<Resultaat 1056 van 1419

>

Gelijk de geringste der redenen, o Manuël, de zwaarste onder de gevolgen hebben kan, en 't vlamken vuurs eens luciferkens 't ontbranden der Vereenigde petrol-tanks, aldus is me gisteren avond, bij 't eenvoudig en onverschillig gebaar van een mij-uwe-uitnoodiging-overhandigenden-brieven-besteller, ineens, als een bliksem schicht die heel den hemel weet in laaie te stellen, de reden van uw stil­zwijgen geopenbaard... Wees dus ontslagen van alle euvele vermoedens, en mijns gezegend (ook Nora, vermits zij het adres geschreven heeft)[1]
Helaas, dat ik niet zelve Zondag het stilzwijgen mag komen verbreken.[2] Maar ik lig hier gebonden gelijk een oud paard, of beter — vermits het hier een moreelen kluister geldt — gelijk een schildwacht voór de deur van het prison. Ik moet, nl. ievers[*] gaan eten, en de gedachte dat ik zooveel aangenamer en nuttiger mijn tijd in Antwerpen zou kunnen slijten geeft me van nu af aan eene indigestie... A propos van ongemakken: onze dubbele valling[3] is nagenoeg gedaan, merci-bien! Maar ik heb nu een anderen last: Verwey heeft me gevraagd voor "de Beweging";[4] ik heb hem geantwoord dat ik van zíjne beweging niet ben; maar hij weder­antwoordt dat ik er zéker van ben, dat ik dus moet meêdoen.[5] — Secundo: van Langendonck noodigt mij uit in de redactie van "Vlaanderen" te treden. 'k Heb ook geweigerd, omdat zooiets nut heeft noch voor "Vlaanderen", noch voor míj. 'k Ben benieuwd wat hij gaat antwoorden.[6]
En dat is al wat ik u te schrijven had. 't En is niet veel, en 't en is niet schoon. Maar ge zoudt wel de kleur van mijn geschrift hebben vergeten!
Dat Gutenberg en Morris, Caxton en G.J. Thieme, Plantin en de Vosenvandergroen,[7] zonder van Buschmann te spreken u in hunne heilige hoede houden. Dat is de hartewensch van uw petekind
Karel van de Woestyne

Annotations

[1] De brief van De Bom waarin die reden uit de doeken wordt gedaan, is niet bewaard.
[2] Op zondag 25 september 1904 zou De Bom een lezing over 'William Morris en zijn invloed op het boek' geven. Die lezing werd nadien gepubliceerd in Ontwaking (1905, p. 201-219; 254-264; 364-371) en verscheen in 1905 als zelfstandige publicatie bij J.B. Madou-Cop (Antwerpen). In 1910 verscheen de tekst opnieuw, dit keer bij Ipenbuur & Van Seldam (Amsterdam). Van de Woestijne zou de lezing uiteindelijk toch kunnen bijwonen (zie brief 77), meer nog: volgens Mariette van de Woestijne zou hij de tekst van De Bom zelfs hebben voorgelezen in de plaats van De Bom. In haar memoires beweert zij dat De Bom en Van de Woestijne de avond voor de lezing samen een fles 'uitstekende rum' hadden gedronken, waardoor De Bom zich op de dag van de lezing te zwak voelde om zelf het publiek toe te spreken, waardoor Van de Woestijne die taak dus van hem zou hebben overgenomen. Zie Els Durnez en Marc Somers: Latemse memoires. Herinneringen van Mevrouw Karel Van de Woestijne en Julius De Praetere, Hadewijch, Antwerpen-Baarn, 1995, p. 65. Het verhaal van Mariette van Hende lijkt te worden bevestigd door Van de Woestijne zelf in brief 160.
[*] 'Ievers': (gew.) ergens.
[4] Na zijn breuk met Lodewijk van Deyssel stichtte Albert Verwey het algemeen-culturele blad De Beweging. Algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde, waarvan het eerste nummer verscheen in 1905. In het tijdschrift, dat beoogde om 'boven gedeeltelijke en tijdelijke bedoelingen aan de Geestelijke Beweging van onzen tijd' uiting te geven, kregen vooral jonge dichters een kans. Het hield stand tot 1919.
[5] Van de Woestijne zou in het laatste nummer van de eerste jaargang van De Beweging twee gedichten publiceren ('Herfstdeun' en 'Lied'). In jaargang 4 (1908, nr. 10) nam het blad zijn gedicht 'Adam' op.
[6] Van de Woestijne trad in 1905 (samen met Victor de Meyere) toch tot de redactie van Vlaanderen toe.
[7] Van de Woestijne bedoelt Pierre van der Groen en Désiré de Vos.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Caxton, William (° 1421 - ✝ 1491)

Eerste drukker van Engelstalige werken. Hij leerde het vak onder meer in Brugge.

