<Hit 34 of 1419

>

Karel,
Ik ben sedert eenige dagen zoodanig ontzenuwd dat ik geen twee gedachten aanéen kan knoopen, laat staan ze te verpennen. Ik stuur u hierbij T[eirlinck]'s brief terug.[1] Wat wilt ge daar op antwoorden? Ze mogen te R[otterdam] benoemen wie zij willen. En als ik, op verzoek van d[e Meester], "geadviseerd" heb dat gij voor het baantje geschikt waart, dan was dit toch zeker mijn recht, te meer daar ik op de hoogte was van uwe financiëele verwikkelingen. Ik heb nog eens nagezien wat de Meester me toenmaals geschreven heeft: van T[eirlinck] sprak hij niet.[2] Wilt gij dit briefje aan T[eirlinck] dóor-sturen? Het spijt me natuurlijk ook voor hem, nu hij zegt dat hij 't zóo danig noodig heeft. Maar dát wist ik niet. Bij de eerste gelegenheid die zich aanbiedt om hem te helpen, zal ik het niet nalaten.
Dat er in 't duister gewerkt werd, lijkt me wel wat melodramatisch. Tegen T[eirlinck] heb ik niemendal gedaan, en dat ik, toen d[e Meester] me vroeg of gij geschikt waart, van harte ja heb gezegd, nu dat is geen misdaad, hé?
Dag Mariette! —
Manuel

Annotations

[1] De Bom bedoelt de brief waarin Herman Teirlinck zich beklaagt over Van de Woestijnes aanstelling als NRC-correspondent. Zie brief 202, noot 1.
[2] Van Teirlinck was in die brief inderdaad geen sprake, in tegenstelling tot August Vermeylen, die daarin wel werd vermeld. Zie brief 187.

Register

Name - person

Meester, Johan de (° 1860 - ✝ 1931)

Prozaschrijver en journalist. Tussen 1886 en 1891 was hij vanuit Parijs correspondent voor het Handelsblad, om vervolgens tot 1927 als criticus te werken voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Het proza van De Meester (o.m. Een huwelijk, 1890 – Zeven vertellingen, 1899 – Louise van Breedevoort, 1903 en Geertje, 1905) is vaak neerslachtig van toon.

Teirlinck, Herman (° 1879 - ✝ 1967)

Auteur van romans, poëzie en theater. Heeft zowel aan Van Nu en Straks, Vlaanderen als aan het Nieuw Vlaams Tijdschrift meegewerkt, waardoor hij als het ware een halve eeuw de literatuur en de geest van de Van Nu en Straks'ers heeft voortgezet. Samen met Van de Woestijne publiceerde hij in 1928 de brievenroman De leemen torens.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Title - journal