<Resultaat 1183 van 1419

>

Kaerle, — H[ein Jan Boeken] schrijft me dat hij van u geen nader nieuws heeft vernomen betr[effende] een lezing te Br[ussel][1] Hebt gij W[illem Gijssels] al gezien?[2] Teirl[inck] of Verm[eylen] zouden u ook wel kunnen inlichten. B[oeken] denkt tusschen Kerst & Nieuwj[aar]te komen. 't Ware goed dat hij hier vriendschappelijk onthaald werd. Ik heb hem mijn kamer in de stad ter beschikking gesteld. 'k Bedenk nu de mogelijkheid hem te Antw[erpen], Brussel, Gent, Kortrijk te laten lezen. Kan het te Gent niet in den Kring van uw broer?[3] Of via Vercoullie? (???) Met Antw[erpen] & Kortr[ijk] belast ik mij, kunt gij Brussel en Gent “overwegen”? —
Hand
v[an]
M[anuel]

Annotations

[1] In verband met de lezing in Brussel: zie brief 207, noot 2.
[2] De Bom hoopt dat Willem Gijssels en 't Rietkamerke wel een lezing voor (en van) Boeken willen organiseren.
[3] Met 'den kring van uw broer' bedoelde De Bom 'Ter Waarheid' (zie brief 117, noot 10).

Register

Naam - persoon

Boeken, Hein Jan (° 1861 - ✝ 1933)

Nederlandse dichter. Trouwe vriend van Willem Kloos en redacteur van De Nieuwe Gids.

Gijssels, Willem (° 1875 - ✝ 1945)

Dichter en auteur van verscheidene cantaten. Voorzitter van het kunstgenootschap Het Rietkamerke in Brussel.

Teirlinck, Herman (° 1879 - ✝ 1967)

Auteur van romans, poëzie en theater. Heeft zowel aan Van Nu en Straks, Vlaanderen als aan het Nieuw Vlaams Tijdschrift meegewerkt, waardoor hij als het ware een halve eeuw de literatuur en de geest van de Van Nu en Straks'ers heeft voortgezet. Samen met Van de Woestijne publiceerde hij in 1928 de brievenroman De leemen torens.

Vercoullie, Jozef (° 1857 - ✝ 1937)

Taalkundige. Hij publiceerde in 1890 een Etymologisch woordenboek der Nederlandsche Taal en een Algemeene Inleiding tot de Taalkunde. Hij was secretaris van de in Gent opererende kunstkring 'De taal is gansch het volk'.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Woestijne, Gustave van de (° 1881 - ✝ 1947)

Van zijn drie broers had Karel van de Woestijne met Gustave het beste contact, al was het maar omdat ze beiden artistieke aspiraties hadden. Na hun jeugdjaren in Gent vestigden ze zich in 1900 in Sint-Martens-Latem en werden ze spilfiguren van de eerste groep Latemse kunstenaars. Gustave groeide uit tot een van de bekendste Vlaamse schilders van de twintigste eeuw.