Deyssel, Lodewijk van (Ps. van Karel Lodewijk Alberdingk Thijm) (° 1864 - ✝ 1952)

Psudoniem van: Karel Lodewijk Alberdingk Thijm

Nederlands criticus en prozaschrijver die een cruciale rol speelde in De Nieuwe Gids en icoon werd van het artistieke individualisme van de Tachtigers. Na een crisis in De Nieuwe Gids richtte hij samen met Albert Verwey het Tweemaandelijksch Tijdschrift op, dat later als De XXe Eeuw werd voortgezet. In 1905 brak hij met Verwey en was hij medeoprichter en eerste voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen.

Groen, Pierre van der (° 1871 - ✝ 1915)

Drukker. Met Désiré de Vos herdoopte hij in 1897 de Antwerpse typografische drukkerij J.J. Folkerts en Co. (1894) tot De Vos en Van der Groen. Tussen 1900 en 1912 verzorgde het bedrijf het drukwerk van de stad Antwerpen. In 1913 wijzigde de naam van de drukkerij in D. De Vos – Van Kleef, waaraan in 1937 uitgeverij Mercurius werd toegevoegd.

Gutenberg, Johann (° 1398 - ✝ 1468)

Uitvinder van de boekdrukkunst met de losse loden letter.

Langendonck, Prosper van (° 1862 - ✝ 1920)

Medestichter van Van Nu en Straks die jarenlang als ambtenaar in Brussel heeft gewerkt. In de redactie van dat tijdschrift was hij de enige katholieke redacteur. Hij was ook ouder dan de anderen. Daardoor fungeerde hij min of meer als hun mentor. Als overgangsfiguur stimuleerde hij hun literaire vernieuwingsdrang, maar vestigde hij ook hun aandacht op het grote talent van enkele voorgangers, zoals Guido Gezelle. Hij publiceerde slechts één bundel romantische gedichten, Verzen (1900). De Bom en vooral Van de Woestijne koesterden een grote bewondering voor hem. Die bewondering nam niet af, ook niet toen Van Langendonck steeds heviger verschijnselen van (erfelijke) schizofrenie begon te vertonen.

Meyere, Victor de (° 1873 - ✝ 1938)

Schrijver en volkskundige. Hij heeft Van de Woestijne geïntroduceerd in de groep rond Van Nu en Straks, het tijdschrift waaraan hijzelf tijdens de eerste reeks meewerkte. Van de Woestijne heeft hem eind april of begin mei 1895 voor het eerst ontmoet.

Morris, William (° 1834 - ✝ 1896)

Britse drukker, typograaf, ontwerper, socialistische politicus en schrijver. In de laatste jaren van zijn leven maakte hij met de Kelmscott Press in Hammersmith furore als boekdrukker.

Plantijn, Christoffel (° 1520 - ✝ 1589)

Uitgever en drukker. Geboren in de omgeving van Tours en opgegroeid in Frankrijk, vestigde hij zich omstreeks 1549 als boekbinder in Antwerpen. In 1555 vatte hij zijn activiteiten als drukker aan. De Officina Plantiniana groeide uit tot een van de belangrijkste drukkerijen van Europa.

Thieme, G.J. (° 1827 - ✝ 1889)

Zoon van C.A. Thieme en neef van D.A. Thieme. Drukker te Arnhem, uitgever van de Arnhemsche Courant.

Verwey, Albert (° 1865 - ✝ 1937)

Nederlandse dichter en essayist die in 1885 met enkele gelijkgezinden De Nieuwe Gids oprichtte. Vier jaar later verliet hij de redactie om samen met Lodewijk van Deyssel in 1894 het Tweemaandelijksch Tijdschrift voor letteren, kunst, wetenschap en politiek op te richten. Dat blad werd in 1902 omgedoopt in De xxe Eeuw, waar Verwey in 1904 uitstapte om alweer een nieuw blad op te richten, m.n. De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde.

Vos, Désiré de (° 1874 - ✝ 1956)

Drukker. Zie Pierre van der Groen.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Titel - krant/tijdschrift