<Resultaat 1017 van 1419

>

KAREL VAN DE WOESTYNE aan
Neen, Manuël, ze zullen mij niet dikwijls meer op eene redactiezitting zien![1] Al die would-be geestigheid, de valsche studentikositeit van Vermeylen, de hatelijke vriendelijkheid van De Meyere, die gemaakte rondheid van allemaal, dat suiker-breken op den rug van de afwezige vrienden,[*] en dat gedwongen-fuiven, en dan nog zoo vele andere dingen: neen, men zal er me niet meer zien. 't Is overigens volkomen onnoodig dat ik me daarvoor derangeer:[*] ze kunnen die zaakjes wel zónder mijne aanwezigheid schikken, en ik vraag me meer en meer af wat ik doe in die "galère"![*] — Enfin, 't zal zich in de toekomst bepalen tot mijn naam op den omslag! Ik hou niet van die... joviale achterdocht (want dat is de juiste benaming); en de eenige menschen die ik met echte genegenheid er had kunnen vinden, en die me van de anderen hadden getroost, waren afwezig: gij en van Langendonck, die heelemaal niet goed is, schijnt het.[2] Enfin, ik zal ze — gedwongen — nog allemaal eens samen in Laethem ontvangen, en daarna redacteur ik niet meer meê!
— Ziezoo, nu ben ik een beetje ontlast van mijn redactoriale kregeligheid. Gij begrijpt die, nietwaar? — Voeg daarbij dat de Meyere goed had gevonden Jan Eelen, zoet als een gelubde, meê te brengen, en den dom-pretentieuzen Arie Delen, een beetje bedremmeld in mijne aanwezigheid, waarschijnlijk omdat hij zich zijn plagiaat te mijnentwege herinnerde...[3]
— Maar enfin, laat ons daar nu maar over zwijgen! — Ik zal er niet meer terug keeren! En ik weet wel dat ik me over veertien dagen beter amuseeren zal, als gij naar St Amandsberg komt. Want dat blijft toch afgesproken? Hebt ge kaarten voor dieën festival?[4] Of zal ik daar voor zorgen? Schrijf me daarover eens.
Tegen éen Mei zal alles op Laethem klaar zijn, en wíj er definitief thuis. Dan wordt er daar een goed en vredig leven, en goed werken. Mariette is er al op verlekkerd. Ze is nu bijna-volkomen goed: ze zit hier naast mij op een stoel, terwijl kleine Paul aan 't frazelen is in zijne wieg.
Neem me niet kwalijk: ik moet hier uitscheiden. Er komen tegenwoordig zooveel menschen! En stuur ik de brief nú niet op, dan gaat hij niet voor drie dagen weg.
Onze hartelijkste groeten dus voor Nora en u, mijn herhaalde spijt dat ik u zaturdag niet zag, en de hoop dat de veertien dagen gauw om zijn
Uw
op-de-redactiezitting-verkouden-en-niezende
Karel

Annotations

[1] De redactievergadering van Vlaanderen vond plaats op 11 maart 1905 (zie brief 115). De Bom was niet aanwezig.
[*] 'Suiker-breken op den rug van de afwezige vrienden': gallicistische vertaling van 'casser du sucre sur les dos de quelqu'un' (kwaadspreken over afwezigen).
[*] 'Dat ik me daarvoor derangeer': 'dat ik daarvoor mijn plannen wijzig' (dat ik moeite doe om te gaan).
[*] 'Galère': hel, galei, slavenarbeid.
[2] Bij Van Langendonck manifesteerden zich in het laatste decennium van de 19de eeuw de eerste tekenen van (erfelijke) schizofrenie. Hij was vaak nukkig, werd soms verbaal agressief en bleef langdurig depressief. Bij zijn dood in 1920 was hij krankzinnig.
[3] Van de Woestijne herhaalt deze beschuldiging in brief 123, maar er werd geen informatie teruggevonden over een gedicht waarin Delen het werk van Van de Woestijne zou hebben geplagieerd.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Delen, Ary (° 1883 - ✝ 1960)

Antwerpse kunsthistoricus en schrijver, die deel uitmaakte van het anarchistisch geïnspireerde genootschap dat vergaderde in 'De Kapel' op de Falconrui in Antwerpen.

Eelen, Jan (° 1877 - ✝ 1970)

Antwerpse dichter uit de groep rond de tijdschriften Ontwaking en De Alvoorder. Hij maakte deel uit van de literaire vereniging 'Elck wat wils'.

Langendonck, Prosper van (° 1862 - ✝ 1920)

Medestichter van Van Nu en Straks die jarenlang als ambtenaar in Brussel heeft gewerkt. In de redactie van dat tijdschrift was hij de enige katholieke redacteur. Hij was ook ouder dan de anderen. Daardoor fungeerde hij min of meer als hun mentor. Als overgangsfiguur stimuleerde hij hun literaire vernieuwingsdrang, maar vestigde hij ook hun aandacht op het grote talent van enkele voorgangers, zoals Guido Gezelle. Hij publiceerde slechts één bundel romantische gedichten, Verzen (1900). De Bom en vooral Van de Woestijne koesterden een grote bewondering voor hem. Die bewondering nam niet af, ook niet toen Van Langendonck steeds heviger verschijnselen van (erfelijke) schizofrenie begon te vertonen.

Meyere, Victor de (° 1873 - ✝ 1938)

Schrijver en volkskundige. Hij heeft Van de Woestijne geïntroduceerd in de groep rond Van Nu en Straks, het tijdschrift waaraan hijzelf tijdens de eerste reeks meewerkte. Van de Woestijne heeft hem eind april of begin mei 1895 voor het eerst ontmoet.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Woestijne, Paul van de (° 1905 - ✝ 1963)

Zoon van Karel van de Woestijne, die na zijn proefschrift als specialist in middeleeuws Latijn aan de universiteit van Gent verbonden was.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.