<Resultaat 1066 van 1419

>

.... 't En is maar, Manuël, dat wij wilden weten of gij nog leeft, en of gij misschien ziek zijt, of Nora zuchtig[*] wegens deze of geene calamiteit...
Als calamiteit, heb ik alleen deze te vermelden dat Vermeylen hier gisteren is geweest, met het doel mij eindelijk tot redacteur-zijn van "Vlaanderen" over te halen, en... dat ik dan toch maar "ja" heb gezeid.[1] En aldus zullen voortaan de ingezonden gedichten de handen van van Langendonck en van mij passeeren.[2] Het zal er stuiven!...
Vermeylen: zeer correct; over u: anders niet dan lof en waardeering; niets dat eenigszins koelte tusschen u beiden zou hebben doen vermoeden. 't Is ne diplomaat, dienen meneer.
Waarmede ik de heer heb u te groeten,[3] met evenveel gratie als voor Nora. En Mariette zegt ook Bonzoer.
Uw Karel

Annotations

[*] 'Zuchtig': ziek(elijk).
[1] Vlaanderen (1903-1907) was in 1903 van start gegaan met als redactie: Herman Teirlinck, August Vermeylen, Stijn Streuvels, Emmanuel de Bom, Alfred Hegenscheidt en Prosper van Langendonck. Teirlinck had het initiatief genomen om het tijdschrift op te richten, maar vanaf 1904 deelde hij de leiding met Vermeylen. In het begin van 1905 traden Van de Woestijne en Victor de Meyere samen toe tot de redactie. Terwijl De Meyere na iets meer dan een jaar al weer opstapte, werd Van de Woestijne in 1906 redactiesecretaris. In 1907 werd zijn plaats door Lodewijk de Raet ingenomen.
[2] Van de Woestijne en Van Langendonck waren de enige dichters in de redactie. Hegenscheidt schreef in deze periode ook nog wel poëzie, maar was toch vooral belangrijk als essayist.
[3] 'De heer': wellicht geen verschrijving maar als grap bedoeld.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Hegenscheidt, Alfred (° 1866 - ✝ 1964)

Bioloog, aardrijkskundige, musicus, dichter en filosoof. Hij werkte als hoogleraar aan de ulb. Zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks waren het opstel 'Rythmus' en het lyrische drama Starkadd.

Langendonck, Prosper van (° 1862 - ✝ 1920)

Medestichter van Van Nu en Straks die jarenlang als ambtenaar in Brussel heeft gewerkt. In de redactie van dat tijdschrift was hij de enige katholieke redacteur. Hij was ook ouder dan de anderen. Daardoor fungeerde hij min of meer als hun mentor. Als overgangsfiguur stimuleerde hij hun literaire vernieuwingsdrang, maar vestigde hij ook hun aandacht op het grote talent van enkele voorgangers, zoals Guido Gezelle. Hij publiceerde slechts één bundel romantische gedichten, Verzen (1900). De Bom en vooral Van de Woestijne koesterden een grote bewondering voor hem. Die bewondering nam niet af, ook niet toen Van Langendonck steeds heviger verschijnselen van (erfelijke) schizofrenie begon te vertonen.

Meyere, Victor de (° 1873 - ✝ 1938)

Schrijver en volkskundige. Hij heeft Van de Woestijne geïntroduceerd in de groep rond Van Nu en Straks, het tijdschrift waaraan hijzelf tijdens de eerste reeks meewerkte. Van de Woestijne heeft hem eind april of begin mei 1895 voor het eerst ontmoet.

Raet, Lodewijk de (° 1870 - ✝ 1914)

Figuur uit de Vlaamse beweging die pleitte voor een sterk economisch programma voor Vlaanderen en hamerde op het belang van het Nederlands in het onderwijs. In 1889 stichtte hij samen met August Vermeylen en Hubert Langerock het tijdschrift Jong Vlaanderen.

Streuvels, Stijn (° 1871 - ✝ 1969)

Pseudoniem van: Frank Lateur.

Bakker van opleiding, maar als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, De Gids en De Nieuwe Gids. Hij was een vriend van Van de Woestijne en (vooral) van De Bom. Samen met hen stichtte hij het tijdschrift Vlaanderen (1903-1907). De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Teirlinck, Herman (° 1879 - ✝ 1967)

Auteur van romans, poëzie en theater. Heeft zowel aan Van Nu en Straks, Vlaanderen als aan het Nieuw Vlaams Tijdschrift meegewerkt, waardoor hij als het ware een halve eeuw de literatuur en de geest van de Van Nu en Straks'ers heeft voortgezet. Samen met Van de Woestijne publiceerde hij in 1928 de brievenroman De leemen torens.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.