<Resultaat 1160 van 1419

>

Cappellen,
Antw[erpsche] Steenweg, 70.

Confidentiëel
Beste Mariette,
Op uw schoonen brief kon ik nog geen geluid geven.[1] We zijn nu pas 2 dagen in ons woning getrokken. 't werd tijd, want ik zou mijn "belle-mère" anders nog... enfin!... —[2]
Gelukkig dat Karel aan de beterhand is, zoo'n zweeragie is geen ding om mee te lachen.[*] 'k wou dat ik het recht had uit te roepen: Sober leven — calme et inodore[*] — melk — rust — etc. Maar waarom raad geven? Ik heb hem zelf zóo noodig. Robbers vroeg naar uw gezondheid.[3]
Hoe lang gaat dat nu nog duren? Het valt eigenlijk heel slecht. Want ziehier een brief dien ik heden morgen van Johan de Meester krijg. Ik citeer: ('t is héél vertrouwelijk zulle!)
"Lemaire, corr[esponden]t te Brussel, heeft tegen 1 Juli ontslag gevraagd.[4] Hij maakte 1500 francs per jaar. Meer denkt de heer Zaaijer (hoofdredacteur) niet,[5] dat zijn opvolger zal maken. "Weet gij iemand? Is het iets voor den dichter uit dat dorp met den langen naam? Of zou Vermeylen willen? "Maar er moet vaak over politiek geschreven en in den (oud-liberalen) geest van de N.R.C.[6] Soms over openbaar (mondain) leven, stadsbestier en kunst. "Er is van het baantje iets te maken. Woestijne zou vlugger en gewoner taal moeten schrijven dan hij gewoon is. “Denk er eens over”.
Nou! — Wat peisde daar zelf over, Karel? — Ik beken dat ik den knoop niet durf doorhakken. 'k Zal u zeggen, die Brusselsche correspondent Lemaire is tevens de hoofdredacteur van de... Etoile belge,[7] en ik geloof dat zijn torve proza nog telkens moest vertaald worden, waarvoor hij wellicht een gejeimschrijver had. En dat alles voor 1500! —
Gij zijt natuurlijk tot álles bekwaam wat gij wilt. Maar... wilt gij, kunt gij... etc.? Ik zou u als ge wilt, eens eenige stukskes opzoeken van den Bruss[elschen Correspondent]: het was onzalig-droog, impersoneel, en stipt alle maandagen. Maar ze hebben eigenlijk behoefte aan zoo'n droog-zakelijke politieker. De man schreef over niets anders. En daar ik er nooit over schrijf, was die behoefte voor de R[o]t[terdamsche Courant] des te grooter. Ze hebben een man noodig die hen vertegenwoordigt. Wie is die man? 'k Zou wel willen dat ook dáár nieuw leven kon ingespoten worden. Maar dan moest het iemand zijn, die er niets bij te verliezen heeft. Iemand die een goeie betrekking heeft die hem desnoods schadeloos kan stellen als hij — wat gemakkelijk gebeurt in 't eerste jaar — zijn kassaart krijgt.[*] Teirlinck zou zeker willen, maar, al heeft hij mij zelf voorgesteld aan de Meester destijds, aan hem durf ik in de eerste plaats niet denken. Wij moeten gasten hebben waar we tot op den bodem van zien kunnen...
Gelooft gij dat ge, lichamelijk, voor zulke karwei geschapen zijt? 't Is een wreed werk zulle, en als ge wilt — stillekes, zonder het te laten merken — méér winnen dan 1500, dan moet ge veel in 't Parlement zitten... wat weet ik al!
Ik verwachte gauw-gauw tijding hierover, Karel. Dikteer maar aan Mariette, en trek het u in géén geval aan als ge weigeren moet, er komt voor u altijd wat open. — Hoe is 't nu te Gent? —
Mariette, ik wil zoogauw ik uit allerlei geschrijf ben, dat stukje Houwelijk voor u afmaken — dat is afgesproken. Een ander is voor Mevrouw van Looy.[8]
Ze vragen in Holl[and] veel naar Karel, ook Streuvels. Als ge overkomt, Mariette, zult ge feestelijk door mij afgehaald worden — maar wacht nog 'n beetje. dan is Nora weer wat sterker. Nu ben ik kurieus op uw schrijven.
Manuel.
P.S. Er komt nog dees bij, dat ik, wegens onbevoegdheid van Lemaire, telkens over Bruss[elsche] kunstaangelegenheden schrijven moest, (en dat is niet zelden). Dat brengt me telkens de reis + een lang verslag en... dubbeltjes op. Als gij het wordt, is dat natuurlijk wat voor u.
Denk u er koelbloedig in, want éénen keer begost, moogde 't niet laten steken
Wat denkte gij over... Vermeylen? Ik denk er niet over, voorlopig.
Veel groeten van ons Nora, die u beiden moed in den druk toewenscht. De dr. zei dat ze beter gaat, dik en vet, maar nog veel hoesten, helaas.
Dada.
M[anuel]

