<Resultaat 1195 van 1419

>

BRUXELLES DEPART 15 JANV 07 0-1
CAPPELLEN 15 JANV 1907 6-7
Aan
Emmanuël de Bom
Antwerpsche steenweg, 70
Cappellen-Antwerpen
 
Beste Manuël. — Een embêtante historie: Vermeylen (waarvan ik gisteren rare dingen heb vernomen, die ik u later wel eens meêdeel)[1] en Teirlinck weigeren, de verzen van Boeken op te nemen. Wat dáar meê gedaan? Ze vinden de verzen slecht en Boeken geen groot dichter genoeg om herhaald, en buiten uitnoodiging, meê te werken. Ik zou de verzen natuurlijk gaarne plaatsen, omdat iemand weigeren als Boeken me tegenstaat, en dan, omdat gij de plaatsing reeds hebt toegestaan. Nu kom ik u vragen: geeft ge mij de toelating, aan Vermeylen te schrijven dat gij om 't niet-plaatsen heel kwaad zijt, of iets in dien zin? Ik begrijp dat het ook voor u vervelend zou zijn, Boeken te zien weigeren. — Geef me hier omgaand een antwoordeken op: het nummer moet gauw ineengestooken worden, en er is geen tijd te verliezen.[2] Hebt gij niets, een boekbeoordeeling b.v.? We hebben uiterst gebrek aan goede kopij, en zijn aldus gedwongen slechte dingen te plaatsen. Jammer!
Nog iets: Vermeylen wil me dwingen, aan Rudelsheim te schrijven om hem een stuk te vragen over de Grande Entente Hollando-Belge. — Ik heb hem gezeid dat ik het reeds deed, — wensch het echter niet te doen zonder uwe voorkennis. Wat zegt ge?[3]
Ik weet niet wat Vermeylen in zijn schild voert. Naar ik van Teirlinck hoor, zou hij dezen ook een leelijken toer willen spelen hebben met die plaats van professor van Ned[erlandsche] letterkunde,[4] en ons (de overige redactieleden) in slechte positie tegenover Teirlinck gesteld hebben.
Ik zou u dat alles eens mondeling willen vertellen, want... littera permanent.[5]
Wanneer zien we u eens? Ik weet wel dat de Courant tegenwoordig 't beste van uw tijd inneemt, maar indien ge er eens een achternoen afdeed? — Ik, helaas, kan niet. Ik zit tot over mijne ooren in Homeros, Wandelende Jood en andere Zonnen,[6] om dan ook niet van de Courant te spreken...
Een heerlijken avond met Pelléas! Dat moest ge hooren!....[7]
En hoe vaart Nora? Met genoegen vernamen wij dat ze beter is... En nu zwijg ik. Een gauw woordeken, niewaar? Er is haast bij.
van Harte, Uw
Karel.

Annotations

[1] 'Gisteren': zaterdag 12 januari, wellicht voor, tijdens of na de redactievergadering van Vlaanderen (zie brief 222).
[2] De Bom en Van de Woestijne kregen alsnog hun zin. In februari 1907 verschenen van Hein Boeken 'De vijf zinnen I-VII' in Vlaanderen (p. 49-55).
[3] Het artikel van Rudelsheim is niet verschenen.
[5] 'Littera permanent' (Lat.): wat geschreven is, blijft bestaan. Grammaticaal klopt het zinnetje eigenlijk niet, aangezien 'littera' een enkelvoudig woord is. Juister zou zijn: 'scripta permanent', al luidt de geijkte uitdrukking in feite 'scripta manent'.
[6] De Wandelende Jood (August Vermeylen) en Zon. Een bundel beschrijvingen (Herman Teirlinck) verschenen allebei in 1906. Van de Woestijne is die twee werken blijkbaar aan het lezen, maar publiceerde er geen bespreking over.
[7] In de Brusselse Muntschouwburg werd Pelléas et Mélisande opgevoerd, het door Claude Debussy tot opera omgewerkte toneelstuk van Maurice Maeterlinck. Van de Woestijne woonde de voorstelling twee keer bij, op 9 en 10 januari 1907. Zijn uiterst lovende bespreking van de voorstelling schreef hij op 10 januari. Het artikel werd drie dagen later in de NRC gepubliceerd.

Register

Naam - persoon

Boeken, Hein Jan (° 1861 - ✝ 1933)

Nederlandse dichter. Trouwe vriend van Willem Kloos en redacteur van De Nieuwe Gids.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Homeros

Griekse dichter van wie de Ilias en Odysseia tot de meest invloedrijke werken van de wereldliteratuur behoren.

Maeterlinck, Maurice (° 1862 - ✝ 1949)

Franstalige Gentse dichter en toneelschrijver, die echter ook proza publiceerde. Van de Woestijne koesterde (vooral in zijn jonge jaren) een grote bewondering voor hem. In 1911 won hij de Nobelprijs voor literatuur.

Rudelsheim, Marten (° 1873 - ✝ 1920)

Correspondent van De Nieuwe Courant uit Den Haag, medewerker van Den Gulden Winckel en werkzaam in de Antwerpse Stadsbibliotheek, waardoor hij dus een collega was van De Bom.

Teirlinck, Herman (° 1879 - ✝ 1967)

Auteur van romans, poëzie en theater. Heeft zowel aan Van Nu en Straks, Vlaanderen als aan het Nieuw Vlaams Tijdschrift meegewerkt, waardoor hij als het ware een halve eeuw de literatuur en de geest van de Van Nu en Straks'ers heeft voortgezet. Samen met Van de Woestijne publiceerde hij in 1928 de brievenroman De leemen torens.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Titel - krant/tijdschrift

Naam - instituut/vereniging