<Resultaat 1152 van 1419

>

Manuël, we zijn weg! 't Is te zeggen: 'k ga meê naar dat Amsterdam.[1] 't Zal mij plezier doen, dat eens te gaan bezien, dat Holland waar ik al zoo veel heb van hooren spreken, en al die kaaskoppen ook, en 'k ben zeker dat we ons niet zullen embêteeren. Die vereeniging van letterkundigen is wel minder amusant, en ik doe er niet gaarne aan meê; maar enfin, men komt er eens meê onder de menschen, en dat kan geen kwaad. Daarbij, daar is iets te doen voor "Vlaanderen": Boeken (sympathiek!) uitnoodigen voor 't Julinummer, en voor later Robbers en Coenen. Doet de Meester daar ook aan meê?... En dan, 't beste van al: bezoek bij Kobe van Looy... — A propos: weet gij niet of Carel Scharten nog aan 't Handelsblad als Parijsch correspondent verbonden is?[2] Anders: dat is een plaatseken dat me lijken zou, en 'k zou er niet tegen op zien, om een jaar of zoo naar Parijs te gaan wonen... Maar, o Manuël, er is... een "maar". Gij schrijft: reis-kosten gratis. Leg mij dat ne keer uit. Ge moet weten: overvloed van duiten heb ik alles behalve; en als zoo'n reis meer dan duzend frank zou kosten, hing ik me nog liever op dan meê te gaan.... — Neen, ernstig gesproken, en de hand op uwen porte-monnaie: hoeveel gaat me dat wel kosten, 't drink-geld aan den garçon inbegrepen? Ik zou dat moeten weten, ziet-de, om mijnen bankier te verwittigen...
We zijn dus weg, 't is te zeggen: op Zondag, 3 Juni, ziet-de mij op 'nen schoonen avond in Antwerpen (of in Cappellen, ad libitum) aan wal stappen. Met een beminnelijken glimlach biedt gij mij een bed aan, opdat ik slape. 's Anderen daags neemt de stoomwagen naar Amsterdam ons op; ik zet mij met mijn aan­gezicht naar de locomotief (anders word ik ongemakkelijk) en — daar gaat-ie op zijn vier paar raadren. Zonder al te veel staatsie (wij reizen incognito, met een slap hoedje, zonder bagage) stappen wij op 't welgekende perron, waar reeds de brilglazen van Robbers ons begluren. Aan de photographen die daar staan wordt verboden ons te trekken.[*] Altijd als eenvoudige stervelingen, gaan we iets eten — ik doe u opmerken dat het over twaalven is — en... wie weet wat het noodlot ons voor 't overige van den dag verbergt?!... Ekcetera voor den Dinsdag, en — den Woensdag doet ge mij 't genoegen, mij tot aan Laethem te vergezellen, waar ik in de armen van vrouw en kind mijn ledigen geld-beugel uitstort.
Is 't afgesproken?
Waarmede ik verblijf, na eenige welgemeende groeten aan Nora en dito vingerdrukkingen aan u
Uw verkleefden
Karel.
P.S. Deze brief is streng-persoonlijk, en wordt bij mijne volledige werken (posthume uitgave, ne varietur) niet ingelascht.

Annotations

[1] Van de Woestijne en De Bom verbleven tussen 4 en 7 juni 1906 samen in Amsterdam ter gelegenheid van een bijeenkomst van de Nederlandse Vereeniging voor Letterkundigen.
[2] Scharten was in het voorjaar van 1905 uit Parijs teruggekeerd en werkte dus niet meer als buitenlandse correspondent voor het Algemeen Handelsblad.
[*] 'Trekken': (gew.) een foto nemen.

Register

Naam - persoon

Boeken, Hein Jan (° 1861 - ✝ 1933)

Nederlandse dichter. Trouwe vriend van Willem Kloos en redacteur van De Nieuwe Gids.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Coenen, Frans (° 1866 - ✝ 1936)

Nederlandse schrijver van romans, verhalen, essays en literaire kritieken.

Looy, Jacobus van (° 1855 - ✝ 1930)

Nederlandse schrijver van proza en poëzie die ook furore maakte als grafisch kunstenaar. In 1885 had hij zijn literaire debuut gemaakt in De Nieuwe Gids. Hij correspondeerde geregeld met De Bom.

Meester, Johan de (° 1860 - ✝ 1931)

Prozaschrijver en journalist. Tussen 1886 en 1891 was hij vanuit Parijs correspondent voor het Handelsblad, om vervolgens tot 1927 als criticus te werken voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Het proza van De Meester (o.m. Een huwelijk, 1890 – Zeven vertellingen, 1899 – Louise van Breedevoort, 1903 en Geertje, 1905) is vaak neerslachtig van toon.

Robbers, Herman (° 1868 - ✝ 1937)

Nederlandse prozaschrijver en criticus. In 1905 werd hij medewerker van Elseviers geïllustreerd maandschrift en stond hij mee aan de wieg van de (Nederlandse) Vereniging van Letterkundigen.

Scharten, Carel (° 1878 - ✝ 1950)

Nederlandse dichter, criticus en romancier. Sinds 1902 werkte hij mee aan De Gids. Samen met zijn vrouw Margo Antink verbleef hij tussen 1901 en 1905 in Parijs. In die periode werkten ze beiden als correspondent voor Het Handelsblad.

Woestijne, Paul van de (° 1905 - ✝ 1963)

Zoon van Karel van de Woestijne, die na zijn proefschrift als specialist in middeleeuws Latijn aan de universiteit van Gent verbonden was.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Titel - krant/tijdschrift