<Resultaat 1120 van 1419

>

KAREL VAN DE WOESTYNE aan
Manuël de Bom.[1]
Drie gevleugelde woorden, Manuël,
Ik onderwerp u volgend geval. Vóor veertien dagen stuur ik aan Van Langendonck en aan Ontrop mijn boek: een gebonden exemplaar nogal, waarvan ik er maar vier kreeg. — Intusschen schrijf ik brief op brief over "Vlaanderen". (Eerste punt.)
Vóor twee maand komt van Langendonck hier persoonlijk aandringen dat ik secretaris van "Vlaanderen" zou worden, en we beramen samen een plan. (Tweede punt)
Nu ontvang ik nóch van Ontrop, nóch van V[an] Langendonck het minste woordje dank over mijn boek, niet het minste berichtje over "Vlaanderen", maar... Constant Eeckels treft ze samen aan bij Mejuffer Belpaire die getracht heeft v[an] Langendonck om te koopen vóor enkelen tijd!...[2]
Wat moet ik daaruit besluiten?
Van Lang[endonck] die me heel den last van "Vlaanderen" op den nek laadt, me geen antwoord geeft als ik er hem over schrijf, geen woordje uitasemt over mijn boek, en — gaat flirteeren,[*] in compagnie van Ontrop, met de verklaarde vijandin van "Vlaanderen"...
Hebt ge een uitlegging daarvoor?
Zie, ik weet wel dat het slecht is, kwade vermoedens te hebben, — maar zich laten bedotten is toch óok niet goed...
Kunt ge mij gerust stellen, doe het seffens, — want ik zou het niet mooi vinden dat vooral nu van Langendonck ons verraden zou
Blijve, met buiging voor Nora
Uw verplakte
Karel

Annotations

[1] De datering van deze brief is onzeker. Uit het poststempel is niet op te maken in welke maand de brief is verstuurd, maar wel dat het op de 15de was. Dat hij is gearriveerd op 16 december, is plausibel vanwege de vermelding van het bezoek van Van Langendonck 'vóor twee maand'. Van Langendonck verbleef eind september een week in Latem (zie brief 131). Dan heeft Van de Woestijne zich wel vergist met de vermelding van 'vóor veertien dagen' in verband met het opsturen van zijn nieuwe boek. In brief 138 (van 13 november) uitte hij al zijn wrevel in verband met het stilzwijgen van Ontrop en Van Langendonck over die nieuwe publicatie.
[2] Klaarblijkelijk heeft Belpaire geprobeerd om — wellicht op grond van zijn katholieke achtergrond — Van Langendonck te binden aan haar tijdschrift, Dietsche Warande & Belfort, en hem dus weg te kapen bij Vlaanderen, waar hij eigenlijk meer thuishoorde.
[*] 'Flirteeren': flirten.

Register

Naam - persoon

Belpaire, Marie Elisa(beth) (° 1853 - ✝ 1948)

Vlaamse prozaschrijfster en vertaalster die mee aan de wieg stond van het tijdschrift Dietsche Warande & Belfort. Aan de door haar gestichte modelschool voor meisjes, het Belpaire-Instituut, heeft Van de Woestijne twee jaar lesgegeven (1909-1911). Belpaire was ook betrokken bij de oprichting van de Katholieke Vlaamse Hogeschool voor Vrouwen en de Vrouwenbond Constance Teichmann.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Eeckels, Constant (° 1879 - ✝ 1955)

Antwerpse dichter en kunstcriticus. Oprichter en redacteur van het tijdschrift Vlaamsche arbeid.

Langendonck, Prosper van (° 1862 - ✝ 1920)

Medestichter van Van Nu en Straks die jarenlang als ambtenaar in Brussel heeft gewerkt. In de redactie van dat tijdschrift was hij de enige katholieke redacteur. Hij was ook ouder dan de anderen. Daardoor fungeerde hij min of meer als hun mentor. Als overgangsfiguur stimuleerde hij hun literaire vernieuwingsdrang, maar vestigde hij ook hun aandacht op het grote talent van enkele voorgangers, zoals Guido Gezelle. Hij publiceerde slechts één bundel romantische gedichten, Verzen (1900). De Bom en vooral Van de Woestijne koesterden een grote bewondering voor hem. Die bewondering nam niet af, ook niet toen Van Langendonck steeds heviger verschijnselen van (erfelijke) schizofrenie begon te vertonen.

Ontrop, Lode (° 1875 - ✝ 1941)

Dichter en musicus. Gedurende enkele jaren – kort voor de eeuwwisseling tot enkele jaren daarna – was hij de intiemste vriend van Van de Woestijne. Hij werd omstreeks 1903 in die rol 'vervangen' door Emmanuel de Bom. De neerslag van zijn vriendschapsrelatie met Van de Woestijne is bewaard in de editie Brieven aan Lode Ontrop. Uitgegeven met een inleiding en aantekeningen voorzien door Anne Marie Musschoot, Gent, Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1985. Over die correspondentie schreef Albert Westerlinck het boek De eerste rijpe jaren van Karel van de Woestijne, beschouwingen rond zijn brieven aan Louis Ontrop (1896-1909), Orbis, Beveren, 1982. Ontrop had in 1899 een zeer kortstondige relatie met Nora Aulit, die later met Emmanuel de Bom zou trouwen.

Titel - krant/tijdschrift