Annotations

[2] Officieel verhuisde De Bom op 4 juni 1908 van de Antwerpsche Steenweg in Cappellen naar Huis ten Heuvel in Calmpthout.
[*] 'Zweeragie': (maag)zweer.
[*] 'Calme et inodore': rustig en reukloos.
[3] Deze toevoeging staat in de marge bij de voorgaande alinea, maar heeft geen exact te situeren plaats in de brief.
[4] Over deze Parijse correspondent (Gustave?) Lemaire, werd weinig relevante informatie teruggevonden.
[5] Johannes Zaaijer.
[6] De NRC was in 1844 door Henricus Nijgh als onafhankelijke maar liberaal geïnspireerde krant gesticht.
[7] L' Etoile belge was een Brussels liberaal dagblad (1850-1935).
[*] 'Zijn kassaart krijgen': verlof krijgen (hier: ontslagen worden).
[8] Wat De Bom bedoelt met 'dat stukje Houwelijk' dat hij wil afmaken, is niet duidelijk. In 1889 publiceerde hij onder de noemer 'Antwerpsche zeden' onder meer het stukje 'Een "houwelijk" op 't stadhuis' (in: Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle, jrg. XII, p. 23-27). Misschien wilde hij de tekst daarvan doorsturen. De Bom heeft pas in 1928 een tekst aan Mariette van de Woestijne opgedragen, namelijk 'Karel van de Woestijne, journalist', in: Dietsche Warande & Belfort, februari 1928. Mevrouw Titia van Looy-Van Gelder viel die eer al te beurt in 1912 ('De acht zaligheden', in: Algemeen Handelsblad, 28 december 1912).

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Looy-van Gelder, Titia van (° 1860 - ✝ 1940)

Nederlandse voordrachtkunstenares die in 1892 met Jacobus van Looy in het huwelijk trad.

Meester, Johan de (° 1860 - ✝ 1931)

Prozaschrijver en journalist. Tussen 1886 en 1891 was hij vanuit Parijs correspondent voor het Handelsblad, om vervolgens tot 1927 als criticus te werken voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Het proza van De Meester (o.m. Een huwelijk, 1890 – Zeven vertellingen, 1899 – Louise van Breedevoort, 1903 en Geertje, 1905) is vaak neerslachtig van toon.

Nijgh, Henricus (° 1873 - ✝ 1948)

Directeur van de NRC vanaf oktober 1908.

Robbers, Herman (° 1868 - ✝ 1937)

Nederlandse prozaschrijver en criticus. In 1905 werd hij medewerker van Elseviers geïllustreerd maandschrift en stond hij mee aan de wieg van de (Nederlandse) Vereniging van Letterkundigen.

Streuvels, Stijn (° 1871 - ✝ 1969)

Pseudoniem van: Frank Lateur.

Bakker van opleiding, maar als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, De Gids en De Nieuwe Gids. Hij was een vriend van Van de Woestijne en (vooral) van De Bom. Samen met hen stichtte hij het tijdschrift Vlaanderen (1903-1907). De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Teirlinck, Herman (° 1879 - ✝ 1967)

Auteur van romans, poëzie en theater. Heeft zowel aan Van Nu en Straks, Vlaanderen als aan het Nieuw Vlaams Tijdschrift meegewerkt, waardoor hij als het ware een halve eeuw de literatuur en de geest van de Van Nu en Straks'ers heeft voortgezet. Samen met Van de Woestijne publiceerde hij in 1928 de brievenroman De leemen torens.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Zaaijer, Johannes Azn (° 1844 - ✝ 1925)

Hoofdredacteur van de NRC vanaf november 1892. Van 1886 tot en met 1892 was hij als liberale politicus lid geweest van de Tweede Kamer.

Titel - krant/tijdschrift