<Hit 1159 of 1419

>

Duizend maal dank voor uwe deelneeming, en al het goede dat ge mij schrijft,[1] ik heb eenige onuitsprekelijke dagen doorleefd, maar nu, God dank is het beter, Karel is sinds gisterenavond buiten gevaar,[2] maar hij was zondag en maandag, werkelijk heel slecht, de dokter sprak van "berechten" ge kunt wel denken, ik was hier alleen, zonder hulp van niemand, ik moest voor Karel een vriendelijk gelaat op zetten, en 'k was bijna dood van schrik en verdriet, maar nu ben ik weer vroolijk, ik heb me zeldzaam zoo gelukkig gevoeld als nu, dat ik weet dat Karel zal genezen, Natuurlijk, veel zorgen maar dat is me nu gansch onverschillig — als hij maar goed wordt, zeker geen Bourgogne meer, dat is voor altijd uit. Ik kreeg ook een heele vriendelijke brief van Vermeylen,[3] hij schrijft mij als het noodig zou zijn hem alle "Vlaanderen papieren" op te zenden voor maand Augustus ik dank u dus zeer voor uw aanbod maar ik zal maar dat corvée aan Vermeylen over laten,[*] ge hebt ook al genoeg het uwe beste Manuel. Ik denk dat Karel eene maand de kamer zal moeten houden, en nog 8 dagen het bed, maar hij is zoo goed gesteund, en heeft veel moed, hij spreekt, van zelven "Vlaanderen" bij een te brengen voor Aug[ustus] Maar ik zal zien of de dokter toelaat, tot hier toe moet hij heel heel gerust wezen "calme absolu" zoo niet gaat de wonde niet toe![*] Heb, ik wel verstaan, is het aan mij dat ge wat wilt opdragen beste Emmanuel, 't is aller vriendelijkst van u, en het doet mij veel genoegen; Wij denken veel, aan onze goede beste Nora, Karel zei mij, dat hij ze zoo goed vond bij zijn bezoek te Cappellen, ik vraag daar juist aan Karel of ik u mag alle twee komen bezoeken, als hij beter is, het is zoo onuitsprekelijk lang dat ik Nora gezien heb, en het zal me waarlijk zeer verheugen, een paar uren met haar over te brengen! dus ik doe de reis ik alleen, en ik kom bij Nora, binnen een maand of zoo; vertel het haar Manuel, en doet haar veele komplimenten van ons beiden en Paul, die een eerste deugeniet wordt; Ik schrijf u later nog eens over den toestand van Karel, en dank u nog duizend maal voor uwen goeden brief,
Van ganscher harte
Uw Mariette
Dag Nora, dag Manuel
't En zal nu nog niet zijn dat ge mijn lijkrede zult uitspreken
Karel (van in bed)
in de slijpstraat altijd zelfden toestand![4]

Annotations

[1] De brief is niet bewaard.
[2] Een etterende maagwonde was bij Van de Woestijne opengebarsten. Dat bezorgde hem niet alleen heel veel pijn, maar tijdelijk ook de vrees voor zijn leven.
[3] De brief is niet bewaard.
[*] 'Corvée': karwei.
[*] 'Calme absolu': volstrekte rust.
[4] Dit postscriptum staat in de rechtermarge van de laatste beschreven bladzijde van de brief. In verband met de zaak in de Slijpstraat, zie brief 171, brief 180 en brief 185.

Register

Name - person

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Woestijne, Paul van de (° 1905 - ✝ 1963)

Zoon van Karel van de Woestijne, die na zijn proefschrift als specialist in middeleeuws Latijn aan de universiteit van Gent verbonden was.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.