De Gids.

Kloos, Willem (° 1859 - ✝ 1938)

Invloedrijke Nederlandse dichter en criticus. Medeoprichter van de literaire vereniging Flanor (1881). Medestichter en redactiesecretaris van De Nieuwe Gids (1885), waarin hij enkele klassiek geworden sonnetten publiceerde.

Meyere, Victor de (° 1873 - ✝ 1938)

Schrijver en volkskundige. Hij heeft Van de Woestijne geïntroduceerd in de groep rond Van Nu en Straks, het tijdschrift waaraan hijzelf tijdens de eerste reeks meewerkte. Van de Woestijne heeft hem eind april of begin mei 1895 voor het eerst ontmoet.

Nouhuys, Willem Gerard van (° 1854 - ✝ 1914)

Nederlandse criticus en toneelschrijver. Hij stichtte in 1903 samen met Cyriel Buysse en Louis Couperus het maandblad Groot Nederland, waarvan hij tot zijn dood redactiesecretaris was.

Ontrop, Lode (° 1875 - ✝ 1941)

Dichter en musicus. Gedurende enkele jaren – kort voor de eeuwwisseling tot enkele jaren daarna – was hij de intiemste vriend van Van de Woestijne. Hij werd omstreeks 1903 in die rol 'vervangen' door Emmanuel de Bom. De neerslag van zijn vriendschapsrelatie met Van de Woestijne is bewaard in de editie Brieven aan Lode Ontrop. Uitgegeven met een inleiding en aantekeningen voorzien door Anne Marie Musschoot, Gent, Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1985. Over die correspondentie schreef Albert Westerlinck het boek De eerste rijpe jaren van Karel van de Woestijne, beschouwingen rond zijn brieven aan Louis Ontrop (1896-1909), Orbis, Beveren, 1982. Ontrop had in 1899 een zeer kortstondige relatie met Nora Aulit, die later met Emmanuel de Bom zou trouwen.

Ontrop-Breugelmans, Marie (° 1876 - ✝ 1949)

Echtgenote van Lode Ontrop, met wie ze de liefde voor muziek deelde. Ze trouwden in Antwerpen op 30 april 1904. Voor hun huwelijk was Breugelmans al zangeres in een kwartet dat door haar latere echtgenoot werd begeleid, nadien werden ze ook collega's van elkaar: in 1907 werd Breugelmans benoemd als zanglerares aan het conservatorium van Antwerpen, waar ook Ontrop lesgaf.

Scharpé, Lodewijk (° 1869 - ✝ 1935)

Hoogleraar Duitse en Nederlandse filologie aan de Leuvense universiteit. Hij is vooral bekend gebleven dankzij zijn Geschiedenis der Vlaamsche Letterkunde (1910), die hij schreef samen met Th. Coopman. Van bij de start in 1900 was hij redacteur van Dietsche Warande & Belfort .

Streuvels, Stijn (° 1871 - ✝ 1969)

Pseudoniem van: Frank Lateur.

Bakker van opleiding, maar als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, De Gids en De Nieuwe Gids. Hij was een vriend van Van de Woestijne en (vooral) van De Bom. Samen met hen stichtte hij het tijdschrift Vlaanderen (1903-1907). De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Verwey, Albert (° 1865 - ✝ 1937)

Nederlandse dichter en essayist die in 1885 met enkele gelijkgezinden De Nieuwe Gids oprichtte. Vier jaar later verliet hij de redactie om samen met Lodewijk van Deyssel in 1894 het Tweemaandelijksch Tijdschrift voor letteren, kunst, wetenschap en politiek op te richten. Dat blad werd in 1902 omgedoopt in De xxe Eeuw, waar Verwey in 1904 uitstapte om alweer een nieuw blad op te richten, m.n. De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Titel - krant/tijdschrift