<Resultaat 1092 van 1419

>

Beste Vrienden,
Duizendmaal excuus, maar 'k en heb werkelijk nog den tijd niet gehad. Woensdag laatst was ik aan een brief begonnen, — maar 't was er tot op heden niet van gekomen hem verder te schrijven; en nu was hij niet "actuëel" genoeg meer, niet meer "up to date". Ik herbegin dus; — God geve dat ik tot het einde gerake.
— Maar ik laat het woord aan Mariette. Ziehier haar phonographisch relaas, dus (de spelling is van mij):
"Beste, beste, beste vrienden"
"Ik ben zeer getroffen geweest van te vernemen dat ge naar Gent gekomen waart om u van mij te informeeren.[1] Ik heb waarlijk maar éen spijt: dat ik u dan niet gezien heb. 'k Wete dat Nora heel veel met mijnen kleinen Paul gespeeld heeft, en dat doet mij veel plezier. — 'k Ben nu volop aan de genezing. 'k Mag nu bouillon drinken, melk, een glas porto en drij eiers, en van tijd tot tijd een klein sneukelderijtje.[*] De consultanten[*] zijn Donderdag voor 't laatst geweest. Ze hebben gezeid dat ik nog veertien dagen in mijn bed moest blijven, en dat het nog wel een maand zal zijn vóor ik definitief op de been zal zijn. 't Is nog lang, maar 'k ben toch kontent omdat ik nog leve, want 'k ben zoo dichte bij de dood geweest. Ge weet dat we van den Zomer naar Laethem gaan, en ik reken vast op ten minste veertien dagen bezoek. "Il y aura du jambon à discrétion".[*] 'k Heb nog wat pijn in mijn buik, en 't is dat wat mij belet geheel en gansch goed te zijn. 'k Zou dieën buik 'k en weet niet wáar wenschen; 't is er eene gelijk van een Congolander: hij vervélt, 't is komiek om zien. Maar hij is toch niet dikke meer. Mijne beenen zijn zoo stijf als stokken, en ik ben zoo mager als een graat. Ik krijg een gansch nieuw "enveloppe": 'k ben aan 't vermuiten,[*] gelijk de kiekens. Ik ben zoo haastig u eens weêr te zien, om u te bedanken. — Charel dieën dompeleire[*] is al zeven weken zonder uit zijne broek te gaan. Hij is zoo moe of nen hond; 't is hoogen tijd dat ik genezen ben; want om de waarheid te zeggen ik begin het beu te worden. — Paul is geheel zijn papa, niewaar? En hoe vindt-de mijnen kleine? 't Zal nen kloeken kerel worden, niewaar? En Nora zal zijn portret trekken met zijn poepken bloot.[*] Ge moet weten dat ik u alle twee heel geerne zie, omdat ge bij mij gekomen zijt. Dat is waarlijk heel heel charmant; ik zal het nooit nie vergeten. En daarom zend ik u alle twee heel veel totjes,[*] aan Manuël ook. Nora moet niet jaloersch zijn: 't en is maar voor éenen keer. Charel moet ook niet jaloersch zijn. Charel al zijn haar is af; ge zoudt hem niet herkennen. En 'k schei er uit om u te zeggen, dat ik ben van [afbeelding]
uw
Mariette
Zôt!!! "Bien dormir"
— Ziedaar 't stenographisch verslag. Ge ziet dat er 't leven weêr in is, en — 't is een pak van mijn hart: ik mag het u verzekeren! Nu stillekes áan er weêr sterkte in krijgen, heel voorzichtig, en dan: leve de vreugd... Gij zult ze deelen, hoop ik, van Zomer te Laethem. We verhuizen, denk ik, in den aanvang van April: van nu af aan is het huis gehuurd.[2] Ik ga er de volgende week eens heen, om alles in orde te laten brengen. — Mariette doet me nog zeggen dat we in de bosschen zullen gaan liggen, Claus bezoeken, enz.
En wanneer hooren we nu eens iets van U?
Neem me niet kwalijk: hier schei ik er uit. Zoudt ge willen gelooven dat ik niet meer in staat ben twee gedachten aaneen te knoopen? — Maar 't zal ook al beteren, als ik mij eens goed zal mogen uitslapen...
En nu, tot weêrziens, en
van harte verkleefd
Uw
Karel

Annotations

[*] 'Sneukelderijtje': een lekkernijtje, iets om van te smullen.
[*] 'Consultanten': raadgevers. Van de Woestijne bedoelt de artsen die zijn echtgenote behandelden.
[*] 'Il y aura du jambon à discrétion': Er zal ham zijn naar believen.
[*] 'Vermuiten': ruien.
[*] 'Dieën dompeleire': die stakker, die sukkelaar.
[*] 'Een portret trekken met zijn poepken bloot': een foto nemen waarop Paul met blote billen (en dus helemaal naakt) staat.
[*] 'Totjes': kusjes.
[2] Vanaf circa 20 mei zouden ze het huis betrekken dat Gustave van de Woestijne had gehuurd in de Latemstraat, nr. 7 (nu 16). De schilder zelf was daar op 1 april 1905 al ingetrokken. Tot dan had hij gewoond in de Latemstraat, nr. 16 (nu 43).

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Claus, Emile (° 1849 - ✝ 1924)

Vlaamse impressionistische schilder die vanwege zijn luministische werken ook wel 'de zonneschilder' wordt genoemd.

Woestijne, Gustave van de (° 1881 - ✝ 1947)

Van zijn drie broers had Karel van de Woestijne met Gustave het beste contact, al was het maar omdat ze beiden artistieke aspiraties hadden. Na hun jeugdjaren in Gent vestigden ze zich in 1900 in Sint-Martens-Latem en werden ze spilfiguren van de eerste groep Latemse kunstenaars. Gustave groeide uit tot een van de bekendste Vlaamse schilders van de twintigste eeuw.

Woestijne, Paul van de (° 1905 - ✝ 1963)

Zoon van Karel van de Woestijne, die na zijn proefschrift als specialist in middeleeuws Latijn aan de universiteit van Gent verbonden was.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.